De weerliicke liefden tot Roose-mond
(1956)–Justus de Harduwijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 119]
| |
XXXI.Och armen minnaer! och! beter waert ghy ghevaeren,
Dat-ghe ghetreden hadt in Charons
Ga naar voetnoot2 auden boot;
Eer u de Liefd' eerstmael met sijne schichten
schoot,
En u ionck-iaerigh hert soo listigh quam beswaeren.
5[regelnummer]
Ghy siet wel, hoe hy
Ga naar voetnoot5 doet van allen
kant vergaeren
Ghesucht, gheducht
Ga naar voetnoot6, gheclagh,
mistroosticheyt, en noot,
Ellende, droefheydt, anxst, wanhop', iae selfs de
doot,
Om u aen Roose-Mond spot weerdigh
Ga naar voetnoot8 te verclaeren.
Maer wat claeght ghy, helaes! draeght willigh
Ga naar voetnoot9 dese
pijn,
10[regelnummer]
Met hope dat ghy eens beter ghetroost sult
zijn:
Naer t'suer soo comt het soet, naer druck blijschap gheresen
Ga naar voetnoot11.
Cupido die u heeft soo doodelijck ghewond,
Kan van ghelijcken
Ga naar voetnoot13 oock het hert van Roose-Mond
Doorschieten alst hem lust, en u daer af ghenesen.
|
|