Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 48] [p. 48] Een kontrast. Bij een plaat. Een treffende aanblik! 't Rustuur kwam. Napoleon zit neer, En leest. De leeuw werd tam, En brult en moordt niet meer. En op zijn schoot slaapt - minlijk beeld! - Gansch stil en zacht zijn kind, Dat, aan zijn voeten moêgespeeld, Rust op zijn knieën vindt. Wat groot en wondervreemd kontrast! Een wereld, die hen scheidt: Een Atlas met den wereldlast, - Eens wichts onnoozelheid: Een Dondergod, die bliksems voert, - Een Amor op zijn schoot. Zoo wiegt, niet meer door storm beroerd, De zee een speelsche boot. Voorts, - kind en vader nú bijeen; Maar - 't lot valt beiden straf! - Straks Sint-Helena's rots voor d' een, Voor d'ander 't Weener graf! Vorige Volgende