Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens
(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend
[pagina 260]
| |
Twee monumenten.In namaak dus, op 't feest,Ga naar voetnoot1) zal de Bastille rijzen,
Wier val het teeken tot de roode Omwentling gaf?
Dáár toch was 't aanvangspunt, en van deez' puinhoop af
Begon de bouw, door de eeuw nooit immers te volprijzen!
Maar - zou men aan 't Publiek geen tegenhanger wijzen,
Die wat verkoelend op de geestdrift werkt? - Het graf,
Waarin Napoleons verbroken zwaard en staf
Het eind diens bouws verhaalt in feiten om van te ijzen?
Als gij, Parijs, een gracht van uw Bastille graaft
Tot de Invaliden toe, waar Caesar ging ter ruste,
Zij bergde niet al 't bloed, dat uit de wonden gudste
Van 't kroost, welks dood den aard van uwe Omwentling staaft.
Treft ginds de vrijheidskreet van duizenden onze ooren,
Hier komt de rouwkreet hem van millioenen smoren.
|
|