Gehuchtenboek
(1977)–Leo Herberghs– Auteursrechtelijk beschermdMaaslandse gezichten
Oud-Eijsdenaant.Oud-Eijsden langs de Maas heeft zijn gezicht gekeerd naar het water. Vandaar lopen de straatjes argeloos weg tussen huizen die de waardigheid hebben van stadse woningen. Oud-Eijsden is grijzig en verward in dromen van eertijds. Pleinen liggen vol schaduw en laten hun schuurpoorten dicht. Soms komt een oude vrouw naar buiten en wuift naar een voorbijkomende wandelaar. Muurtjes, waarachter erkers hun ramen door wolken laten bespiegelen, worden | |
[pagina 24]
| |
met groen van late bloeisels overwoekerd. Nu en dan richt zich een huis met kop en schouders boven de andere uit, alsof het 't zicht op de rivier niet wil verliezen. Daar, langs die Maas, loopt de ommuurde kade, waar je eigenlijk urenlang zou moeten blijven staan om uit te kijken op die Maas, die beneden je in een vaag, ver spoor van wijdte voorbij gaat, uitgestrekter dan elders, met het Belgische Ternaaien aan de overkant. Een eethuis, een oude muur die even oplicht; een op zichzelf staand wit huisje dat het licht om zich heen heeft verzameld. Een achtertuin met wild bloeiend struikgewas, opzij van een hoog huis met kleine raampjes dat gerestaureerd is. We lopen het kerkje binnen. Boven op het oksaal staan vijf mannen met blaasinstrumenten aan hun mond. Ze blazen zachte innige klanken de kerkruimte binnen. Het geluid slaat tegen de muren en het plafond, vol morgenlicht dat religieus door de ramen valt. We luisteren, gebogen over de bank in dit Oud-Eijsdense kerkje, naar de blazende muzikanten daarboven op het oksaal, op deze zaterdagmorgen, terwijl de zondag, licht ritselend in zijn kleed van wierook en sigaren, langzaam naderbij komt. |
|