Het varken en zijn onderdelen.
1. | Ruggespek: vet spek. Gezouten als lardeerspek. Gezouten en gerookt als bacon (combinatie van 6 en 1), procureurspek (combinatie van 5 en 1). |
2. | Buikspek: mager of doorregen vers- of pekelspek. Gezouten en gerookt als ontbijtspek, |
3. | Lappen, ragoûtvlees, gehakt (schouder). Gezouten als schouderham of hamspek. |
4. | Fricandeau, braadstuk Gezouten en gerookt (en gekookt) als ham. |
5. | Schoudercarbonade, sterk doorregen carbonade. Halsstuk, vet braadstuk. |
6. | Varkensrib: braadstuk, ribcarbonades of côteletten.
Gezouten en gerookt als Casseler rib, Lachsschinken (alleen het magere gedeelte opgerold). |
7. | Lenden of haascarbonade (1ste kwaliteit carbonade). Gezouten en gerookt als blaasham (6 en 7 ter weerszijden van de wervelkolom in een blaas gerold). |
8. | Reuzel. |
9. | Soepvlees, hoofdkaas (kop). |
Naar tekeningen van de Nederlandse Slagersbond (de tekst is gewijzigd).