Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 80] [p. 80] Wiegelied voor eene ontslapene. Slaap, Melieve, slaap nu zacht! 't Werd nu rusttijd: goeden nacht! In uw grafwieg goed geborgen, Slaap nu rustig tot den morgen! Englen, die tot wachters strekken, Zullen u, als 't tijd is, wekken. Liefde houdt bij 't leger wacht: Goeden nacht! Slaap, Melieve! 't Is hier stil: Badt ge om rust, nu hebt ge uw wil. Zefirs zullen om u stoeien; Stormen zullen om u loeien; Tranen zullen 't graf bedauwen; Liefde, naast u, weenend rouwen; Onder hoort ge storm, noch klacht: Goeden nacht! Slaap, Melieve! Treur niet meer! Schreiensmoê, leg kalm u neêr! Lang geleden, uitgeleden; Lang gestreden, uitgestreden; 't Traantjen, op uw wang gebleven, Droogt de grafrust, u gegeven, Die uw mond een lachje bracht,.... Goeden nacht! [pagina 81] [p. 81] Slaap, Melieve! In de eerste rust, Heeft uw moeder u gekust. Moeder ging sinds heen. Hoevelen Zaagt gij óm u 't sterflot deelen! 't Leven is een eindloos sterven In de dierbren, die we derven. Weg nu 's rouwkleeds sombre dracht!... Goeden nacht! Slaap, Melieve! Menig traan Vloeide op u bij 't henengaan. Maar, daarboven! welk ontmoeten! Wat al zaalgen, die u groeten: Ouders, egâ, kindren, vrinden, Steeds betreurden, steeds beminden, Schooner nu, dan ge ooit ze u dacht!... Goeden nacht! Slaap, Melieve! Tot hoe lang?.... O 'k versta dien liefdedrang; 't Hoogste heil brengt 't Jongst verrijzen!... Och, wil hier u kind bewijzen! 't Kind slaapt, tot dat moeder 't wichtje Wakker kust op 't lief gezichtje; Slaap, tot de ochtendstond u lacht.... Goeden nacht! Vorige Volgende