Mexico zingt. Een bloemlezing uit de Mexicaanse lyriek sinds de 15de eeuw(1992)–Albert Helman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 93] [p. 93] Aan Thomas à Kempis Reeds vele jaren zoek ik de eenzaamheid, reeds vele jaren wil ik droevig leven, reeds vele jaren ben ik ziek - dat komt door 't boek dat jij eens hebt geschreven. O Kempis! voordat ik je las, hield ik van licht, weiland en oceaan; tot jij me zei dat alles sterft, dat alles ijdel is, dat alles moet vergaan... Weleer, gekluisterd aan mijn lust, kuste ik de lippen die tot kussen noden, de blonde vlechten en de grote ogen, zonder te denken: straks zijn ze van doden. Maar, wijl de hooggeleerde doctors zeggen, die gij, o meester, opnoemt en citeert, dat mensen heengaan zoals schepen, als schaduwen en wolken - niemand wederkeert... Vlucht ik van alles wat kan binden, wordt door mijzelf geen streling meer verwacht, en met uw boek onder mijn arm loop ik te dwalen door de zwarte nacht... O Kempis, Kempis, eenzame asceet, bleke asceet, wat heb je mij misdreven! Reeds vele jaren ben ik ziek en 't komt door 't boek dat jij eens hebt geschreven! [Amado Nervo] Vorige Volgende