Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 63] [p. 63] Grondwetsherziening. ‘De herziening zat nu eenmaal in de lucht’ Uit een Dagblad. 't Is een woord, daarheen gesproken: ‘De herziening in de lucht.’ Zit er waarheid in verstoken? - Ik zeg ja, en met een zucht. Daar heerscht een herzienings-woede, Die veel hersens gansch vervult. Elk is de oude grondwet moede, Als was alle kwaad haar schuld. Dus, daar moet een nieuwe wezen, Splinternieuw, op dag besteld. Zal ze als panacé genezen, Waarvoor zij bij velen geldt? 'k Vrees: ik denk: zij zal wel blijken, Spijt haar nieuwen, mooien schijn, Als de ervaring eens komt kijken, Meer ‘luchtspiegeling’ te zijn. ‘In de lucht zat de herziening.’ Als zich nu, o wet, uw vrucht, - Roept ge ons op tot haar bediening, - Maar niet oplost gansch - in lucht! - [pagina 64] [p. 64] Ach, men zoekt het steeds in 't ronde: Wetten hier, en wetten daar! Of men 't maar gelooven konde: Lager zit het! zoek gij maar! In zijn eigen borst te delven, 'k Zie niet veel daarvan voorshands; En nochtans: ‘Herzie u zelven!’ Klonk de raad eens wijzen mans. Wenscht gij waarlijk beetre tijden, Geef mij beetre menschen vast, En 't zal me als begin verblijden, Als gij op u zelven past. Grondwet kan geen harten kluistren, Spelt misschien, maar brengt geen baat. Mag ik wat in 't oor u fluistren? Ziehier stillekens mijn raad: Vóór meer dan drieduizend jaren Gaf Jehova aan zijn volk Mede een Grondwet voor die scharen, Zijner hoofdgeboden tolk..... Och, ja! 't zijn de Tien geboden, Die ge als kind reeds hebt geleerd, En, ik hoop, wat jaren vloden, Nog als man of grijsaard eert! Nu, ik meen, gij vroede mannen, Mocht die Wet in 't harte staan, - Met uw andre grondwet-plannen, Hoe het loope - 't zal wel gaan! Vorige Volgende