favent tum alii quibus acciditur libertas sacrorum, tum alii qui metuunt ne id sibi aliquando eveniat.Ga naar voetnoot14 Domino Utenbogardo rogo me commendes.Ga naar voetnoot15
Cancellarius Franciae privilegium pro meis ad Vetus Testamentum dare non vult,Ga naar voetnoot16 quanquam egregii doctores testati sunt nihil in eo esse a catholica doctrina alienum. Sed non vult ornari libros, quamvis bonos, scriptos ab hominibus non illius communionis. Metuit Cramoisiacus, ne liber iste a se magno impendio editus in folio pulchris typis, minori volumine ac specie recudatur in Batavis. Quodsi privilegium hic haberet, non quidem impedire posset novam editionem in Batavis, sed exempla huc perferri non possent. Rogo ergo BlaviumGa naar voetnoot17 et si qui nobis bene volunt, ne damno afficiant hominem hac in re de publico bene merentem.
Vale cum uxore et liberis,
tibi obligatissimus frater,
H. Grotius.
| |
27 Augusti 1644.
De arca nihil? Nolim perire tantum monumentum divinae in me bonitatis.Ga naar voetnoot18 Velim scire an quis habeat materiam collectam ad scribendam vitam Stacinii,Ga naar voetnoot19 magni mathematici et nobis amici.
|
-
voetnoot1
- Gedrukt Epist., p. 970 App. no. 720. Antw. op no. 7003, beantw. d. no. 7033.
-
voetnoot2
- Willem de Groot en zijn vrouw Alida Graswinckel hadden tijdens het zomerreces de rust opgezocht in het land aan gene zijde van de Maas, mogelijk in het Land van Voorne.
-
voetnoot3
- Het Staatse leger belegerde Sas van Gent. Op 5 september ging de Spaanse garnizoenscommandant don Andrea de Prada y Muxica accoord met de ontruiming van het hoge en het lage Sas en het fort van St. Anthonie (Het Staatsche leger IV, p. 141).
-
voetnoot4
- De legers van Louis II de Bourbon, hertog van Enghien, en Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, hadden ten zuiden en ten oosten van Freiburg im Breisgau slag geleverd met de Zwabisch-Beiersen van François de Mercy en Johan van Werth (3, 5 en 10 augustus 1644). Het aantal gesneuvelden aan Franse zijde liep op tot meer dan 3000 man (H. Lahrkamp, Jan von Werth, p. 147).
-
voetnoot5
- De Frans-Weimarse officier Dirk de Groot was in de strijd om Freiburg im Breisgau gevangen genomen. In het Zwabisch-Beierse legerkamp was de verwarring blijkbaar zo groot dat de bewakers hem snel uit het oog verloren. In de tweede helft van augustus kon Grotius' jongste zoon zich weer bij zijn eenheid in het leger van maarschalk Henri de La Tour d'Auvergne, burggraaf van Turenne, voegen; zie no. 7030.
-
voetnoot6
- Cornelis de Groot had in Venetië de eretekenen van de orde van San Marco in ontvangst mogen nemen.
-
voetnoot7
- ‘Vapide se habere’, vgl.
Suetonius, Augustus 87, 2.
-
voetnoot8
- Willem de Groot had aangekondigd dat hij een dezer dagen een bezoek aan Amsterdam wilde brengen. Op het programma stond een gesprek met de Amsterdamse drukker-uitgever dr. Joan Blaeu over de uitgave van Grotius' Anthologia Graeca (BG no. 534); zie nos. 7003, 7024 en 7033.
-
voetnoot9
- Grotius reageert hier op enkele kanttekeningen die zijn broer had geplaatst bij de ‘Nader ampliatie van de instructiën van den Hoogen Rade, ende den Hove van Hollandt’, dd. 24 maart 1644, rubriek ‘Middelen tot kortinge van de processen’, art. XXVII-XXIX: ‘alle questiën alleen in rechte bestaende, ende daertoe gheen bewijs van getuygen en sal gherequireert werden, sullen in toekommende voor de respective Raden mondelinge bij pleydoye gededuceert, ende op deselve ghetermineert mogen werden’.
-
voetnoot10
- ‘ad Waisam castellum’, de vestingwerken van Watten.
-
voetnoot11
- Deze berichten komen ook voor in Grotius' nieuwsbrieven van 27 augustus.
-
voetnoot12
- Grotius vergist zich: koningin Henriëtte Maria van Engeland was nog niet aangekomen bij de wateren van Bourbon-Lancy (kuuroord ten oosten van Moulins). Van 23 tot en met 26 augustus kreeg zij een plechtige ontvangst in Orléans aangeboden (Gazette 1644, no. 103, ‘extraordinaire du XXXI aoust 1644’: ‘Les honneurs rendus à la Reine d'Angleterre, à son arrivée en France’, en Gazette 1644, no. 110, dd. 10 september 1644).
-
voetnoot13
- Misschien het kuuroord ‘Pougues-les-Eaux’, gelegen op de route van La Charité-sur-Loire naar Nevers.
-
voetnoot14
- De Staten van Holland dachten aan de uitvaardiging van een nieuw plakkaat tegen de ‘onlijdelijke stoutheid der Pausgesinden’; vgl. no. 6977, en Res. SH, dd. 23 juli, 27-29 juli, 1-3 augustus en 13 augustus 1644.
-
voetnoot15
- Johannes Wtenbogaert, de nestor van de remonstranten, overleed op 4 september 1644; zie no. 7033.
-
voetnoot16
- Op 26 augustus 1644 schreef de Parijse raadsheer Claude Sarrau aan zijn correspondentievriend André Rivet over de weigering van kanselier Pierre Séguier om aan de Parijse drukker Sébastien Cramoisy een privilege te verlenen voor de uitgave van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum, Parijs 1644 (BG no. 1137): ‘Mr le Chancelier jusques à present refuze d'accorder ce privilege parce que Mr Grotius n'est pas dans la communion Romaine; encores que plusieurs de ladite communion l'ayent veu et asseuré qu'ils n'y avoient rien trouvé qui peust deplaire à Rome. Cependant le public et le particulier souffrent en ce retardement: mais tost ou tard nous les verrons estant un oeuvre achevé et qui n'est blasmé de personne’ (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau II, p. 264-265 en p. 361).
-
voetnoot17
- Dr. Joan Blaeu zag af van een goedkopere editie. Met de Parijse drukker Sébastien Cramoisy maakte hij waarschijnlijk een afspraak over de verkoop van Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum in de Republiek (BG no. 1137: ‘Prostant Amsterdami, apud Johannem Blaeu’).
-
voetnoot18
- De speurtocht van Willem de Groot naar de boekenkist waarin Grotius op 22 maart 1621 uit zijn Loevesteinse kerker was ontsnapt.
-
voetnoot19
- ‘Stacinius’, lees: Stevinius. De belangstelling voor het leven en de werken van de mathematicus en werktuigbouwkundige Simon Stevin (1548-1620) leefde pas twee eeuwen later op (NNBW V, kol. 815-818, en The poetry of Hugo Grotius/De Dichtwerken van Hugo Grotius I, tweede deel, pars 3A en B, p. 117-148).
|