De weerliicke liefden tot Roose-mond
(1956)–Justus de Harduwijn– Auteursrechtelijk beschermd
[pagina 78]
| |
II.Sit nu tusschen t'ghevlerckt
Ga naar voetnoot2 der wijt-vlieghende Faem :
Naem' die haer t'aller tijt onstervelijck sal maecken.
5[regelnummer]
Is wijts en zijts vermaert door sijn luyt
Ga naar voetnoot6
aenghenaem:
Onsen Ver-linden
Ga naar voetnoot7 oock vindt goet, nut en bequaem
Tot Phyllis lof-ghetuyt op den twee-bergh te waecken
Ga naar voetnoot8.
En ick wil insghelijcx uwen naem,
Roose-Mond,
10[regelnummer]
In dit rond aerds-ghesticht
Ga naar voetnoot10 door mijn dicht maecken cond,
En uwe gaeven rijck aen elcken-een ontbinden
Ga naar voetnoot11.
Verheucht u dan met my, en rijst op u ghemoet
Ga naar voetnoot12.
Door Heins, en door Lernaut, door Bulteel, en
Ver-linden.
|
|