navires marchands pour Suede y estoient encore arrestées.Ga naar voetnoot8 Les Estats de Hollande sont serieusement malcontents de ce que les ambassadeurs au Sond n'ont pas procuré le passage de ces 50 ou 70 navires et leur sera escrit sur ce suject.Ga naar voetnoot9
J'ay aussy veu une lettre de Copenhagen rapportant le premier combatGa naar voetnoot10 où elle dit que le roy a esté blessé à l'oreille, à l'oeil et au menton; qu'il estoit tombé avec les deux Ulefelds, mais relevé, disant: ‘courage, ceux-cy sont morts en leur devoir, je suis encore en vie’. Jurgen Wind estoit fort blessé et son navire à peine venue à Copenhagen.Ga naar voetnoot11 L'ambassadeur de France y avoit esté assez mal traitté et satisfait, qu'il pensoit destourner le roy de retourner du mer jusques à ce qu'il eust parlé à la royne de Suede,Ga naar voetnoot12 ce que le roy avoit fort mal pris, et s'estant parlé d'accommodement le roy avoit demendé à l'ambassadeur, quels projects il en pouvoit faire, sur quoy l'ambassadeur aurroit dit fort peu et le roy encore moins et ainsy s'estoient separés.
Sur l'approche des ambassadeurs hollandois le resident CracauGa naar voetnoot13 seroit allé à Coopenhagen et notifié que les ambassadeurs des Estats comme bons amys venoient pour s'interposer; et pour la grande flotte et nombre des navires de guerre, ce n'estoit nullement pour user aucune hostilité envers sa Majesté et les siens, mais qu'ils avoient esté necessités de conduire une flotte extraordinaire et precieuse d'une façon extraordinaire. Les ministres du royaume les auroient respondu que les ambassadeurs seroient les bienvenus, mais que pour les navires de guerre le roy ne permettroit point qu'elles s'approchassent et ont requeri de faire retirer leur[s] navires jusques à 9 ou 10, qu'y pourroient demeurer.Ga naar voetnoot14 Ce qui en est passé depuis, nous l'attandons avec passion, comme aussy des ambassadeurs pour Suede, qui sont il y a presque 3 septmeines bien arrivés à Gotten-
| |
bourg,Ga naar voetnoot15 mais grandement tourmentés des Dennois, qui ne les ont fait entrer et passer qu'avec une partie de leur suite et bagages.
L'empereur a fait declarer aux electeurs de l'EmpireGa naar voetnoot16 qu'il aurroit suject de traitter les ambassadeurs de France, qui ont escrit cette lettre seditieuse aux estats d'Allemagne, comme gens qui ont excedé les limites de leur charge et perdu le privilege de leur passeports,Ga naar voetnoot17 mais qu'en faveur du repos commun il veut preallablement conferer avec le college electoral ce qui sera expediant d'y ordonner. Il fait sonner haut auxdits electeurs la presseance que l'ambassadeur de Venise pretend sur ceux des electeurs,Ga naar voetnoot18 pour leur faire perdre l'appetit de se rendre à l'assemblée, et c'est pourquoy l'evesque d'Osnabrugge, qui y devoit aller, se tient encore quelques lieu de là. Somme: peu d'apperence à la paix.
Il plaira à vostre Excellence d'aggreer ces peu de nouvelles et excuser que je suis contraint de les escrire à la grandissime haste.
Je me recommende tres humblement aux faveurs de vostre Excellence et suis, monseigneur,
vostre tres humble et tres obligé serviteur,
H. Appelboom.
| |
Adres: A son Excellence, monseigneur Hugo Grotius, conseiller d'estat de sa Mayesté de Suede et ambassadeur pour icelle en France.
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 24 Aug.
En in dorso: 15 Aug. 1644 Appelboom.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 15 (1644, 29). Eigenh. oorspr. Beantw. d. no. 7023.
-
voetnoot2
- De brief van 8 augustus 1644 (no. 6995), waarin Harald Appelboom meldde dat de troepenmacht van de Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson bij Kiel stond (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 310-311, en Doc. Boh. VII, p. 124 no. 351). Inmiddels had het keizerlijke expeditieleger van Matthias, graaf Gallas, over Bad Segeberg en Plön de mars ingezet naar Kiel (aankomst 11 augustus) (Doc. Boh. VII, p. 125 nos. 353-354, p. 127 no. 361 en p. 128 no. 365).
-
voetnoot3
- De vloot van koning Christiaan IV van Denemarken belette het uitvaren van de schepen van de Zweedse admiraal Klas Fleming uit de haven van Christianspries. Een poging om de blokkade te doorbreken moest de admiraal met de dood bekopen († 26 juli/5 augustus 1644) (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 95-97).
-
voetnoot4
- Harald Appelboom kreeg blijkbaar inzage in de missiven van Carel Carelsz. van Cracauw, Staats resident te Helsingør, en de Staatse ambassadeurs dr. Gerard Schaep, Albert Sonck en de Friese raadsheer Joachim Andreae.
-
voetnoot5
- De koopvaarders die met de Staatse convooivloot van vice-admiraal Witte de With naar het noorden waren gevaren, onderwierpen zich aan de verlangens van de tolgaarders van koning Christiaan IV te Helsingør. Na betaling van het in het najaar van 1641 te Glückstadt afgesproken standaardtarief mochten zij de Sont
passeren (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 111-112).
-
voetnoot6
- Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, had op 27 juni/7 juli nog een onderhoud gehad met koning Christiaan IV van Denemarken. De koning hield zich doof voor het bemiddelingsaanbod van de Franse vredesbemiddelaar.
-
voetnoot7
- De Deense vorst was al met de vloot vertrokken toen de Staatse ambassadeurs in Kopenhagen arriveerden. Zij kregen nu ruimschoots de tijd om de anti-Hollandse stem-
-
voetnoot7
- ming in de hoofdstad van het Deense koninkrijk te peilen (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 111-119).
-
voetnoot8
- De tolgaarders van Helsingør weigerden schepen met een Zweedse bestemming door te laten.
-
voetnoot9
- De brieven, waarin vice-admiraal Witte de With en de Staatse ambassadeurs verslag uitbrachten van hun reis naar Denemarken, werden op 27 en 28 juli in de vergadering van de Staten van Holland gelezen. Na lezing verlangden de Statenleden een verklaring voor de sobere ontvangst van de Staatse ambassadeurs dr. Gerard Schaep, Albert Sonck en de Friese raadsheer Joachim Andreae in de haven van Helsingør (Res. SH, dd. 27/28 juli 1644).
-
voetnoot10
- De Staatse resident Carel Carelsz. van Cracauw beschreef in zijn missive aan de Staten-Generaal, dd. 19 juli 1644, op levendige wijze de slag die koning Christiaan IV op 1/11 juli in ‘de Colberger Heyde’ (de wateren in de Hohwachter Bucht) met de vloot van de Zweedse admiraal Klas Fleming had geleverd. In het gevecht werd de ‘Trefoldighed’ getroffen door een Zweedse kogel. De voormalige Deense resident in Spanje, Ejler Ulfeldt, kreeg een dodelijk schot; diens broer Knud raakte aan de arm gewond. De koning liep slechts een verwonding in het aangezicht op; desondanks sprak hij de matrozen moed in met de woorden: ‘'t is geen noodt, ick ben noch hier’ (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 309).
-
voetnoot11
- Het eskader van de Deense rijksadmiraal Jørgen Vind (1593-1644) kwam onder Zweeds vuur te liggen. Met moeite kon zijn schip ‘Patientia’ de haven van Kopenhagen binnenlopen (4/14 juli). Veertien dagen later bezweek de rijksadmiraal aan zijn verwondingen (DBL XV, p. 576-577).
-
voetnoot12
- Met gemengde gevoelens had Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, afscheid genomen van koning Christiaan IV (supra, n. 6). Op 24 juli/3 augustus maakte hij zijn entree in
Stockholm.
-
voetnoot13
- Carel Carelsz. van Cracauw had de Deense rijkshofmeester Corfits Ulfeldt in kennis gesteld van de aantocht van de Staatse convooivloot. Diens antwoord luidde: ‘Hadt gij luyden maer vier dagen eer met u vloot op de Lap gecomen, zijn Majesteit soude u getoont hebben dat hij meester van sijn havenen was’ (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 113).
-
voetnoot14
- Op last van de Deense kroonprins Christiaan trokken de Staatse oorlogsschepen zich terug naar de kaap van Skagen; de overige schepen mochten in de Lap (zandbank tussen Helsingør en Helsingborg) wachten op terugkerende Oostvaarders (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 114-115).
-
voetnoot15
- De Staatse ambassadeurs Jacob de Witt, dr. Andries Bicker en Cornelis van Stavenisse maakten de reis naar Zweden op het schip van kapitein Anthonis van Zalingen. Omdat zes Deense oorlogsschepen de toegang tot de haven van Göteborg blokkeerden, moesten zij met de belegeraars, admiraal Ove Gedde en de Noorse gouverneur Hannibal Sehested, onderhandelen over hun doortocht. De tien dagen vertraging die zij daarbij opliepen, maakten zij goed met een snelle reis naar Stockholm (aankomst 2 augustus).
-
voetnoot16
- Keizer Ferdinand III had zijn ‘Proposition ... wegen der Frantzösischen plenipotentiarien invitation schreiben’ op 31 mei/10 juni laten afkondigen in de ‘Deputationstag’ te Frankfort (Urk. u. Act. I, p. 852-855).
-
voetnoot17
- Grotius kende reeds alle details van de discussie over de uitnodiging die de Franse gevolmachtigden Claude de Mesmes, graaf van Avaux, en Abel Servien op 6 april 1644 aan de Duitse vorsten en standen hadden verstuurd; zie no. 6990.
-
voetnoot18
- In Munster waren problemen gerezen over het ceremonieel bij de ontvangst van de Keulse keurvorstelijke raad Franz Wilhelm von Wartenberg, bisschop van Osnabrück, Minden en Verden. Als vertegenwoordiger van het college van de keurvorsten wenste hij in ‘eer en tytulen’ niet achtergesteld te worden op de ambassadeur van Venetië. Omdat dit voorrecht hem geweigerd werd, keerde hij onverrichterzake terug (Acta pacis Westphalicae; Diarium Wartenberg I, p. XXXV-XXXVI).
|