Eenighe gheestelijcke liedekens
(1612)–J. Jacobsz. Harlingen– Auteursrechtvrij
[Folio 2r]
| |
Nae de wyse: Reyn Maechdelijck Pylaer.
| |
[Folio 2v]
| |
Ga naar margenoot+God haer al heeft gheschent,
Ga naar margenoot+Dus sober en sachtmoedich // strijt
Ga naar margenoot+Barmhertich ende goedich // zijt
Ga naar margenoot+Want wat oyt ooch bekent,
Ga naar margenoot+Dat sal al nemenGa naar margenoot*ent.
3.
Claer blijckt doch dit verstant,
Ga naar margenoot+Dat de Vaders verlieten
Egypten Landt
Ga naar margenoot+Met vreuchden allegaer,
Ga naar margenoot+Maer doen haer quick verdrieten
Ga naar margenoot+Te doen dat God haer hieten,
Ga naar margenoot+Verdeed hy haer,
Ga naar margenoot+Ey merckt zijn oordeel swaer,
De Kinders maer
Ga naar margenoot+Was goedt noch quaet ontrent,
Ga naar margenoot+Die liet hy int Lant vueren // al,
Ga naar margenoot+T'voorbeelt dat eeuwich deuren // sal,
Ga naar margenoot+Want wat oyt ooch bekent
Ga naar margenoot+Dat sal al nemen ent.
4.
Ga naar margenoot+Kinderen hoort het Rijck
Ga naar margenoot+Wt louter Gods ghenade,
Ga naar margenoot+Elck hem ghelijck
Ga naar margenoot+Een kindt doch ommekeer,
Ga naar margenoot+Verstaet alleen int quade,
Ga naar margenoot+Int goedt Mannen van dade,
Ga naar margenoot+Dits Christi Leer,
T' is oock Pauli begeer
Met allen seer
| |
[Folio 3r]
| |
Noch blijft de Werelt blent,
Laet ons dees kintsheyt dryven // vry,
Soo sal ons t'eeuwich blyven // by,
Want wat oyt ooch bekentGa naar margenoot+
Dat sal al nemen ent.Ga naar margenoot+
5.
Al in der jonghe jeuchtGa naar margenoot+
Elck hem dit jock begheve,Ga naar margenoot+
Met enckel deuchtGa naar margenoot+
Tot dat hy worde grijs,Ga naar margenoot+
Soo can hy lijdtsaem leven,
Trenorum drie het schreven,Ga naar margenoot+
Een costelijcke prijs,Ga naar margenoot+
Te buyghen t'groene rijs,
In't wellick wijs
Dan God zijn gaven sent,
Gaetmen hem seer benyden // dan,
Omt eeuwich weer, hy 't lyden, can,
Want wat oyt ooch bekent,Ga naar margenoot+
Dat sal al nemen ent.Ga naar margenoot+
6.
Besiet nae Paulus raet,Ga naar margenoot+
Betrachtet doch het beste,Ga naar margenoot+
V eyghen baet // Sal daer uyt comen voort,Ga naar margenoot+
Collossen drie int lesteGa naar margenoot+
T' begin Ephesien t'seste,Ga naar margenoot+
Die selfde oortGa naar margenoot+
In Deuteronomy hoort // Tot u confoort,Ga naar margenoot+
Oock tot u Kinders went,Ga naar margenoot+
Dat elck zijn Ouders eere // mient,Ga naar margenoot+
| |
[Folio 3v]
| |
Ga naar margenoot+Dat ghy tsamen den Heere // dient,
Ga naar margenoot+Want wat oyt ooch bekent
Ga naar margenoot+Dat sal al nemen ent.
7.
Beyd Abraham en Ely
Ga naar margenoot+Laet elck zijn ons exempel,
D'eene was vry,
Ga naar margenoot+Maer d'ander heel bevleckt,
Abrahams huys Gods Tempel
Ga naar margenoot+Sonder vleck ofte rempel
Ga naar margenoot+Leert hy perfeckt
Ga naar margenoot+God te dienen subjeckt:
Eli vertreckt
Ga naar margenoot+Die straf valt in ellent,
Laet ons het eene wesen // leer,
Maer laet ons t'ander vreesen // seer,
Ga naar margenoot+Want wat oyt ooch bekent
Ga naar margenoot+Dat sal al nemen ent.
8.
In die Historie claer
Daniels en Susanna
Leest men van haer
Ga naar margenoot+Schoon God vreesende net,
Ga naar margenoot+Israel ghebruyckten Manna,
Ga naar margenoot+Vyerich ghebeden Anna
Ga naar margenoot+Haer Ouders bet
Ga naar margenoot+Bruyckten aen haer Gods Wet,
Elck hier op let
Ga naar margenoot+Dat nu gheensins present
Ga naar margenoot+D'ouders als stomme honden // zijn,
| |
[Folio 4r]
| |
En Kinders ongebonden // Swijn,Ga naar margenoot+
Want wat oyt ooch bekentGa naar margenoot+
Dat sal al nemen ent.Ga naar margenoot+
9.
Soot alle sal vergaenGa naar margenoot+
Wat hier ooghen beschouwen,Ga naar margenoot+
Is mijn vermaenGa naar margenoot+
Datmen 't eeuwich nae-jaecht,Ga naar margenoot+
Al soumen hier benouwenGa naar margenoot+
Beyde kinders en ouwen,Ga naar margenoot+
Lijf, leven niet beclaecht,Ga naar margenoot+
V neerstich draecht,Ga naar margenoot+
Self en u kinders ment,
En ghy haer niet hier in // verschoont,
Het sal eeuwelijck zijn // gheloont,
Want wat oyt ooch bekentGa naar margenoot+
Dat sal al nemen ent.Ga naar margenoot+
10.
Dochter heel jonck ghejaert
Voecht uwe gantsche leven
Nae Christi aertGa naar margenoot+
Soeckt God en s'Vaders eer,Ga naar margenoot+
In Syrach drie beschreven,Ga naar margenoot+
Ende in Marcus sevenGa naar margenoot+
Leest dese Leer,Ga naar margenoot+
Noch in veel plaetsen meer,Ga naar margenoot+
V daer toe keer,Ga naar margenoot+
Mijn Liedt hier niet en kent,
Soo sal door uwe deuchden // saen,Ga naar margenoot+
| |
[Folio 4v]
| |
Ga naar margenoot+Ghy en u Ouders vreuchd ontfaen,
Ga naar margenoot+Want wat oyt ooch bekent
Ga naar margenoot+Dat sal al nemen ent.
11.
Ga naar margenoot+Raguels Dochter plein,
Sara ginck mee haer naem stellen,
Die hielt haer reyn
Aen lichaem ende gheest
Ga naar margenoot+Sy en liet haer niet tellen
Ga naar margenoot+By Maechden noch Ghesellen in eenich feest
Ga naar margenoot+Daermen God niet en vreest,
Ga naar margenoot+Dit selve leeft
Ga naar margenoot+En gheeft doch gheen consent,
Ga naar margenoot+Tot ontucht spelen // ydelheyt
Vant eeuwich veel besyden // leyt,
Ga naar margenoot+Want wat oyt ooch bekent
Ga naar margenoot+Dat sal al nemen ent.
12.
Ga naar margenoot+Tittel, letter noch woort
Ga naar margenoot+Als ghy nu tot u dagen
Ga naar margenoot+Zijt comen voort,
Ga naar margenoot+Overtreet moetwillich niet,
Ga naar margenoot+Liever onschuldich slaghen
Ga naar margenoot+Hier lanckmoedich verdraghen,
Ga naar margenoot+Soo 't God toeliet
Ga naar margenoot+Dan eeuwich int verdriet,
Ga naar margenoot+Hier op doch siet,
Ga naar margenoot+Hout u altijt absent
Ga naar margenoot+Van alle spottelijcke // jeucht,
| |
[Folio 5r]
| |
Altijt met Goddelijcke // deucht,Ga naar margenoot+
Verciert u pertinent,
Nu heeft dit Liedt een ent.Ga naar margenoot+
|
|