| |
| |
| |
Nagerechten, zonder melk bereid.
Rijst koken.
200 g rijst |
5 dl water |
zout |
De rijst wassen, opzetten met kokend water en zout en zonder roeren zachtjes gaar koken. Kooktijd ½ u.
Wie de rijst heel droog wenst, doet beter 4 dl water te nemen. Voor grotere porties kan ook minder water genomen worden, b.v. 500 g rijst, 1 l water.
| |
Rijst stomen.
200 g rijst |
3½ à 4 dl water |
zout |
De rijst wassen, met water en zout overdoen in een stoomkokerpan, in een gesloten vorm, b.v. een warme puddingvorm, in een open kom, open dekschaal of kleinere pan zonder deksel. Deze plaatsen in een pan met zoveel water, dat dit niet bij de rijst kan komen. De rijst gaar stomen, ± 1 u.
| |
Rijst stomen in een stoompan.
(geperforeerde pan met deksel, die in een andere pan past).
I. De rijst wassen en met zout en 1½ maal zoveel water koken tot het water nagenoeg is opgenomen, ± ¼ u. De rijst verder gaar laten stomen in de stoompan, ± ½ u.
II. De rijst wassen en overdoen in de stoompan. In de onderste pan zoveel water doen, dat de rijst ongeveer een vingerbreedte onder water staat en ze hierin gaar stomen, ± ¾ u. De rijst af en toe voorzichtig omleggen.
| |
Rijst met krenten of rozijnen.
200 g rijst |
100 g krenten of rozijnen |
6 dl water |
zout |
De rijst gaar koken met water en zout, (zie rijst koken). De schoongemaakte krenten of rozijnen mee laten koken. Wanneer de rijst gaar is, krenten of rozijnen voorzichtig er door mengen.
| |
Rijst met appelen.
200 g rijst |
¾ kg moesappelen |
zout |
8 dl water |
± 60 g suiker |
citroenschil |
De rijst gaar koken met water, zout en citroenschil (zie rijst koken). De geschilde en in partjes gesneden appelen mee laten koken. Wanneer de rijst gaar is, de citroenschil verwijderen, de suiker toevoegen en met de appelen voorzichtig
| |
| |
door de rijst mengen. In plaats van stukjes appelen kunnen geraspte rauwe appelen op het laatst toegevoegd worden.
| |
Rijst met rabarber.
Bereiding als rijst met appelen. De appelen vervangen door rabarber en meer suiker en geen citroenschil gebruiken.
| |
Citroenrijst (6 personen).
100 g rijst |
1½ citroen |
½ l vanillevla |
4 di water |
100 g suiker |
|
De rijst met water en veel citroenschil gaar koken (zie rijst koken). De citroenschil verwijderen, de suiker voorzichtig door de rijst mengen, het citroensap toevoegen als de massa is afgekoeld en alles overdoen in een vlaschaal. Het gerecht bedekken met een laag vanillevla.
Daar dit gerecht koud gegeten wordt, moet de rijst zeer zacht zijn.
| |
Ketan (kleefrijst).
250 g witte ketan |
5 dl water |
zout |
De ketan wassen en met water en zout gaar koken. Kooktijd ± ½ u. Dit gerecht geven met geraspte klapper en stroop van Javaanse suiker. Hiervoor in een pannetje heel weinig water op de stukken suiker gieten en de suiker hierin oplossen. Ook rietsuikerstroop is hiervoor goed te gebruiken.
| |
Havermout, Gortmout of Gerstegrutten met appelen.
60 g havermout, gortmout of gerstegrutten |
± 60 g suiker |
|
zout |
1 l water |
1 citroen |
¾ kg moesappelen |
|
Havermout, gortmout of gerstegrutten gaar koken met water, zout en citroenschil. De geschilde, in dunne partjes gesneden appelen even meekoken of de appelen rauw geraspt er doormengen. Het gerecht afmaken met suiker en citroensap.
| |
Gort met rozijnen.
150 g gort (2 dl) |
75 g rozijnen |
1 l water |
zout |
De gort wassen, een nacht weken en met het weekwater, rozijnen en zout zachtjes gaar koken. Kooktijd 1½ u. De gort geven met boter en met suiker of stroop.
| |
| |
| |
Gort met pruimen.
Bereiding als gort met rozijnen. In plaats van rozijnen 150 g pruimen met de gort weken en koken.
| |
Watergruel.
100 g parelgort |
150 g krenten en rozijnen |
1¼ l water |
100 g suiker |
3 dl bessensap |
pijpkaneel of citroenschil |
De gort wassen, een nacht weken en met het weekwater en pijpkaneel of citroenschil gaar koken. Kooktijd 1½ u. De schoongemaakte krenten en rozijnen ½ u. of langer mee laten koken. De gruel afmaken met bessensap en suiker. Kaneel of citroenschil verwijderen. Het gerecht warm of koud geven. In plaats van gort kan ook gortmout, rijst of havermout gebruikt worden; het weken vervalt dan, terwijl de kooktijd ± ¾ u. wordt of korter voor snelkokende havermout.
| |
Aardbeiengruel.
100 g parelgort, rijst, gortmout of havermout |
250 g aardbeien |
|
2 citroenen |
1½ l water |
± 125 g suiker |
Bereiding als watergruel. De aardbeien niet of even verwarmen. De gruel afmaken met citroensap en suiker (en met wat fijngemaakte aardbeien).
| |
Abrikozengruel.
100 g parelgort, rijst, gortmout of havermout |
200 g gedroogde abrikozen |
|
2 citroenen |
1½ l water |
± 125 g suiker |
Bereiding als watergruel. De geweekte abrikozen even meekoken. De gruel afmaken met citroensap en suiker (en met wat fijngemaakte abrikozen).
| |
Vruchtengruel.
100 g parelgort, rijst, gortmout of havermout |
verschillende vruchten |
|
vruchtensap of -purée |
1½ l water |
± 100 g suiker |
Bereiding als watergruel. Gedroogde vruchten weken en enige tijd meekoken. Verse vruchten zo nodig met suiker bestrooid wegzetten en niet of zeer kort meekoken. De gruel afmaken met vruchtensap of vruchtenpurée, en suiker.
| |
| |
| |
Tapioca met bessensap.
4 dl bessensap |
100 g suiker |
6 dl water |
zout |
125 g tapioca of siam- of parelsago of transparanta |
citroenschil of pijpkaneel |
De tapioca ± ½ u. weken in het water en met het weekwater en citroenschil of kaneel gaar stomen (zie rijst stomen, blz. 290). Kooktijd ± 1 u. Het bessensap even mee laten koken en het gerecht afmaken met suiker. Citroenschil of pijpkaneel verwijderen.
Het gerecht bij voorkeur koud geven en naar verkiezing bedekken met vanillevla (zie blz. 303).
| |
Rabarber met aardbeien en banaan.
1 bos rabarber |
250 g aardbeien |
100 g suiker |
1 of meer bananen |
De rabarber koken, zie blz. 240). De aardbeien met suiker bestrooid enige tijd laten staan en met schijfjes banaan door de koude rabarber mengen.
Het gerecht kan bedekt worden met vanillevla (zie blz. 303).
| |
Appelmoes met vruchtenschuim.
1 kg moesappelen |
3 eiwitten |
± 75 g suiker |
jam |
Op de gewone wijze appelmoes koken en deze vermengen met 2 van de 3 stijf geklopte eiwitten. De massa onder goed roeren nog even verwarmen om uitzakken van het eiwit te voorkomen. De rest eiwit vermengen met een fris smakende jam en in de vorm van schuimpjes op de appelmoes leggen.
| |
Appelmoes met beschuit en geslagen room.
appelmoes van ½ kg appelen |
1½ dl room en 40 g basterdsuiker |
2 beschuiten en 15 g suiker |
|
De fijngemaakte, met suiker gemengde beschuiten over de appelmoes strooien en bedekken met de stijfgeklopte room, die met suiker is zoetgemaakt.
| |
Beschuit met bessensap.
8 beschuiten |
± 70 g suiker |
3 dl bessensap |
pijpkaneel |
2 dl water |
aardappelmeel |
| |
| |
Het bessensap en het water (laten trekken met pijpkaneel, ± ½ u.), binden met aangemengd aardappelmeel en afmaken met suiker. (De pijpkaneel verwijderen.) De beschuiten op een schotel leggen en overgieten met de bessensapsaus,
| |
Gebakken beschuit met bessensap.
Bereiding als beschuit met bessensap (zie vorig recept).
De beschuiten echter aan beide kanten met boter besmeren en aan beide kanten in de koekenpan bakken.
| |
Gebakken beschuit met ananas.
8 beschuiten |
suiker |
± 100 g boter |
aardappelmeel |
8 plakken ananas |
(citroensap, abrikozenjam) |
De beschuiten aan beide kanten met boter besmeren en aan beide kanten in de koekenpan bakken. Het ananassap met suiker even laten doorkoken, de ananas hierin enige tijd verwarmen zonder het vocht te laten koken, de uitgelekte ananas op de beschuiten leggen, het vocht binden, al of niet wat citroensap toevoegen en zoveel ervan op de ananas leggen, dat deze glimt. In plaats hiervan kunnen de schijven ananas met abrikozenjam bestreken worden. Het nat kan dan gebruikt worden voor puddingsaus of als limonade.
| |
Gevulde beschuitbollen.
8 beschuitbollen |
80 g suiker |
500 g moesappelen |
kaneel |
75 g krenten |
100 g boter |
Van de appelen appelmoes koken, (zie blz. 260), de schoongemaakte en gewassen krenten meekoken. Van de bollen een kapje afsnijden, ze uithollen en van binnen besmeren met boter. De bollen ook aan de buitenkant met boter besmeren en ze in de oven croquant laten worden. Ze vullen met appelmoes, het kapje er weer op leggen en de bollen bestrooien met suiker en kaneel. |
|