De geuzen
(1943)–Onno Zwier van Haren– Auteursrecht onbekend
[pagina 334]
| |
Achttiende zang.aant.aant.1.[regelnummer]
Intusschen hoord men melding maakenGa naar voetnoot1.
Van scheepen boven wind in 't Noord!
Die tyding schynd geen rust te raaken,Ga naar voetnoot3.
En stoord de vreugde niet aan boord.
5.[regelnummer]
Wat is van Zeelands kant te schroomen,
Daar loopen uit drie groote stroomen,Ga naar voetnoot6.
Is 't wonder dat men zeyllen ziet?
't Zyn Afgezondene van Steeden
Die koomen met geschenk, of beeden,
10.[regelnummer]
Voor hem die onse Vloot gebied.
Romero voegd by moed en jaaren
De zorgen van voorzigtigheid;
En weet dat in de Vlaamsche baaren
De Geusen kunnen zyn verspreid:
15.[regelnummer]
ô Landvoogd, zegd hy, deese Kusten
Zien altemets den Geus ontrustenGa naar voetnoot16.
De ryke Kiel van hulp berooyd;Ga naar voetnoot17.
De toezicht past voor Gaats en Gronden,Ga naar voetnoot18.
De Lisbons Vloot met ons gezonden,
20.[regelnummer]
Legd ver in 't West, en legd verstrooyd!
Hy speurd op nieuws: en oordeeld anders;
Hy roept, daar 's oorlog voor de hand!Ga naar voetnoot22.
Die Wimpel is van Nederlanders,
Maak alles klaar voor tegenstand!
25.[regelnummer]
Medina grimlacht: ons belangen,Ga naar voetnoot25.
| |
[pagina 335]
| |
Zegd hy, is ieder zagt t' ontvangen,
Al is 't Gezandschap al wat groot!
En zo s' als Vyand mogten koomen
Men kan haar boose wil betoomen
30.[regelnummer]
Op roeyersbanken van de Vloot!
De jonge Spaansche Hoovelingen
Verheffen 't lacchen in den top;Ga naar voetnoot32.
En deese scherst, wyl and're zingen,
Romero haald de schouders op!
35.[regelnummer]
Maar fluks gaat in de lucht weergalmen,
Aan schoot en brassen, zonder talmen!Ga naar voetnoot36.
Daar koomt de Lange van ter Veer!
Ontbind de Fok; haal uit haar vouwen!Ga naar voetnoot38.
Maakt los Besaan! kap ankertouwen,Ga naar voetnoot39.
40.[regelnummer]
Hier is geen tyd van winden meer!
Want Neêrlands Vloot met spoed gedreeven,
Voor winden vliegend' en voor stroom,
Heeft reeds de Bloedvlag opgeheeven,
En vuld nu 't fierste hart met schroom!
45.[regelnummer]
De woed' en wraakzucht is te leesen
In ieders wild en schuimend weesen;
Maar woede die geen warring maakt.Ga naar voetnoot47.
Elk luistert stil na 't geen beveelen,
De Hoofden kundig last te deelen;Ga naar voetnoot49.
50.[regelnummer]
Elk kend het touw door hem geraakt!
| |
[pagina 336]
| |
Elk weet de plaats daar hy zal sterven
Zo deese dag syn Land verraad,
Of eeuwig duurend roem verwerven,
Zo 't Lot de Vryheid niet verlaat!
55.[regelnummer]
Op ieder boord staan jongelingen
Gereed in 's Vyands schip te springen;
Haar regter voet is reeds om hoog!
De enterbyl is in de handen,
Men hoord van verr' gekners der tanden,
60.[regelnummer]
En vonken tint'len uit haar oog!
[Aldus, wanneer uit Atlas hoolen,Ga naar voetnoot61.
De hongerige berg-leeuwin,
Aan hare kroost tot hier verschoolenGa naar voetnoot63.
In eerste jagt, toond kost-gewin;
65.[regelnummer]
Dan zien de Mauritaanse zanden,Ga naar voetnoot65.
Door beeken bloed op groene landen,
Wel haast der jonge leeuwen moed.
Niets kan 't omweidend vee beschutten,Ga naar voetnoot68.
Nog Herders staf, nog vlucht, nog hutten,
70.[regelnummer]
Nog kreet die Tingis yzen doed!]Ga naar voetnoot70.
Maar hoe gezwind door lucht en baaren
De Noorde Wind de scheepen draag',
De Lange, hitzig na gevaaren,Ga naar voetnoot73.
De Lange vind de snelste traag!
75.[regelnummer]
Wie zal voor hem het eerste bukken?
Hy ziet een schip van zestig stukken,
Hy wysd, en roept, dat 's onse man!Ga naar voetnoot77-80
De Stuurman zonder 't Roer te stueren,Ga naar voetnoot78.
Hervat, dat zal aan u gebeuren,
80.[regelnummer]
Zo kunst en moed het minste kan!
| |
[pagina 337]
| |
Cano heeft allereerst begreepenGa naar voetnoot81.
't Gevaar by d'and'ren niet gevreesd,Ga naar voetnoot82.
Syn boord is ook voor alle scheepen,
En 't eerst gereed en klaar geweest.
85.[regelnummer]
De Lang' is niet op zy gekoomen
Of 't vuuren heeft begin genoomen,
De laag gaat los als eene schoot;
Terwyl Trompetten, van 't Campanje,Ga naar voetnoot88.
Verspreiden 't liedje van Oranje,
90.[regelnummer]
De vreugd', en 't teeken van de dood!
De eerste laag doed alles beeven!
De Lange wend; en zo terstond
Is ook de tweede laag gegeeven
De Spanjaard zinkt, en gaat te grond!
95.[regelnummer]
En niets, Cano, behield uw leeven,
Nog uwe Naam op Zee verheeven,
Nog 't wapen dat uw Vader won;
Wanneer hy, d'eerste, door de baarenGa naar voetnoot98.
Bestond de Aarde rond te vaaren
100.[regelnummer]
En d'Adel van syn Huys begon!
Die na Cano koomt op laveeren,
Guzman, is' Spanje's eedelst bloed:Ga naar voetnoot102.
Hy bragt, om scheepen te regeeren,
Geboort' en onervaaren moed!
105.[regelnummer]
[In fulpen armstoels rust gezeeten,Ga naar voetnoot105-106
| |
[pagina 338]
| |
Schoon 't hart heeft Leonoor vergeeten,
Schryft syne geest aan Leonoor;
En peynsd terwyl, of niet damasten
In 't goud van deese Caders pasten,Ga naar voetnoot109.
110.[regelnummer]
Veel beeter als dit effen moor.Ga naar voetnoot110.
Wel haast in Vlaams', of Zeeuwse Haven,
Zal stryden ieder Spaans Captein
Wie prachtiger Festeinen gaven;
Hy heeft Vermeil en Porcelein.Ga naar voetnoot114.
115.[regelnummer]
Syn gulde Sloup zal Dames haalen
Van Vlissings kaay, of Sluyse paalen
Met zestien Roeyers, man voor man
Uit vyftig Negers uitgekooren,
De zilv're halsband çierd die Mooren,
120.[regelnummer]
En praald met Wapen van Guzman.
De Zeeuwse Vrouwen onbedreevenGa naar voetnoot121.
In Scheepen, Hoofs-gewys gemaakt,Ga naar voetnoot122.
Gaan ieder zonder uitstel streeven,
Dat d'eerste noodiging haar raakt:
125.[regelnummer]
Hoe zullen d'allerschoonste letten
Op trots Livrey van acht Trompetten,
Gehoord by proef van Malvoisi;Ga naar voetnoot127.
Of dan, als in Cajuit gekoomen,
In 't watte kooytje zal vernoomen,
130.[regelnummer]
d'Americaanse Colibri!
Zal thans Medina Landvoogd weesen,
Na hem gewislyk dat ik koom!
Welk meededinger is te vreesen,
Van beeter Huys, en minder schroom?]
135.[regelnummer]
Zo ras de Bloed-Vlag is vernoomen
| |
[pagina 339]
| |
Last hy, om tegen wind en Stroomen
De Beed'laars in 't gemoet te gaan;Ga naar voetnoot137.
Hy meend dat syne Zêe-lien vlieden,
Om dat, hoe fors hy mag gebieden
140.[regelnummer]
Niet straks alom de zeyllen staan!
Guzman, vergeefs wil plicht betrachten;
Hy vind nu loon van hovaardy,
En leerd te laat om meer te achten
De Geusen thans op syne zy!
145.[regelnummer]
Men gaat aan 't breeken, aan 't ontbinden,Ga naar voetnoot145.
Men kan het nodige niet vinden,
Dog al 't onnodig is voor hand;
En wyl men raast in alle taalen
En beezig is om kruit te haalen
150.[regelnummer]
Is 't onderschip in volle brand!
De tegenstrydige beveelen
Die Moed en Kunde telkens geeft,
Beletten deese brand te heelen,
Die stadig nieuwe voortgang heeft.
155.[regelnummer]
De Zeeuw, die 's Vyands volk, in hoopen,
Ziet wild'lyk door elkander loopen,
Roept uit, klampt aan! dit schip is prys!
Maar teffens hoord men and're stemmen,
Wacht u, de scheepen zâem te klemmen,
160.[regelnummer]
Merkt aan de rook, en 't naar gekrys!Ga naar voetnoot160.
Elk myd de vlammen die verzengen,
Maar niemand weet waar heen te vliên,
De râas, de boegspriet en de stengenGa naar voetnoot163.
Zyn door de rook niet meer te zien!
165.[regelnummer]
Daar hoord men 't schip in spaand'ren springen,
| |
[pagina 340]
| |
En ziet de damp, die ryst in kringen;
All' 't and'r' is weg! Guzman verdwynd!
ô Mançanares, uwe boordenGa naar voetnoot168.
Die syne Luyth zo dikwyls hoorden
170.[regelnummer]
Zien nimmer wêer dat hy verschynd!
Zo pronkte by Aurora's traanen,Ga naar voetnoot171.
De Koorenbloem in 't Oogst-Saysoen,
En hief 't hovaardig hoofd in graanen,
Op 't rype geel, en 't traage groen!
175.[regelnummer]
Maar als de Son uit d'Ooster-kimmen,
De heete Middag zal beklimmen
En d' arbeid, seys, aan landman, geefd;
Dan zien de zaemgevoegde gerven,Ga naar voetnoot178.
En bloem, en ayr, en halmen, sterven,
180.[regelnummer]
Eer d' avonds frisse koelte leefd!
Nu gaat in 't Noord-Noord-Westen wenden,
En dwingd den boeg door 't schuimend nat,
De schoonste jongeling die kenden,
Sevilla's Vloed, en hare Stad!Ga naar voetnoot184.
185.[regelnummer]
Men zegd, dat als hy pleeg te koomen
Gûadalquivier, aan uwe stroomen,
Gy 't nydig hoofd om laag verborgd!
En by die lyfs hoedanigheeden,
Had voor Dabréo's geest en zeedenGa naar voetnoot189.
190.[regelnummer]
Syn' teed're Moeder ook gezorgd!
| |
[pagina 341]
| |
[Geworden Weeuw in bloey van dagen,
Geacht in Spanj', aan 't Hof bemind,
Bestond haar grootste welbehagen
In zorgen voor dit eenig kind.
195.[regelnummer]
Met Meest'ren lessen niet te vreeden,
Was Sy 't, die Deugd en zachte Reeden,
Hem daaglyks toond' in eygen Woon;
Niet om de gloriê-zucht te hind'ren,
Maar eenigzins die drift te mind'ren,
200.[regelnummer]
In 't moedig hart van hare Soon.
Sy wouw vergeefs die reys beletten,
En meng'len haar en syn begeer,
Door naast elkanderen te zetten
De zorg voor leeven en voor Eer.
205.[regelnummer]
Sy hoopt, als alle Stervelingen,
De teegenstrydigste der dingen!
Sy wenscht voorzigtigheid, by gloed,
Welspreekenheid, met vreedig leeven,
By sterkte, zin aan rust, te geeven,
210.[regelnummer]
En Krygs-afkeer, aan Helden-bloed.]
Sy bad vergeefs, ô myd de baaren,
ô Waarde Soon, spaar uwe moed,
Tot dat de Ketters hier Altaaren
Ontheiligen door hunne woed'!
215.[regelnummer]
Wat zal uw droeve Moeder baaten
Dat 's Konings ver geleege Staaten,Ga naar voetnoot216
Dat Vlaanderen zal zyn in rust;
Zo ooyt (ô God wees syn behoeder!)
Een yslyk nieuws voor uwe Moeder,
220.[regelnummer]
Koomt overvliegen aan de Kust!
| |
[pagina 342]
| |
Helaas! de Moed in heete jaaren
De roem, en glorie, van syn Stam,
Behaald in d'Indische gevaaren
Toen Albukerk Malacca nam;
225.[regelnummer]
Die syne daaden zal verzellen!
De raad, en 't voorbeeld van gezellen,
Des Konings gunst, des Konings macht;
Dit alles, deede bliêr bereiden,Ga naar voetnoot228
De reys, die hem ter dood zal leiden
230.[regelnummer]
In weerwil van de Moeders klacht!
|
|