Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens
(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend
[pagina 102]
| |
Wilt gij gezond worden?Ga naar voetnoot1)‘Bethesda, bron der heeling,
Ach! wanneer daagt mij 't uur,
Dat 'k de weldoende streeling
Mag deelen van uw kuur?
‘Die weldaad blijft me ontbreken,
Waar slechts de roering van
Gods engel, neêrgestreken,
't Bad heelkracht schenken kan.
‘En als 'k dan elk zie jagen
Naar 't pas beroerde nat,
Ik blijf steeds vruchtloos vragen:
Wie draagt mij, lamme, in 't bad?
Die klacht klinkt, en - daar staat Hij,
Wiens machtwoord spreekt: Neem 't bed
En wandel!... en straks gaat hij,
De kranke, en is gered!
Zoo gij, o mensch! die lijdend
Door zonde's bittre macht,
Met haar verzoeking strijdend,
Op hulp van elders wacht;
| |
[pagina 103]
| |
Geen schepsel kan u heelen;
Geen engel zelfs, hoe sterk,
De kracht u mededeelen,
Die uw herstel bewerk'.
Neen, de eigen Geest des Heeren
Moet dalen in uw hart,
En daar den satan weren,
Die uw verleider werd.
Als Hij uw Arts mag wezen,
Zijn woord uw medicijn, -
Zijn bijstand tot genezen
Zal uw Bethesda zijn!
|
|