Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende CXXX. Ik zag een moeder stil bij 's kindjes doodenbaar: Hoe kon 't? Bij 't ziekbed heeft ze al worstelend gebeden: Uw wil geschiede, o Heer! Toen stierf haar kind voor haar: De tranen, Toen gestort, verklaren 't kalme Heden. Vorige Volgende