Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Lux lucet in tenebris. Blijf bij ons, want het is bij den avond. Lukas. Mijn ziel roept: Heer, blijf bij me in d'avond! en gij blijft, Terwijl rondom mij al het zichtbre henendrijft. Verviel de sterke burcht, waarin mijn jeugd mocht tronen, Gij blijft nog tusschen 't puin en in mijn bouwval wonen. Verlaat de wereld mij, gij deelt mijn eenzaam huis, En een paleis wordt, door uw bijzijn, mij mijn kluis. Wanneer mij slag op slag mijn dierbaarsten begeven, Gij, leste en beste Vriend, blijft voor en met mij leven. En kom ik in de streek, waar 't ijs niet smelt, gij toch Verwarmt in stilte 't hart door uwe liefde nog. Ja, daalt nabij het graf mijn zonschijf tot de kimmen, Gij, als de poolzon, doet ze straks weer opwaarts klimmen. Wat vrees 'k de schaduw dan van 't doodsdal, dat mij wacht? Waar gij mij bijblijft, blijft het licht ook in den nacht. Vorige Volgende