Adyosi / Afscheid(1994)–Albert Helman– Auteursrechtelijk beschermd Vorige Volgende [pagina 127] [p. 127] Zitting De twintig, ze praten hun keelgaten schor. Ze horen zichzelf zo graag zwetsen. De zes aan de tafel, ze geven geen lor om het dazen. Ze laten ze kletsen. Als scheurpapier krijgen ze motie na motie, een vlieg schrikt misschien door de slag van hun vuist. Ach, hebben ze werkelijk van één ding nog notie? Het zestal aan tafel, het lacht zich een puist! Ze knorren, ze brommen tot middernacht en bouwen hun toren van Babel. Een roept: ‘Republiek!’ en een ander: ‘Man, wacht!’ Twee daar spelen Kaïn en Abel... De zes zien het aan en ze wachten geduldig tot even het helse kabaal is bedaard; dan vragen ze: ‘Zijn wij onschuldig of schuldig? Werd Sodom misschien niet om zes man gespaard?’ De praters, ze praatten alleen voor 't applaus, maar zijn braaf, willen geen mens vermoorden. Hun voer is geen vlees en geen vis, - enkel saus; hun gevecht: slechts een steekspel van woorden! De zes aan de tafel, ze blijven kalm zitten, ze hebben geen last van dit holle gepraat. Al mogen de twintig ook vechten en vitten, er volgt op hun woordenvloed toch nooit één daad. [1950] Vorige Volgende