De weerliicke liefden tot Roose-mond
(1956)–Justus de Harduwijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 79]
| |
III.Casteelen sterck-bemuert, en voor d'Helden ghebauwt,
Die paelen totter locht, en t'aerde-rijck vereeren
Ga naar voetnoot2,
Kercken ghesticht om t'lof der Goden te vermeeren,
t'Roomsche tooneel ghemetst tot een gheduncken audt
Ga naar voetnoot4,
5[regelnummer]
Het Mausoleetsche graf, t'welckmen in weerden haudt
Ga naar voetnoot5,
De Boghen
Ga naar voetnoot6 opghericht
tot verdienste der Heeren,
Den Babilonschen torr', met al sijn ommekeeren
Ga naar voetnoot7, En de steen-rootsen steyl, met marmer-berghen caudt
Ga naar voetnoot8,
Casteelen sterck, seggh' ick, kercken, tooneel, graf,
boghen,
10[regelnummer]
Den Babilonschen torr', rootsen, berghen, en
moghen
Ga naar voetnoot10
Altijdt niet weder-staen de sickel vanden Tijdt
Ga naar voetnoot11:
Maer den naem die de Liefd' gheprint
Ga naar voetnoot12 heeft in
mijn herte,
Sal voor dees Wonders sijn berucht breet ende wijdt
Ga naar voetnoot13,
Daer naer
Ga naar voetnoot14 van hier
ghevoert tot in s'hemels ghesterte.
|
|