Liederen en gedichten
(2004)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdDeuntjeaant.Wijs: Si c'est pour mon pucellage, etc.Als Jan Sijbrech zou belezen
en haar sprak van liefde an,
zei ze: ‘Ja, maar Janneman,
zou het reine liefde wezen
5[regelnummer]
die gij mij geeft te verstaan?
Reine liefd' kan niet vergaan.’
‘Reine liefd' van d' allerreinste,’
zei hij, ‘Sijbrech, bolle meid!’
‘Wel’, zei zij, ‘dat 's goed bescheid.
10[regelnummer]
't Huw'lijk is op 't allerheinste,
Jan, ik wil 't met u bestaan:
reine liefd' kan niet vergaan.’
Vijftig builen in twee slagen
smeet hem laatst de boze feeks
15[regelnummer]
met een wakk're sleutelreeks.
Als hij toen begon te klagen,
zei ze: ‘Jan, wat gaat u aan?
Reine liefd' kan niet vergaan.’
| |
[pagina 30]
| |
Zij heeft een zweep ontboôn uit Polen,
20[regelnummer]
die ze bij haar kammen hangt;
als haar dan een lust bevangt,
zegt ze: ‘Jan, licht op uw zolen,
huppelt luchtig, onbelaên,
reine liefd' kan niet vergaan!’
25[regelnummer]
Jan bestond zijn wijf te vragen:
‘Was het u al reine liefd'?’
Sijbrech zeide: ‘Ja 't, ontdieft,
daarom moet gij mij verdragen
als ik lust heb wat te slaan:
30[regelnummer]
reine liefd' kan niet vergaan!’
‘Wel, verdraagt dan ook mijn smijten,’
zeide Jan, en stelde doe
ook een bos met sleutels toe,
en als zij begon te krijten,
35[regelnummer]
kreet hij weer daar tegen aan:
‘Reine liefd' kan niet vergaan!’
Wilt gij reine liefd' doen duren,
voegt er reine liefde bij;
want de liefde aan ene zij,
40[regelnummer]
kan in korte tijd verzuren.
Hangt ze beide zijden aan:
reine liefd' kan niet vergaan.
|
|