Aftelliedje
Meneer en Mevrouw, dat zijn hoge personen
en Juan de Soldaat, hij verdedigt die twee.
De Landman draait op voor het drietal hun lonen,
de Arbeider werkt voor die vier zich in 't zweet.
De Landloper eet wat die vijf overlaten,
de Woekeraar echter berooft alle zes.
De Advocaat weet die zeven heel slim te bepraten,
de Kroegbaas benevelt de acht opperbest.
Aan 't negental geeft de Pastoor absolutie,
de Dokter bezorgt alle tien de executie,
de Doodgraver stopt deze elf in de grond
en de Duivel gaat met het dozijn netjes strijken.
De dertien, waar staan deze schurken te kijken?
In onze Regering, daar hangen ze rond.
[Uit de jaren '30, maar... ubique nunc et in aeternum waar!]