Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 241] [p. 241] De Napoleonszuil, Op het Vendôme-plein te Parijs. De zegezuil rijst fier. Gegoten uit kanonnen, Op honderd slagvelden veroverd in den strijd, Verheerlijkt zij 't genie, dat in zoo korten tijd Voor éénen schedel zooveel kronen heeft gewonnen. Maar wie een poos daar staat, en stil zich heeft bezonnen, Het is of voor zijn oog op eens het luchtruim splijt, En schimmen zonder tal omhoog een dans begonnen, Met kreet op kreet doormengd, die door de wolken snijdt! Ik zag eens te Milaan een kerk, wier broze wanden Men uit doodshoofden bouwde, oprijzende op elkaâr; Het was een droef gezicht! En toch, die doôn aldaar, Zij stierven zacht op 't bed, omringd door dierbre panden; Maar al die schimmen hier, voor 's geestes oog geschaard, Wie beeft niet, als hij denkt, vanwaar ze zijn vergaârd? Vorige Volgende