| |
| |
| |
Schoteltjes.
Griesmeelschoteltje.
1 l melk |
40 g boter of minder |
80 g griesmeel |
citroenschil |
60 g suiker |
zout |
1 à 2 eieren |
|
Van griesmeel, suiker, melk, citroenschil en zout griesmeelpap koken (zie blz. 295). De citroenschil verwijderen. De pap afmaken met boter, eidooier(s) en het laatst met het stijfgeklopte eiwit. De massa overdoen in een vuurvast schoteltje, dat niet verder dan voor ¾ gevuld mag worden en in de oven het schoteltje laten rijzen en een bruin korstje geven. Het schoteltje zo kort mogelijk vóór het opdoen bereiden, om inzakken te voorkomen.
| |
Rijstebrijschoteltje.
1 l melk |
40 g boter of minder |
100 à 125 g rijst |
citroenschil of vanille |
60 g suiker |
zout |
1 à 2 eieren |
|
Van rijst, melk, citroenschil of vanille en zout rijstebrij koken (zie blz. 296). Verdere bereiding als griesmeelschoteltje.
| |
Deense rijst.
1 l melk |
100 g bitterkoekjes (± 12 stuks) |
100 à 125 g rijst |
|
60 g suiker |
vanille of citroenschil |
1 à 2 eieren |
zout |
40 g boter of minder |
|
Bereiding als rijstebrijschoteltje. De rijstebrij laag om laag met de bitterkoekjes in een vuurvaste schotel doen. Zorgen dat de bovenste laag uit rijstebrij bestaat.
| |
Tapiocaschoteltje, Sagoschoteltje, Transparantaschoteltje.
1 l melk |
1 à 2 eieren |
125 g tapioca, Siam- of parelsago of transparanta |
40 g boter of minder |
|
citroenschil of een stukje foelie |
1½ dl water |
zout |
60 g suiker |
|
| |
| |
De korrels ± ½ u. weken in het water. Van de geweekte korrels, melk, citroenschil of foelie en zout pap koken (zie blz. 297). Verdere bereiding als griesmeelschoteltje (zie blz. 300).
| |
Macaronischoteltje, Vermicellischoteltje.
1 l melk |
1 à 2 eieren |
150 g macaroni, vermicelli |
40 g boter of minder |
60 g suiker |
citroenschil |
(100 g rozijnen) |
zout |
Van macaroni of vermicelli, melk, citroenschil en zout pap koken (zie blz. 298); naar verkiezing rozijnen meekoken. Verdere bereiding als griesmeelschoteltje (zie blz. 300).
| |
Schuimkop.
Het eiwit zeer stijf kloppen, vermengen met de suiker en als een ongelijke massa op een of andere pap, vla of vruchtenmoes aanbrengen. (Wat suiker er over strooien.) Het gerecht in een zeer weinig warme oven zetten en het schuim droog en bros en iets geelbruin laten worden, ± 1½ u.
| |
Broodschoteltje met krenten en rozijnen (gemengd) I.
200 g oud brood zonder korst |
60 g suiker |
4 dl melk of wat meer |
40 g boter of minder |
(1 à 2 eieren) |
kaneel of geraspte citroenschil |
100 g krenten, rozijnen (en sucade) |
|
|
paneermeel |
De melk aan de kook brengen, brood, boter, suiker, (eieren), gewassen krenten en rozijnen, (klein gesneden sucade) en kaneel of citroenschil er door roeren. De massa overdoen in een vuurvast schoteltje, afmaken met een mengsel van paneermeel, kaneel en suiker en met stukjes boter. Het schoteltje in een matig warme oven gaar laten worden en een bruin korstje geven, ± ¾ u.
| |
Broodschoteltje met krenten en rozijnen (in lagen) II.
200 g oud brood zonder korst |
60 g suiker |
4 dl melk of wat meer |
40 g boter of minder |
(1 à 2 eieren) |
kaneel of geraspte citroenschil |
100 g krenten, rozijnen (en sucade) |
|
|
paneermeel |
| |
| |
Een paar sneetjes brood zo bijsnijden, dat ze een bedekkende laag voor het schoteltje kunnen vormen. Al het brood met boter besmeren. (de eieren uitroeren met suiker) en kaneel of citroenschil en de melk toevoegen. Hierin het brood weken. In een vuurvaste schotel laagjes geweekt brood afwisselen met de schoongemaakte en gewassen krenten en rozijnen (en de gesnipperde sucade). De massa bedekken met de apart gehouden en doorweekte sneetjes brood. Verder afmaken als de vorige broodschotel.
| |
Broodschoteltje met gember.
200 g oud brood zonder korst |
100 g gember |
4 dl of wat meer melk en gemberstroop |
± 30 g suiker |
|
40 g boter of minder |
(1 à 2 eieren) |
paneermeel |
Bereiding als broodschoteltje met krenten en rozijnen I of II. In plaats van krenten en rozijnen kleingesneden gember en wat gemberstroop gebruiken.
| |
Broodschoteltje met appelmoes.
200 g oud brood zonder korst |
40 g boter of minder |
3 dl melk |
1 citroen |
½ kg moesappelen |
paneermeel |
60 g suiker |
|
Dun appelmoes koken en dit afmaken met suiker en zo nodig met citroensap. De sneetjes brood besmeren met boter en weken in een mengsel van melk, wat appelmoes en geraspte citroenschil. De rest van het appelmoes laag om laag met het doorweekte brood in een schoteltje doen. Verdere bereiding als broodschotel met krenten en rozijnen in lagen, II.
| |
Broodschoteltje met rabarber.
Bereiding als broodschoteltje met appelmoes. De appelen vervangen door rabarber en meer suiker en geen citroensap gebruiken.
| |
Broodschoteltje met pruimen, met abrikozen.
200 g oud brood zonder korst |
60 g suiker |
4 dl of wat meer kooknat van de vruchten en melk |
(kaneel of bessensap) |
|
40 g boter of minder |
150 g gedroogde pruimen of abrikozen |
paneermeel |
| |
| |
De vruchten weken en zo nodig zacht koken (zie blz. 266). De pruimen ontpitten. Het brood besmeren met boter en weken in kooknat van de vruchten en melk (en kaneel of bessensap). Verdere bereiding als broodschoteltjes met krenten en rozijnen.
| |
Appelschoteltje (of ander vruchtenschoteltje) met beschuit.
¾ kg moesappelen |
8 beschuiten |
90 g suiker |
40 g boter of minder |
De appelen tot moes koken en dit vermengen met 6 gestampte beschuiten, een deel van de boter en ± 75 g suiker. Het mengsel overdoen in een vuurvaste schotel, bedekken met de rest van de fijn gestampte beschuit en suiker, en stukjes boter er op leggen. Het schoteltje in de oven doorbakken en bruin laten worden. In plaats van appelmoes kan ook moes van andere vruchten of rabarbermoes gebruikt worden.
| |
Brusselsche appelen (Pommes à la Bruxelloise)
(appelschoteltje met soezendeeg).
8 appelen van gelijke grootte |
60 g basterdsuiker |
2 dl melk |
2 à 3 eieren |
60 g boter of minder |
bessengelei |
60 g bloem |
|
De melk met de helft van de boter aan de kook brengen, alle bloem ineens toevoegen en zo lang roeren, tot het deeg soepel geworden is. Van het vuur af de suiker, de rest van de boter en één voor één de eieren er door roeren.
De appelen boren, schillen, in een vuurvaste schotel schikken, de holten vullen met gelei en de appelen met het deeg bedekken.
Het schoteltje in een matig warme oven gaar en lichtbruin laten worden, 1 à 5/4 u. |
|