Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 16

[p. 580]

7381. 1645 maart 25. Aan W. de Groot.¹

Mi frater,

De chartis forte aliquid rescisci posset per eos qui in domo Arseniana vixere.² De Cornelio nostro nihil nunc intelligo, nec scio quid facere velit.³ Didericus, ut video, bene rem gerit.⁴ Blavium velim urgere pergas.⁵ Salmasii liber de papa multum expetitur.⁶ Ego nunc exspecto reginae commodum, ut ei tradam literas meas dimissorias.⁷ Miror res magnas apud vos tam diu trahi⁸ et dissidia ita apparere omnibus.⁹

Nobilis Beaupuy dictus¹⁰ et Thuani cognatus¹¹ Roma huc captus mittitur navibus

1 Gedrukt Epist., p. 746 no. 1746. Antw. op no. 7363, beantw. d. no. 7403.

2 Grotius bleef aandringen op een onderzoek in de archieven van raadpensionaris Jacob Cats en François van Aerssen († 1641), heer van Sommelsdijk, naar de papieren die in 1618-1619 uit zijn Rotterdamse pensionariskamer waren gelicht.

3 Het Venetiaanse avontuur van Grotius' oudste zoon Cornelis. Zijn naam kwam niet voor op de lijst van vrijwilligers die in dienst van de Serenissima het Turkse gevaar wilden keren; vgl. ‘Brieven van den Consul Sonnevelt’, in Kronijk HG 17(1861), p. 428.

4 De missie van de Frans-Weimarse ‘aide de camp’ Dirk de Groot naar het hof van landgravin Amalia Elisabeth van Hessen-Kassel (no. 7342). Het liet zich aanzien dat Grotius' jongste zoon zich onmisbaar had gemaakt in het leger van de Franse maarschalk Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne.

5 De Amsterdamse drukker-uitgever dr. Joan Blaeu ontweek lastige vragen over een quarto-uitgave van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534). Een nieuwe proefpagina was in aantocht; zie nos. 7388 en 7391.

6 Een uitnodiging van de Schotse ‘commissioners’ om zijn studie De primatu papae op te dragen aan de Parlementen van Engeland en Schotland had de Leidse hoogleraar Claude Saumaise geïnspireerd tot het opstellen van een actuele inleiding (Apparatus) ‘contre la Monarchie Ecclesiastique et l'Anarchie des Independans’ (Leroy, Dernier voyage, p. 186; Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau III, p. 91, en Leroy-Bots, Corresp. Saumaise-Rivet, p. 418 en p. 429). In september 1645 legden de Leidse Elzeviers de laatste hand aan zijn Librorum de primatu papae pars prima, cum apparatu. Accessere de eodem primatu Nili et Barlaami tractatus (Leroy-Bots, Corresp. Saumaise-Rivet, p. 442-443).

7 Grotius bereidde zich voor op zijn afscheidsaudiëntie. Op maandag, 27 maart, verscheen hij aan het hof om koning Lodewijk XIV en de regentesse Anna van Oostenrijk de brieven van koningin Christina van Zweden, dd. 30 december 1644/9 januari 1645 (no. 7242, bijlage 2), aan te bieden; zie no. 7394.

8 De lange duur van het Haagse beraad over het vraagstuk van de Staatse deelname aan de ‘versekeringh van de veyligheyt en vrijheyt van de scheepvaart en koophandel in d'Oost en Noord-Zee’ (art. 1 van het Zweeds-Staats verdrag van 1/11 september 1640).

9 De twistgesprekken over het besluit van de gewesten Gelderland, Utrecht, Friesland, Overijssel en Stad en Lande, dd. 4 maart 1645, om het octrooi van de Verenigde Oostindische Compagnie ‘impetrabel en open voor een ieder’ te verklaren.

10 De arrestatie van de gardeofficier François Le Dangereux, heer van Beaupuis (Beaupuy), zoon van Arnaud, graaf van Maillé, en Marguerite Hurault (DBF V, kol. 1165-1166). Zijn moeder was een dochter van Philippe Hurault († 1599), graaf van Cheverny, en Anne de Thou (Dictionnaire de la Noblesse V(10), kol. 894-895).

11 ‘Thuani cognatus’. Hier wordt gedoeld op François-Auguste de Thou, de jonge koninklijke bibliothecaris die op vrijdag 12 september 1642 te Lyon was terechtgesteld.

[p. 581]

longis, suspectus fuisse inter praecipuos consiliorum quae contra cardinalem Mazarinum suscepta fuere; quod crimen Romae nullam habet veniam.¹²

Deus te cum uxore et liberis servet,

tibi obligatissimus frater,
H. Grotius.

12 Dit bericht komt ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 25 maart 1645.

Lutetiae, 25 Martii 1645.

De Torstensonii proelio exspectamus certiora.¹³

13 De Zweedse veldmaarschalk Lennart Torstensson had op 24 februari/6 maart bij Jankov slag geleverd met de keizerlijke troepenmacht.

Adres (volgens de uitgave der Epist.): Guilielmo Grotio, iurisconsulto.