Gehuchtenboek
(1977)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermdMaaslandse gezichten
[pagina 35]
| |
Clermont
| |
[pagina 36]
| |
Oud-Elsloo
| |
[pagina 37]
| |
Nabij Eijsden
| |
[pagina 38]
| |
Elkenrade
| |
[pagina 39]
| |
muur die de uiterwaarden van de Maas scheidt van de dorpsstraat. De hoeven kijken uit op lage weilanden die tot aan de rivier door lopen. Talloze koeien bevolken de vlakte. Ze grazen dichterbij en verderweg, als waren ze zich aan het verpozen. Nu het donker wordt halen de boeren de runderen van het veld. In lange stoeten komen ze aan op de verharde weg en trekken ze naar de stallen. Er achteraan komt de boer met zijn vrouw of is er een kind dat vaardig de stok hanteert. Ik zit op de muur met de huishoudster van de pastoor van Heppeneert naar de langslopende koeien te kijken. ‘Het is mooi vee,’ zegt ze, ‘maar het bevuilt de straat.’ Ze vertelt dat ze zelf afkomstig is van een boerderij in Diepenbeek. ‘Mijn ouders waren maar kleine boertjes. We hadden niet meer dan vijf koeien.’ Ze is al dertig jaar huishoudster bij pastoors. Nu ze 75 is doet ze het wat kalmer aan. ‘Ik kom nooit in Maaseik,’ zegt ze. ‘Dat doet de pastoor. Hij heeft een velo. Och, wat heb je eigenlijk nodig voor twee man. Niet veel.’ We zitten op het muurtje tegenover het kerkje van O.L. Vrouw van de Rust. De schemering valt, maar nog steeds komen er mensen naar het kerkje. Tegenover haar lage kleine boerenhuisje zit een oude boerin schrijlings op het muurtje. Ze zegt dat veertien jaar geleden haar man is overleden. ‘Hij bleef dood op het veld onder het ploegen. De mensen zeggen: Verdriet slijt. Maar dat is niet waar. Het wordt altijd erger, elke dag denk ik aan hem. Elke avond lig ik om acht uur in bed. Wat moet ik anders doen? Ik heb niemand om mee te praten. Mijn kinderen wonen elders. De boeren? De boeren hebben geen tijd. Die werken maar altijd. Om 12 uur 's nachts zijn ze nog bezig.’ Intussen trekt de ene stoet koeien na de andere over de weg, langs het kerkje van Heppeneert, langs de pastorie waar de huishoudster nu de dichtbegroeide tuin in loopt, langs het | |
[pagina 40]
| |
Gasthuis O.L. Vrouw van de Rust, en langs het zaaltje waar de pelgrims een boterham kunnen eten. Ze trekken laag over de grond een spoor van warmte. |
|