6995. 1644 augustus 8. Van H. Appelboom.Ga naar voetnoot1
Monseigneur,
On a nouvelles que messieurs les ambassadeurs pour Suede et Dennemark sont desja bien arrivés au lieu destinéGa naar voetnoot2 et que les navires de guerre qui les accompagnoient, se tiennent par l'ordre des ambassadeurs près de Capp et Schagen,Ga naar voetnoot3 pandant d'autre ordre de messieurs les Estats-Generaux. Nostre grande flotte est sortie de Christianpris pour se presenter encore au combat contre celle de Dennemark,Ga naar voetnoot4 qui est aussy en mer, dont aurrons
bientost des nouvelles. Dieu nous face la grace d'en recevoir des bonnes. Les navires icy equippées par monsieur Louis de GeerGa naar voetnoot5 ont esté avant peu des jours veues près de la Belte; si elles y sont passées - comme on le croit - ce seroit un tres bon accreu pour la grande flotte.
General Gallas est encore avec son armée à Oldesloo et ne s'ayt pas encor conjoinct avec les Dennois,Ga naar voetnoot6 et y a peu d'apperence qu'il le fera encore sitost, puisque n'en sçaurra tirer le gage des trois mois pour son armée, comme il a pensé. Son Excellence le general Torstenson est à Kyl avec toute l'armée,Ga naar voetnoot7 d'où il a commendé 3000 à cheval et 1000 draguns contre les ennemys, et mande-t-on de Hambourg que les nostres ont occupé des imperiaux le pont près de DemitsGa naar voetnoot8 et en ruiné 600 soldats.
J'ay, à la haste, fait tirer l'extract en latin des lettres suedoises que j'ay receu la sept-
| |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 23 Aug.
|
-
voetnoot1
- Hs. Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 15 (1644, 28). Eigenh. oorspr. Antw. op no. 6983, beantw. d. no. 7012.
-
voetnoot2
- De Franse vredesbemiddelaar Gaspard Coignet, sieur de La Thuillery, en de Staatse ambassadeurs Jacob de Witt, dr. Andries Bicker en Cornelis van Stavenisse bevonden zich op dit moment in Stockholm (aankomst 2 en 3 augustus).
-
voetnoot3
- Koning Christiaan IV van Denemarken was al met de vloot uitgevaren toen de Staatse ambassadeurs dr. Gerard Schaep, Albert Sonck en de Friese raadsheer Joachim Andreae in de haven van Helsingør arriveerden. Tijdens hun ontvangst brandde er een meningsverschil los over de doorvaart van de Staatse convooivloot van vice-admiraal Witte de With. Op last van de Deense kroonprins moesten de schepen buiten de territoriale wateren blijven (Fridericia, Danmarks ydre politiske historie II, p. 426-427). De Staatse bemiddelaars gaven tenslotte toe en stuurden de oorlogsschepen terug naar de kaap van Skagen (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 114-115).
-
voetnoot4
- De vloot van de Zweedse admiraal Klas Fleming was na de slag in ‘de Colberger Heyde’ teruggevaren naar de haven van Christianspries (Friedrichsort, aan de noordoever van de Kielerfjord). Weldra verschenen er oorlogsschepen van koning Christiaan IV van Denemarken voor de monding van de Kielerfjord. De Zweden raakten ingesloten, maar in de nacht van 11 op 12 augustus slaagden zij er toch in om een uitweg naar zee te vinden (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 94-97).
-
voetnoot5
- Op 14 juli had admiraal Maerten Thijssen de zeilen laten hijsen van de tweede hulpvloot van Louis de Geer. Met 30 schepen zette hij koers naar het Skagerrak. Na het ronden van de kaap van Skagen zocht de Zeeuwse Zweed verbinding met het smaldeel dat admiraal Peter Blumme (Blomme), bevelhebber van de Zweedse vlootbasis in Stralsund, te Ålborg voor anker had laten gaan (‘Brieven van Louis de Geer’, in BMHG 29(1908), p. 271-274, en Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 98-99).
-
voetnoot6
- Matthias, graaf Gallas, de bevelhebber van het keizerlijke expeditieleger, wachtte in Bad Oldesloe op verbinding met de eenheden die aartsbisschop Frederik van Bremen, generaal van het Deense leger, beschikbaar had gesteld voor de strijd in het hertogdom Holstein. Op 2 augustus moest hij aan de keizer melden dat de vereniging voorlopig niet tot stand gebracht kon worden (Doc. Boh. VII, p. 123 no. 346).
-
voetnoot7
- De Zweedse opperbevelhebber Lennart Torstensson had zijn ruiters en infanteristen uit Jutland teruggeroepen. Een troepenmacht van 13000 soldaten stond gereed om een vijandelijke aanval op Kiel en de haven van Christianspries af te slaan (Kernkamp, De sleutels van de Sont, p. 310-311, en Doc. Boh. VII, p. 124 no. 351).
-
voetnoot8
- Dömitz aan de Elbe. Het aldaar gelegerde Zweedse garnizoen was begonnen met de aanleg van een schipbrug (Doc. Boh. VII, p. 132 no. 378).
-
voetnoot9
- Een afschrift van een brief van de Zweedse admiraal Klas Fleming, dd. 10/20 juli 1644, is aanwezig te Den Haag, ARA, Eerste afd., coll. Hugo de Groot, aanw. 1911 XXIII no. 8; zie nos. 6985, 6987 en 6994.
-
voetnoot10
- De jonge Zweedse graaf Magnus Gabriel De la Gardie bracht in Den Haag zijn thuisreis ter sprake. Op 15 september kon hij uitvaren op een schip van Louis de Geer; zie no. 7054.
-
voetnoot11
- Harald Appelboom zocht een drukker die een uitgave van de Latijnse versie van het Zweeds Manifest, dd. 16/26 januari 1644, op zich wilde nemen. De Amsterdamse drukker-uitgever Lodewijk (Louis) Elzevier gaf hem weinig kans van slagen; zie no. 6985.
|