Liederen en gedichten
(2004)–P.C. Hooft– Auteursrechtelijk beschermdZangaant.Periosta, die met trage stromen glijdt
door d' akkers vet, en 't immergroene veld,
die spiegel voor de lage bomen zijt,
wel dicht op uw begraasde kant gesteld,
5[regelnummer]
ach, stond ik ook op uwe oever groen,
dan groeid' ik ook zoals uw elzen doen.
Niet omdat ik mijn voeten spoelen zou,
als 's middags brand verschroeien deed mijn hoogt',
of dat ik op uw zoete, koele dauw
10[regelnummer]
verlekkerd ben om laven mijne droogt',
noch omdat met uw vochte sause mijn
aardrijk vermengd, zou vetter voedsel zijn:
maar omdat gij mijn Vrouw ten dienste staat,
als zij zich spieg'lend in uw lome vloed
| |
[pagina 27]
| |
15[regelnummer]
zorgvuldelijk bij jou te rade gaat,
hoe dat haar past een stro- of rozenhoed,
en gij verbeeldt haar oog en aanschijn hiel -
geen aanschijn, nee, geen ogen, nee: haar ziel!
Haar ziele (die bereide slaven baart)
20[regelnummer]
in 't sprekend oog en 't duidende gelaat,
met pronkwijs uitgespreide gaven waard,
kloek, edel, wijs, zo braaf ten tone staat
dat ik, verward met al mijn zin in die,
niets van haar oog of van haar aanschijn zie.
25[regelnummer]
Electra, sinds der goden waarder min
Iphigenia ons allen heeft ontschaakt,
zag ik hun noodgeboden nader in
en vond u erve' haars machts op mij gemaakt;
o brave, die uw braaf geslachte slacht:
30[regelnummer]
door vromen worden vromen voortgebracht.
Uw vader was 't, die moest besturen veel
volkeren met zijn treffelijk gebied,
niet hij die daar verwoestte 't vierendeel
des werelds, nee, die Agamemnon niet,
35[regelnummer]
maar die natuur tot heerschappije schiep,
ofschoon het lot niet hoog genoeg hem riep.
O koninklijk grootmoedig hoge zaad,
van moeders zijde' ook vol voorouders deugd,
indien dat gij uw goedig oge slaat
40[regelnummer]
op 't hart dat zich om u te vieren veugt,
dan zal 't versmaên leed, naarheid, dodes pijn,
en gij mijn lief, mijn licht, mijn leven zijn.
|
|