Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende CXXIX. De Heiland lokt u: gij blijft stug. Waarom? Gij zegt: ik wierd vast slaaf, als ik zou komen. Geen nood! uw vrijheid heeft de zonde u lang ontnomen. Kom tot den Heer! juist dán krijgt gij uw wil terug. Vorige Volgende