Hesperiden. Nieuwe poëzie in den avond des levens(1888)–J.P. Hasebroek– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 39] [p. 39] Aan een scheidenden vriend, met mijn portret. 't Papier Toont hier Mijn beeld Herteeld. 'k Gaf wat Ik had. Men trof Mijn stof, In 't kort Verdord. Nu toch Ben 'k nog; Straks sneeft, Wat leeft; Straks zinkt, Wat blinkt; 't Gelaat Vergaat; Al 't zicht- bre zwicht. Slechts 't Woord Duurt voort, En hecht En vlecht Een band Tot 't land, Waar 't hart Geen smart, Die scheidt, Beschreit, Waar 't licht Nooit zwicht, Nooit sterft, Wie 't erft.... Wacht maar Tot dáár! Vorige Volgende