Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 261] [p. 261] De ekster. 't Heet lente, maar 't is winterweêr: Nooit zoelte uit zuid of west! Slechts Boreas blaast telken keer.... Maar de ekster maakt zijn nest. Wij hadden gistren hageljacht; Straks rijmde 't op zijn best; Nu sneeuw, die 's vogels pluim bevracht.... Maar de ekster maakt zijn nest. Hoe schudt de orkaan des popels tak! Zoo hij maar 't nest niet kwetst! Wat spijt, als 't licht gebouwtje brak!... Maar de ekster maakt zijn nest. Wie denkt in storm aan oudervreugd? Toch, waar natuurdrang prest Tot zorg voor de verwachte jeugd... Zie! de ekster maakt zijn nest! Trouw dier! Mijn ziel, volg 't voorbeeld na! Blijf werken tot op 't lest, Hoe 't rondom wintre vroeg en spâ, En, - ekster! maak uw nest! Vorige Volgende