Mexico zingt. Een bloemlezing uit de Mexicaanse lyriek sinds de 15de eeuw(1992)–Albert Helman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 70] [p. 70] Voorouders Op zekere tijd die niemand tellen kan, waar niemand zich iets van herinneren kan (...) kwamen de grootvaders en de grootmoeders hier om te zaaien (...) Over het water kwamen ze in boten, met veel groepen, en kwamen aan bij de oever aan de noordkant, waar zij hun boten achterlieten op de plaats Panutla genaamd (...) Zij volgden meteen de wateroever, gingen naar de bergen; sommigen naar de witte toppen en naar de bergen die rookten (...) Hun priesters leidden hen verder, hun goden wezen de weg. Zo trokken zij voort en bereikten de plaats die Tamoanchan heet, wat zeggen wil: ‘Wij zoeken ons een woning’ (...) En ginds in Tamoanchan waren de weters der dingen, - zij die genoemd zijn bezitters van boeken, de meesters van zwarte en rode inkt (...) [Uit het Nahuatl, fragmenten van een lang gedicht] Vorige Volgende