De geuzen
(1943)–Onno Zwier van Haren– Auteursrecht onbekend
[pagina 372]
| |
Drie en twintigste zang.aant.aant.1.[regelnummer]
ô Seraphiems! Zelfstandigheeden,Ga naar voetnoot1.
Die stadiglyk by 't Eeuwig Licht,
Op onse Aardkloots donkerheeden
Zomtyds laat vallen uw gezicht!Ga naar voetnoot4.
5.[regelnummer]
Als aan uw oog, de Deugd op Aarde
Zig toond in hare volle waarde,
Voeld dan uw weesen meerd're vreugd?Ga naar voetnoot7.
Of is 'er, op der menschen paaden,
In hare leevenswys', en daaden,
10.[regelnummer]
Het minste niet dat u verheugd?
Uw oog, voor duizenden van jaaren,
Eer nog de tyd voor menschen liep,Ga naar voetnoot12.
Als nagt en dag gemengeld waren,
Als Eloiîm ons wereld schiep;Ga naar voetnoot14.
15.[regelnummer]
Uw oog vernam hoe waat'ren vloodenGa naar voetnoot15-16:
En plaats aan droogt' en Landen booden,
Ons licht verschynen op Syn woord!Ga naar voetnoot17.
Ons Gloob haar eerste kracht ondekken,Ga naar voetnoot18.
En selv' getrokken, weder trekken,
20.[regelnummer]
Die Son, by welke sy behoord!
| |
[pagina 373]
| |
Gy zaagt den God der Cherubynen,Ga naar voetnoot21.
Den Schepper van 't verbaasend Zwerk,
Syn Almacht weder doen verschynen
In dit, zo klein, en minder, werk!Ga naar voetnoot24.
25.[regelnummer]
Maar als de mensch, aan d'aard' gegeeven,Ga naar voetnoot25.
De ziel vertoonde met het leeven,Ga naar voetnoot26.
Dat uw oplettendheid vernamGa naar voetnoot27.
Dat in die straal van 't Godlyk Weesen,Ga naar voetnoot28.
d'Onsterflykheid al was te leesen,
30.[regelnummer]
En 't menschdom na by d'Eng'len kwam;
Dat by die ziel huysveste ReedenGa naar voetnoot31.
Tot maatiging van heete drift,
Op dat in 't wys bestier van zeeden
Het kwaade zaad kond' uitgezift;
35.[regelnummer]
Van deese tyd zyn 's menschen zaaken
Ook niet onwaardig u te raaken:Ga naar voetnoot36.
Sy stooren nimmer uw geneugd;
Dog uw', omtrend, volmaakte oogenGa naar voetnoot38.
Zien dwaalingen met meededoogen
40.[regelnummer]
En 't deugdzaam hart niet zonder vreugd.
Maar welk' is van de Schouw-tonneelenGa naar voetnoot41.
Die 't menschdom aan uw oog ondekt,Ga naar voetnoot42.
't Geen u het minste kan verveelen
Of allermeest genoegen wekt?
45.[regelnummer]
Het is, wanneer de Moeders borsten
| |
[pagina 374]
| |
Verzagten eigen kind'rens dorsten,
En voeden 't kroost dat God haar gaf!
Als sy, haar teed're zuigelingen,
Bewaard voor melk van vreemdelingen,Ga naar voetnoot49.
50.[regelnummer]
En weigerd aan 't ontydig graf!Ga naar voetnoot50.
Gelukkig hy! aan wien in leeven
De Voorspoed zelv' dit deede zien;
Aan wien de Godheid heeft gegeeven
Een Vrouw die driften kan gebiên;
55.[regelnummer]
Die hare jeugd en jonge jaaren
Voor hare kind'ren durfde spaaren;
Die, by de dart'le Rey gelaaktGa naar voetnoot57.
De Weeld' en Wereld zal verachten,Ga naar voetnoot58.
Die streng haar plichten gaat betrachten,
60.[regelnummer]
Die zagt, haar huys een Hemel maakt!
Wie kan 't genoegen ooyt bezeffen,
Van hem die zulk een lot geniet?
Die, als de Nyd en Haat zig heffen,
Om zig, de stille Deugden ziet!Ga naar voetnoot64.
65.[regelnummer]
Maar hoe, reeds bloosen uwe koonen!
Ik zal die zeedigheid verschoonen,
ô Adeleid'! ik noem niet wien;Ga naar voetnoot67.
Dog voeld men 't vuur in versen gloeyen,Ga naar voetnoot68-70:
Zo hart, en woorden, zamen vloeyen,
70.[regelnummer]
Ik schilder 't geen myn' oogen zien!
| |
[pagina 375]
| |
Sy zien wel niet die frisse wangen,
Daar roos en lely voor verdween;Ga naar voetnoot72.
Daar by de schoonheid, jeugd gevangen,Ga naar voetnoot73.
En veertig jaar gekeetend, scheen!
75.[regelnummer]
Maar nog is voor myn oog gebleeven
Uw zoet, en vriend'lyk, meede-leeven,Ga naar voetnoot76.
Uw weldoend' inborst, heusche mond!Ga naar voetnoot77.
Dus koomt, na Phebus gulde straalen,Ga naar voetnoot78.
De Maan in silv're luister praalen,
80.[regelnummer]
En çierd een lieflyk' Avondstond!
Misschien dat Haat, in korte dagen,Ga naar voetnoot81-84:
(In Nêerlands rust!) en Man, en Vrouw,
Door moorden doed ten grave dragen
Gevolgd door zeven kind'ren's rouw!
85.[regelnummer]
Zo egter myne Lier mag leeven,
En 't lydend hart tyd-korting geeven,
Of ooyt kan sussen ongeneugd;
Gun dan, ô gy! dien Nyd dêe bukken,Ga naar voetnoot88.
Een zucht aan beider ongelukken;
90.[regelnummer]
Een traan aan Adeleide's deugd!
Maar wyl myn Zang-Godin gaat dwaalen
Vertoond de dag syn helder licht,
De nagt, de storm, de golven daalen,
En met de morgen ryst de plicht.
95.[regelnummer]
De takels hyssen uit de scheepen
| |
[pagina 376]
| |
Al wat in Ruymen is begreepenGa naar voetnoot96.
Of tusschen Dekken zig bevind.
Die tyden toonden alle handen
Eerst zorgen voor het deel der Landen,Ga naar voetnoot99-100:
100.[regelnummer]
En dan voor 't geen een ieder wint.
Nu ziet de ruwe Nederlander,
By 't oopenen van elke laag,
En brengd op stranden, door elkander,
Aurora's giften aan de Taag!Ga naar voetnoot104.
105.[regelnummer]
Een gryse Zeeman, die voordeesen
Wel reisde met de Portugeesen,
Legd thans de jonge Zeeuwen uit,
Wat al geraakt', in hunne handen,
Van allerkostelykste panden,
110.[regelnummer]
En ieder Land van deese buit.
Dit 's Aloë, zegd hy, gekoomenGa naar voetnoot111
Zocotora, van uw Gebied!Ga naar voetnoot112.
En deese Balsem is genoomen,
Daar Mecca jaarlyks Pelgrims ziet!Ga naar voetnoot114.
115.[regelnummer]
De Arabiêr gebruikt die boonen,Ga naar voetnoot115.
Die zig voor drank aan u niet toonen,
Maar eer voor eeten in de nood:
De honger, deed die boonen zengen,
De Weelde, tot een drank vermengen,
120.[regelnummer]
Daar Mahomet de wyn verbood.Ga naar voetnoot120.
| |
[pagina 377]
| |
Dit goud heeft Mozambiecq gezonden,Ga naar voetnoot121.
Sofàla voegd 'er 't hare by;Ga naar voetnoot122.
Coama, gift van uwe monden,Ga naar voetnoot123.
Zo ryk in goud en slaverny!
125.[regelnummer]
Dees' Amber, om voor reuk te branden,Ga naar voetnoot125.
Spoeld' aan op Madagascar 's stranden!Ga naar voetnoot126.
Merkt Siams Rottingen verspreid!Ga naar voetnoot127.
Die meenigte van Peeper-baalen
Ging 't schip aan weêrzyds oever haalen,Ga naar voetnoot129.
130.[regelnummer]
Daar Sincapoera 't Oosten scheid!
*[regelnummer]
Zie bloem, en krans, op Chitzen zwieren,Ga naar voetnoot131.
In purper-rood, en blauw, of groen;
En, onuitwisbaarlyk, verçieren
Het, eindeloos bewerkt, Catoen!
135.[regelnummer]
Maar waar toe helpt de pragt van kleeden,Ga naar voetnoot135-140:
In 't Land, daar wel gemaakte leeden,
Daar Jeugd, en Schoonheid, niet bespaard?Ga naar voetnoot137.
Daar wreed gebruik, verpligt de Vrouwen,
In 't graf van hare Man te rouwen;
140.[regelnummer]
Daar vlam de dood en 't leeven paard!
| |
[pagina 378]
| |
Proev' deese bast, gering voor d'oogen!Ga naar voetnoot141.
Hoe aangenaam op uwe tong!
Geen kruid had immer meer vermoogen,
Als zwakheid, menschen hart bevong!Ga naar voetnoot144.
145.[regelnummer]
Negombo ziet de Cingaleesen,Ga naar voetnoot145.
Voor Portugal, die schorssen leesen,Ga naar voetnoot146.
En eens misschien voor Neederland;
Zo uwe moed, zo ver gedreeven,
Twee keer verby de Lyn durfd streeven,Ga naar voetnoot149.
150.[regelnummer]
En onse Vlag op Gale plant!Ga naar voetnoot150.
Golconda gaf uit hare MynenGa naar voetnoot151.
Die steentjes welk' het Sonne-licht,
Met nieuwe glans doen wederschynen,
En flikkeren voor uw gezicht!
155.[regelnummer]
Veelligt dat ook in korte jaaren,
De Diamant alhier, de hairen,
Of borst der Vrouwen, çieren zal!
Dit zyn de vrugten der Maldieven,Ga naar voetnoot158.
Die honger en die dorst gerieven!
160.[regelnummer]
Zie daar Salpeeter in crystal!Ga naar voetnoot160.
[Dit zoet, uit weelig riet getrokken,
Daar ras 't verheemelt' aan gewend,
Die Siroop, Poeyer, harde brokken,
Die thans en Oost en Westen zend;
165.[regelnummer]
Ter tyd als ik begon te vaaren
| |
[pagina 379]
| |
Zag nog Sicilien vergaaren,
En duur uitdeelen aan Euroop:
Nu zegdme dat d'Antiljes gronden,
Voor Zuyker meer bekwaam gevonden,
170.[regelnummer]
Die waar ons leev'ren beeter koop.]Ga naar voetnoot170.
Die Paarlen, (uwer zeëen Gaaven
Manâar!) zo helder, en zo wit,Ga naar voetnoot172.
Zal Pracht gevlucht van Goa's havenGa naar voetnoot173.
Haast zien in Nederlands bezit!
175.[regelnummer]
De Bandanees dêe syne NootenGa naar voetnoot175.
Voor u, van hare schil onblooten;
De daag'raads allerverste rand
Zond deese Foelie en Muscaaten,Ga naar voetnoot178.
De Nagel heeft Ambon verlaaten,Ga naar voetnoot179.
180.[regelnummer]
En Hito's kust, voor Walch'rens strand!Ga naar voetnoot180.
Zelfs China 't geen drie duizend jaaren
Haar Grensen sloot, en hare Zee,
Bied hier Kim-tè-tsjims brosse waaren,Ga naar voetnoot183.
Bied hare Zyd', en hare Thee!.
185.[regelnummer]
De Boeginees, voor u, ging zoekenGa naar voetnoot185.
| |
[pagina 380]
| |
In Gilolo's, en Arauw's hoeken,Ga naar voetnoot186.
Die Nestjes uit het schuim gemaakt!
Gelukkig Nêerland! zo de zeeden
Niet wyken voor Wellustigheeden
190.[regelnummer]
Zo Wulpsheid niet met rykdom naakt!Ga naar voetnoot190.
|
|