Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 203] [p. 203] Tweederlei gevangenen. De mensch is hier als een gevangene in zijn kerker: Toch scheidt ze een groot verschil. De lijder door de pijn Der strafgevangenschap wenscht elken dag te sterker Om, van zijn boeien los, in vrije lucht te zijn. Maar schoon gij, Christen, wenscht en wenschen moet, ontbonden En met uw Heer te zijn, God eischt van u geduld; Ja, wordt uw kerker, 't vleesch, door breuk of scheur geschonden, Hij wil, dat gij die breuk volijvrig heelen zult. Zoo zijt ge een dubbelmensch, die op verlossing hopen, En toch u wachten moet voor wat die vreugd verhaast: Een vogeltje, dat smacht dat men zijn kooitjen open', Maar toch zijn liedje zingt, tot de ure komt op 't laatst! Vorige Volgende