Voorvoet.
12. | Rib: ribstuk, rollade, vrij vette braadstukken; riblappen, malse, vrij vette lappen.
Gezouten en gerookt als Hamburger rib. |
13. | Dikke rib als 12 (1ste gedeelte). |
14. | Stooflappen (onderrib). |
15. | Gehakt, soepvlees (nek). |
16. | Klaprib, klapstuk: taai vlees om te koken, met vet doorregen |
17. | Klapstuk, doorregen stooflappen (dunne borst). |
18. | Sterk doorregen stooflappen (naborst). |
19. | Vette, vrij malse lappen (puntborst). |
20. | Schoudermuis of platte muis, voor bouilli of stooflappen (schouder). |
21. | Schenkel: soepviees, met mergpijp voor vette soep. |
| Lever, nier, hart, hersenen, tong, kopvlees. |
Vlees van de achtervoet is in het algemeen van betere kwaliteit dan van de voorvoet.