Eenighe gheestelijcke liedekens
(1612)–J. Jacobsz. Harlingen– AuteursrechtvrijNae de wyse: Reyn Maechdelick pylaar.
| |
[Folio 5v]
| |
Ga naar margenoot+Die leeft nae der natueren,
Hoe gherechtich ofte puere
T'wort noch ghelaeckt,
Gods Gheest niet eens ghesmaeckt,
Maer heel versaeckt:
Ga naar margenoot+Staet noch Romeynen acht,
Ga naar margenoot+Wie dat hier niet verwurven // heeft
Des Heeren Gheest, verdurven // leeft,
Ga naar margenoot+En vaert in d'Helsche gracht,
Ga naar margenoot+Waermen eeuwelijck smacht.
3.
Ghelijck hier is ghemelt
Wedergheboort en Gheeste,
Hier by oock stelt
Ga naar margenoot+Het oprecht Gheloof,
Ga naar margenoot+Al u werck minst en meeste,
Ga naar margenoot+Offerhand, hooghe Feeste,
Ga naar margenoot+Paulus doet cont,
Ga naar margenoot+Sonder Gheloof ist sont,
En seyt gaet ront
Ga naar margenoot+Hebreen elf staet,
Sonder Gheloof hoe clachelijck
Wert niemant God behagheijck,
Ga naar margenoot+Daer is anders gheen raet,
Ga naar margenoot+Hier ghelt gheen schoone praet.
4.
Tot dese saken doet
Ga naar margenoot+Dat Liefde niet ontbreke,
Ga naar margenoot+Het beste goet
Nau vele deuchden claer,
| |
[Folio 6r]
| |
Al waert dat ick conde spreken
Als menschen, liet niet ghebreken,
D' Enghelen schaerGa naar margenoot+
Int Woort te volghen naerGa naar margenoot+
T'ghelt niet een haer,
Dit is Paulus bediet,
Al gaf ick goet en panden // veel,
En liet mijn lichaem branden // heel,Ga naar margenoot+
Sonder de Liefde siet
Ist altemael om niet.
5.
Iohannus drie besiet,Ga naar margenoot+
Wie uyt God is gheboren
Die sondicht niet,Ga naar margenoot+
Hier is moetwil ghement,Ga naar margenoot+
Wildy niet zijn verlorenGa naar margenoot+
Soo gaet u selfs besporen,Ga naar margenoot+
Niet en verneentGa naar margenoot+
V sonden maer beweent,Ga naar margenoot+
Sucht ende steentGa naar margenoot+
Over u broossche staet,Ga naar margenoot+
Salich zijn die bedroeven // seer,Ga naar margenoot+
Met alle die behoeven // meerGa naar margenoot+
Wee die lacht is versaet,Ga naar margenoot+
Met al die comt te laet.Ga naar margenoot+
6.
Aldus en can Gods GheestGa naar margenoot+
Gheen Werelts mensch ontfanghenGa naar margenoot+
En sy gheneest
Der quatwilligher gheen,7
| |
[Folio 6v]
| |
Ga naar margenoot+Maer die met groote verlanghen
Ga naar margenoot+Gheestelijck volghen haer ganghen
Betrachten met een
Ga naar margenoot+'s Gheestis vruchten alghemeen,
Zijnde seer reen
Ga naar margenoot+Galaten vijf ghetelt
Liefde, vreuchd, vreed, lanckmoedicheyt,
Vriendelijck al met goet // gescheyt
Vint ghy u dus ghestelt,
Ga naar margenoot+T'rijck crijcht ghy met ghewelt.
7.
Ga naar margenoot+Neemt nu t'gheloove voort
Ga naar margenoot+Wt het ghehoor ghecomen
Ga naar margenoot+Van Godes Woort,
Ga naar margenoot+Het hert makende claer,
Waer door dat alle vromen
Ga naar margenoot+Soo 't Petrus ons gaet noemen,
Bewysen haer
Met veel deuchten aldaer,
Ga naar margenoot+t'Perijckel swaer
Ga naar margenoot+Haer daer niet af berooft,
Ga naar margenoot+Door 't Gheloof sy betrouwen // sterck
Daer men niet can beschouwen // t'werck
Ga naar margenoot+Noyt mensch heeftet ontclooft,
Ga naar margenoot+T'welck God ons heeft beloofd.
8.
Soeckt mede te verstaen
Ga naar margenoot+Den aert der Liefden gloedich,
Ga naar margenoot+Daer in te gaen
Ga naar margenoot+Terwijl u God gheeft tijdt,
| |
[Folio 7r]
| |
De Liefde is lanckmoedich,Ga naar margenoot+
Vriendelijck ende goedig,
Niemant benijt,
Met schalckheyt niet en strijdt,
Van haer is wijt,
Opgheblasentheyt siet,
De Liefd is niet bedriechelijck,
Sy soecket haer niet criechelijck,Ga naar margenoot+
Goet doen haer niet verdrietGa naar margenoot+
Erch te doen dencktse niet.
9.
Dit staet te samen stijf
Sonder dat hier yet misse
Galaten vijf,Ga naar margenoot+
In Christo Iesu mercktGa naar margenoot+
Ghelt besneden ghewisse,Ga naar margenoot+
Noch onbesnydenisseGa naar margenoot+
Maer t' Gheloof sterckt,
T'welck door de liefde werckt,
Dit onbeswerckt
Leeft een Capittel voortGa naar margenoot+
Dat is een creatuere // nyGa naar margenoot+
Na ons meeningh dit puere // sy
Met gheheel Schrifts accoort
Die rechte wedergheboort.
10.
Roept tot God om zijn GheestGa naar margenoot+
En zijns Woorts informacy
Lucas ellef leest,Ga naar margenoot+
Galaten drie betracht.Ga naar margenoot+
| |
[Folio 7v]
| |
Hier door gheeft God zijn gracy
Door s'Gheloofs perdicacy
Ga naar margenoot+En door s'Gheests cracht
Wort dit alle volbracht,
Neerstich u wacht
Al was rebel elcks aert,
Ga naar margenoot+Gheloovich 'twoort seer crachtich // strijt
Ga naar margenoot+In u ghebedt aendachtich // zijt,
Ghy wort wederghebaert,
Door t'Woort en Gheest verclaert.
11.
Ga naar margenoot+Tittel noch stip veracht
Ga naar margenoot+Van alle Gods gheboden,
Ga naar margenoot+Maer dach en nacht
Ga naar margenoot+Hout daer op u ghesicht
Ga naar margenoot+Teghen dit, t'zijn Afgoden,
Ga naar margenoot+Al dreychtmen u te dooden
Ga naar margenoot+Acht u verplicht
Ga naar margenoot+Te wandelen int licht,
Ga naar margenoot+S'menschen ghedicht
Ga naar margenoot+Looft niet hoe 't is van toon,
Ga naar margenoot+T'gheloof door Liefde wercken // moet
Ga naar margenoot+God zijn gheboort dus stercken // doet,
Ga naar margenoot+En gheeft een croon, seer schoon
Ga naar margenoot+In s'Hemels troon // te loon.
|
|