Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 85] [p. 85] Sursum corda. Genoeg nu beneden, Den slijkgrond betreden! Genoeg door de plassen Gewaad der moerassen! Genoeg met de waereld In 't ronde gedwaereld! Genoeg nu van 't haken Naar laffe vermaken! Genoeg met de narren Getast naar de starren! Om lachjes gebedeld! Om lofspraak gevedeld! Wat reeds was gelezen, Herkauwd weer nadezen; De droeve komedie, De dwaze tragedie Van 't alledaagsch leven Nog eens weêr hergeven! Gebukt voor de krone Van 't zeedlijk Onschoone, Miskennend het kleine, Toch goddelijk reine; Verworpen, verlaten, Wat wereldschen haten; Verheven op tronen Wat wereldschen kronen; [pagina 86] [p. 86] De dwaasheên, de zonden Met sluiers omwonden, De vroomheid verzakend, Die arm is en nakend; Verdiend, dat de braven Ons d'afscheidsbrief gaven; Veroordeeld, bij 't delven In 't hart, door ons zelven! Genoeg dus geleden, Getobd en gestreden! 'k Ben warsch van de schanden Van 't dragen dier banden; Nu moê ze te beuren, Ga ik ze verscheuren. Met hulp van Gods krachten Wil 'k streven en trachten Naar 't zoet van de blijheid Der geestlijke vrijheid. Ten bloedprijs gekochte, Door Liefde gezochte, Geef ik ter belooning Mijn hart aan mijn Koning! Omhoog! wordt mijn leuze, Omhoog! wordt mijn keuze. Mij vleuglen te scheppen, Die vleugels te reppen, Op 't luchtspoor van d'arend Ten hemelen varend, Dat zal nu na dezen Mijn boezemzucht wezen. Weg spatten! weg vlekken, Die nog mij bedekken! Weg rok van den vleesche, [pagina 87] [p. 87] Wiens smetten ik vreeze! In bloedroode plassen Mijn kleedren gewasschen Tot reine gewaden, Met scheuren noch naden, Als priesters versieren, Die 't wierookvat zwieren! Het krijgsstaal geslepen! Het strijdzwaard gegrepen, Om door zijn hanteeren De zonden te weren! En niet slechts gestreden, Maar daarbij gebeden, Om zege en viktorie De Bron aller glorie. Zoo koninklijk lijdend, Zoo ridderlijk strijdend, Gestreefd naar de zege Beloofd van Gods wege Aan elk, die volhard heeft, De helmacht getart heeft, En de uitkomst gewacht heeft Van Hem, die 't volbracht heeft! Dan zullen straks Engelen Met menschen zich mengelen, En smelten te zamen De stemmen in 't Amen Van heilige monden, En reinen van zonden, Nu één voor Gods trone, Nu één in Gods Zone, Ook zone eener Moeder, Hun Heer en mijn Broeder! Vorige Volgende