Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 47] [p. 47] Kroon en mijter. Perch' o te sopra te corono e mitrio. Dante. Na 't doorgaan van Helle en van 's Loutringbergs oorden, Wat was wel voor Dante des wandelaars loon? 't Klonk hem te gemoet in de heilvolle woorden: ‘Van nu aan verleen ik u myter en kroon!’ Wat toespraak, hem zoeter dan englen-akkoorden: De toegang tot God hem als priester geboôn; Door zelfheerschappij hij een vorst op den troon; O zalig, wiens ooren die hemeltaal hoorden!.... Welnu! niet slechts Dante, de dichter-profeet, Heeft tot zich dit woord van Omhoog hooren komen. Die wil neemt dit water om niet uit Gods stroomen; Die zalving wijdt ieder, die Christen zich heet. Schroom de Hellevaart niet, wil ten Loutringberg stijgen, En ook gij kunt die mijter en krone u verkrijgen! Vorige Volgende