Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 17
(2001)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd985. 1625 juni 2. Van N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mon frere, Gisteren den lesten April [sic] sijn de gedeputeerde van Hollant, onder andere Duvevoorde ende Brouckhoven, ende de gedeputeerde van Zeelant, S[c]hotte, Jan Claessen Backer van der Goes, Altena van Vlissyngen,Ga naar voetnoot2 die hier met die van Hollant op het formeren van de commissie van het stadthouderschap hadden gebesongeert, gesamentlijck om deselffde commissie aen den prins te leveren naer het leger gereyst. De commissie is in alles conform die van den overleden prins, alleen is nopende de religie verandert dat sijn Excellentie die sal mainteneren sulckx die bij publycke autoriteyt tegenwoordych publyckelijck wert geëxerceert. Die van Zeelant souden wel geen veranderynge hebben begeert; dan alsoo Hollant seyde daerin te willen volgen hetghene in de commissie als generael ende admirael was gestelt, hebben die van Zeelant, om in geen voirder disputen te commen, daer niet in willen contrariëren. Den brieff met de bijgaende stucken is den eersten Mey gevolcht; soo de tijdinge wat later, de congratulatie sal te tijdelijcker commen.Ga naar voetnoot3 Hebbe uE. vader die eer behandycht, dan vont geen occasie; hebbe hem die van NoordyngeGa naar voetnoot4 aengewesen. Het onthael van de voorgaende hadde ick vóór uE. schrijvens van Artax[erxes] ende Driak[el]Ga naar voetnoot5 verstaen; hebbe uE. vader gebeden hij sorgen wilde dat hetgene diesaengaende passeert doch bij hem ende dieghene door wiens handen het passeert discretelijck mocht werden gemenageert, daer het minste esclat alle onse hoope soude connen renverseren. Bidde uE., sonder dat ick daerin bekent sij, hetselffde mede op het hoochste gelieve te doen, want de materie seer teer is. | |
Art[axerxes] ende Dria[kel] heb ick beyde tesamen ende elckx in 't bijsonder gesproocken; vinde beyde wel vol goede hoope, doch sonder eenych particulierder fondament als van hetghene over lange is gepasseert. Ick mercke mijn correspondentiën wel sooverde gaen als de haere. Den tijt valt haer lanck te verwachten, maer met impatiëntie is niet anders te voorderen als sijn ongestumicheyt bekent te maecken, ende de saecken op een onbequamen tijt te willen voorderen waer het middel om die te verachteren ofte verbrodden. Nous sommes en trop beau chemin pour renverser. Sij hadden garen gesien ick, die best pretext conde vinden, een reysken hadde gemaeckt, sed non ego credulus illis.Ga naar voetnoot6 Wanneer van mijn saecke wat sal werden gedaen, weet ick niet, kan niet heel lange aenloopen; bij die occasie sal ick naer het leger reysen. Tegens halff Juni gaen ick naer Zeelant, daer ick den tijt verbeyden sal, tenwaer yet anders van importantie voorviele. Dese weecke reyse ick naer Amsterdam, blijve daer acht dagen, sal daer noch elders niet versuimen dat uE. dienstych kan sijn. Vertrout dat ick niet sal rusten voor ick yet goets voor uE. tewege hebbe gebracht. Doet van gelijcke alles daer dat eerlijck ende doendelijck is. De kinderen van Hogerbeets is haer versouck vooralsnoch affgeslagen; sullen het dese weecke wederom vernieuwen.Ga naar voetnoot7 Hollant presideert. BoutselaerGa naar voetnoot8 gheeft haer hoope, soo het nu niet wert geaccordeert, dat hij als Utrecht presideert het tewege brengen sal. Misschien sal d'absentie van Bormannia, die de saecke niet gunstych is ende met Aertsens in extraordinaire ambassade naer Engelant is gecommitteert,Ga naar voetnoot9 daertoe helpen. Sellynger, swager van Ogle,Ga naar voetnoot10 is wederom gecommen; versouckt dat 20 van onse schepen bij de 80 van Engelant souden werden gevoucht, ende Cissel ofte VeerGa naar voetnoot11 om het volck dat daer mede soude gaen, te commanderen. Den conynck doet het masquer noch niet aff; de schepen sullen gaen onder de banniere van den conynck van Bohemen. Voor MansveltGa naar voetnoot12 comt noch geen gelt; het parlement is wtgestelt, ende werden de Staten versocht wederom het verschot te doen. Men soude den boge hier wel soo spannen dat hij eens breecken soude. Ons leger leyt wederom te Waelwijck. Breda is buyten hoope van ontset. Men seyt dat se het noch drie maenden connen houden ende dat bij ons middelertijt yet anders aengevangen sal werden. Andere meenen dat men sulckx laet verluden om die van binnen aen beter conditiën te helpen. De ordre binnen is seer groot, ende schijnen alle haer tuinen ende leedyge plaetsen te hebben besayt, daervan sij‹n› veel nootdruft trecken. Ter zee hebben onse saecken seer qualijck gegaen, dan is hoope van redres. Hartochsvelt van Rotterdam,Ga naar voetnoot13 noch een wel gequalificeert inwoonder van Enchusen doen voorslagen te haren coste de zee te veylen, mits dat sij de equipagie doen, de cappiteynen stellen ende voor elck schip dat sij nemen ofte destrueren, naer advenant de groote, eenych praemium genieten; seggen wt lieffde van het lant sulckx te willen bestaen, presenteren het lant te dienen van advis, soo het lant de middelen bij de hant nemen wil. Daer wert | |
naer haer voorslagen geluistert, ende heeft apparentie dat den hoochdryngen noot die sal doen accepteren. Den aenslach van de onse op het viants convoy ende het mislucken van deselffde heeft uE. buyten twijfel verstaen. MarquetteGa naar voetnoot14 draecht daervan den schult naer het oordeel van de gemeente, wert leelijck wtgecreten onder het volck, die seggen het ontset van Breda daeraen vast was. Luden van qualiteyt spreecken daervan weinych tot avantagie van Marquette. Sijn Excellentie, soo Marquette hoe het toegegaen was quam rapporteren, sprack noch goet noch quaet; die daer ontrent sijn geweest relateren dat hij seer was ontstelt. Dit sal sijn poursuites tot het generaelschap van de cavallerie weinych avanceren; heeft tot concurrenten graeff Ernst voor hemselven, om daernaer op sijn soon te brengen,Ga naar voetnoot15 den heer van Kessel, nu graeff van Hoorn,Ga naar voetnoot16 en de heer van Brederode.Ga naar voetnoot17 Men meent sijn Excellentie het selffs houden sal. Den heer van Kessel wert geseyt extraordinaire wel bij sijn Excellentie te staen, gelijck oock doet monsieur Wits,Ga naar voetnoot18 die beyde den prins bij alle occurrentiën hebben gevolcht. Vacerende het stadthouderschap, heeft het Hoff de magistraet van Rotterdam vermaeckt vier notoire arminianen als schepenen, waeronder is Bus ende Jan Snaets gestelt.Ga naar voetnoot19 Den prins heeft den hoffmeester van sijn broeder, stalmeester,Ga naar voetnoot20 edeluden ende pages gecontinueert, den raet absolutelijck aengenomen,Ga naar voetnoot21 den greffierGa naar voetnoot22 bij provisie, thresaurier Knuyt verlaten, die echter raet blijft,Ga naar voetnoot23 Brouwer, voordesen sijn thresaurier, in de plaetse gestelt,Ga naar voetnoot24 de bouckhouders affgedanckt. Het schijnt hij den voet van sijn broeder daerin niet volgen wil, meent die drie persoonen heeft gebruickt tot hetgene één getrouw persoon wel konde doen. Het bewint van sijn particuliere saecken sal aen sijn raden staen, waerdoor de authoriteyt van den greffier sal sijn benomen. Verdoes,Ga naar voetnoot25 die in goet credyt is, gaet met BorreGa naar voetnoot26 in Zeelant possessie nemen van de goederen daer gelegen. | |
Den prins gebruickt sijn autoriteyt met seer groote moderatie, refuseert den tytel van u. Genade, seyt sijn voorygen tytel hooch genouch geweest te sijn ende hem daermede tevrede te houden, onderteyckent sijn brieven aen de Staten-Generael: ootmoedygen ende onderdanygen dienaer. Den overleden schreeff: goede vrient. Dimmer,Ga naar voetnoot27 laestmael spreeckende van de princesse, noemde die: u. Excellentie gemael; hij seyde dat hij een Hollander was, geboren van Delff, dat men se daer hiet: vrou, huisvrou off wijff, dat hij van de Duitsche pracht niet en wist. Is extraordinaire courtois tegens al de werelt, hout hem seer stil ende gereserveert. Aertsens soonGa naar voetnoot28 is cornet van den hartoch van Weymeren;Ga naar voetnoot29 het schijnt hij al de trappen selffs ende in sijn soon wil gaen die den advocaet in sijn swager ende soon heeft gegaen.Ga naar voetnoot30 Tot Amsterdam is weinych moderatie onder de predicanten te vinden, ende daer de meeste is, daer is de minste autoriteyt. DoucherGa naar voetnoot31 is van sacht naturel, heeft sulckx in 't synode getoont; wil wel occasie waernemen om hem van uwentwege te getugen het goet rapport dat uE. van sijne genegentheyt t'uwaers is gedaen. Hoe de accommodatie in de kerckelijcke saecken gevonden sal connen werden, sie ick noch niet. [Van] VosbergeGa naar voetnoot32 hebbe ick tsedert niet vernome, meene hij noch tot Amsterdam is; soo mij yet verders van hem vooren comt, sal uE. dat deelachtych maecken. Bidde uE. mij openynge doe op wat voet men soude mogen gaen, opdat ick bij alle occasie sie off dat onder den man wil. D'excessen van de remonstranten dienen vooral geweert; maer wie sal autoriteyt hebben om haer in den toom te houden? Sij sijn veel licentie gewent. Van wat meenynge UtenbogaertGa naar voetnoot33 daerin is, wilde ick wel weten; die sal daer meest bij vermogen. Ben blijde dat uE. de eenycheyt, die uE. met sooveel swarycheyt heeft gesocht, noch behertycht. Het is de eenyge vastycheyt van onsen staet, daer ons particulier welvaren aen vast is. De voorleden weecke is in Zeelant ingecommen van de cust van Coromandel het schip Schoonhoven, wiens ladynge waerdych is boven de seven tonnen gouts; drie Engelsche schepen hebben dat tot ontrent Oostende achtervol[ch]t.Ga naar voetnoot34 De misverstanden tusschen de onse ende de Engelsche sijn noch even groot, ende hier is geen courage om daertegens te kanten, dat groote onlust bij de bewinthebbers tegens de regierders causeert. In de proceduren tegens de Engelschen in Amboina mach in de formaliteyten sijn gepecceert, gelijck in die quartieren weinych rechtsgeleerde off gestyleerde rechters werden gebruickt, maer de bewinthebbers seggen mij dat de Engelsche sijn overwonnen van notoire conspiratie met de Japonesen om de onse het fort te ontweldygen. Men heeft in Engelant repressaliën tegens de Compangie verleent, schepen om de haere aen te halen in zee gesonden. Den conynck versocht door sijn ambassadeur de rechters souden werden thuis ontboden; niettegenstaende het hart is luden die daer sijn gereyst om haer fortuin te maecken ende in goede bedienyngen sijn, vandaer te trecken, nochtans omdat de Staten seyden dat de repressaliën, sulckx sijnde geaccordeert, souden werden affgedaen, sij sijn beschreven. De repressaliën sijn echter gecontinueert. Een van de rechters overgecommen sijnde is tot Delff in sijn huis gesaiseert ende moet daer blijven tot de andere overgecommen sijn,Ga naar voetnoot35 hetwelck apparent wel twee jaren aenlopen sal. Een bode compt driemael daechs sien off hij daer blijft. Dit heeft mede niet mogen helpen. | |
Den generael CoenenGa naar voetnoot36 is ten versoucke van de conynck, mede om de repressaliën te doen cesseren, van sijn reyse gehouden. Continueren niet jegenstaende, contrari haer belofte, de repressaliën; begeeren die niet aff te doen voordat men haer contentement hebbe gegeven op de naervolgende drie pointen: 1. Dat se haere goederen ende persoonen sullen mogen wt de plaetsen, daer se met de onse woonen, elders, sonder tol ende exueGa naar voetnoot37 te betalen, transporteren. 2. Dat de Engelsche voortaen niet sullen staen onder de jurisdictie van de Compangie, maer voor den raet van defensie, off, soo het daer niet conde werden geassopieert, dat het voor beyde de compangiën soude werden gebracht, ofte eyntelijck voor den conynck en de Staten. 3. Dat se sullen mogen bouwen forten op alle plaetsen daer se willen, mits blijvende thien Engelsche mijlen van de onse. De Compangie accordeert haer te mogen sonder tol ofte exue vertrecken, mits dat sij alvoren betalen hare schulden. Seggen op het tweede point, dat het stuck van politie ende jurisdictie gereserveert [sijnde] aen de Compangie, alle questiën die tusschen de compangiën en corps sullen vallen, sullen staen aen den raet van defensie, die geen jurisdictie en heeft. Consenteren op het derde point dat se forten mogen bouwen in alle plaetsen van Indiën, mits dat sij blijven buten Moluques, Amboina ende Banda ende alle andere plaetsen de Compangie toebehorende, 'tsij bij besit ofte contracten exclusyff, ende in allen gevalle thien Neerlantsche mijlen van onse forten. Het verschil is noch groot, ende hebben de ambassadeurs extraordinaires ende ordinaires last den conynck te instrueren.Ga naar voetnoot38 Gelijck men hier over de enorme proceduiren van de Engelsche claecht, soo bedanckt men hem van de civiliteyt van de Franse. Het different gevallen over het schip l'Esperance van Diepe is verbleven aen gedelegeerde rechters, die in de kennisse van die saecke getreden sijn.Ga naar voetnoot39 Den ambassadeur d'Espesses draecht hem daerin seer moderaet ende laet selffs in presentie van de onse de sijne niet ongelijck te geven, daer sij buten de reden gaen. Dese dagen, soo men hem een beurse met gout wilde vereeren, heeft die gerefuseert, genouchsaem met indignatie ende, soo aen sijn aensicht bleeck, met alteratie; seyde hetgene hij dede ten dienste van sijn conynck te doen ende sijn actiën suspect souden sijn soo hij daervoor recompensie genoot; dat hij sijn Majesteyt daer wel van wilde adviseren, ende soo die het goet vont niet soude refuseren.Ga naar voetnoot40 Den eet is de Engelsche voor de Franschen affgenomen, niet door den prins, maer gedeputeerde van de Staten; het hadde wel anders mogen ende behooren geschiet te hebben. Den ad[vocae]t StrijenGa naar voetnoot41 sent eertsdaechs sijn soon derrewaerets; sal uE. commen salueren. Soo de vader uE. niet bekent en waer ende boven sijn eygen meriten om de goede gunste die hij uE. ende de goede saecke draecht, meriteerde dat van hem compt uE. aengenaem te sijn, ick soude uE. recommanderen hem soo goeden acceuil te doen als mogelijck is. Ick hebbe noch desen morgen met Strijen ende Verdoes nopende het veranderen van den eet gesproocken; seyden daer geen swarycheyt in te vinden. Verdoes seyde dat hij de woorden van den eet, in de commissie als generael gestelt, hadde geëxamineert ende be- | |
vonden dat se bequame interpretatie admitteerden.Ga naar voetnoot42 Hier wert gelooft dat die van Breda capituleren. De frontieren werden op veel plaetsen met garnisoenen versien. Mansvelt schijnt dat vertrecken sal, versouckt wagens en volck om hem te geleyden. Recommandere mij hiermede aen mijn suster ende blijve, uE. dienstwillygen broeder,
| |
Adres: A monsieur/monsieur Grotius, à Paris. In dorso schreef Grotius: 2 Juny 1625. In dorso staat in een onbekende hand: Meest alle van Van Meeden.Ga naar voetnoot44 In de marge staat: 7 tonnen.Ga naar voetnoot45 |
|