Geïllustreerde flora van Nederland
(1909)–Eli Heimans, Hein Willems Heinsius, Jac. P. Thijsse– Auteursrecht onbekendHandleiding voor het bepalen van de naam der in Nederland in het wild groeiende en verbouwde gewassen en van een groot aantal sierplanten
Eschdoornfamilie.
| ||||||||||
van 't licht kunnen profiteeren. De soorten, die in een vochtig klimaat thuis behooren, hebben spitse bladtoppen (druppeltoppen) voor den waterafvoer. Het eschdoornhout heeft veel waarde als timmerhout, voor meubelen. De rugbladen van violen zijn meest van eschdoornhout. In Amerika wordt in 't vroege voorjaar: Februari, Maart, uit sommige soorten suiker verkregen door het hout aan te boren en de vloeistof, die uit de wonden druppelt en 2-3% suiker bevat, in te dampen. Een enkele boom levert dan 5 tot 30 pond suiker. Men neemt hiervoor hoofdzakelijk de soorten A. saccharinum, A. Negundo en A. dasycarpum. De Eschdoorns worden ook wel Ahornen genoemd. | ||||||||||
Geslacht: Eschdoorn, Acer.1
| ||||||||||
2
Veel aangeplant, ook met bonte bladeren. | ||||||||||
| ||||||||||
3
| ||||||||||
4 (1)
| ||||||||||
5
De bloemen lokken door hun geur vooral aasvliegen, die dikwijls aan de honingschijf blijven vastkleven en dan sterven. In de bladeren ontwikkelt zich in den nazomer een zwam (Rhytisma acerinum), deze veroorzaakt de welbekende zwarte plekken. Zie blz. 135. | ||||||||||
| ||||||||||
6
| ||||||||||
7
|
|