Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14
(1993)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6600. 1643 december 19. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Het duel dat hier geweest is tuschen den hertogh van Guise ende monsieur de ColignyGa naar voetnoot2 is een gevolch van de voorgaende misverstanden tusschen de princesse van Condé als moeder van de hertoginne van Longueville ende de hertoginne van MombasonGa naar voetnoot3 gesteunt door het huis van Lorraine, welcke onlusten zoo diep zijn gewortelt dat meerder gevolch daeruit is te vresen, gelijck eertijds tuschen de huizen van Orleans ende Bourgogne.Ga naar voetnoot4 Den hertogh van Orleans,Ga naar voetnoot5 eerst geweest zijnde schoonbroeder van den hertogh van Guise, nu weder getrouwt aen het huis van Lorraine, waeruit die van Guise zijn gesproten, treckt de zaecke ter harte ende zoude dit, nevens eenige ongelucken van Vrancrijck, wel mettertijd de zaecke connen disponeren tot een paix, hoeveel andere mede machtigen daertegen zijn. De opinie van de qualiteiten van d'heer PauwGa naar voetnoot6 moet groot zijn bij deghenen die hem met zooveel moeite uit den hoeck haelen. Die de meeste aenbinders zijn geweest in Hollant tot dien cours die bij alle de steden is genomen, mogen wel toezien om dien bandt vast te houden; zullen anders groot peryckel loopen. De corruptiën zijn lichter heel af te snijden dan te maetigen, want de maet die aen elcx interpretatie hangt loopt zonder maet ende de ruimgestelde maecken het de naewbezetten haest moede. 't Is wel te geloven dat de ambassade vandaer naer EngelantGa naar voetnoot7 zal uitgestelt werden totdat men naerder ziet in de besoigne van den grave van Harcourt; die traech geschapen is voort te gaen gelijck oock die van milord GorynGa naar voetnoot8 alhier om de difficulteiten die in Engelant vallen op de ligue offensive. Ick meen de apparentie voor des conings zaecke beter is als voor het parlement ende dat men hier niet gezint en is het parlement zoo te qualificeren gelijck zij willen, alzoo dat waer van groote consequentie. Hoe de zaecken nu staen in Oost-Indië tusschen de Portugezen en de Hollanders zal ick zeer gaeren leeren mettertijd. Ende ben blijde dat de zaecken van de zee, waeraen Hollant ende Zeelant meer als aen de conquesten te landen is gelegen, werde[n] behartight nae behooren.Ga naar voetnoot9 | |
In mijne brieven aen anderen zal ick letten niet te breed te gaen.Ga naar voetnoot10 D'heer Spierinck crijgt oock advysen van monsieur Heufd, van Parent, advocaet alhier van de religie,Ga naar voetnoot11 ende van Sweden die hier zijn. De discoursen van monsieur GodefroiGa naar voetnoot12 waeren anders hier als daer in Hollant. Hier sprack hij dat de regiering tot haere zeeckerheit het oorloge van doen hadde. Daer spreect hij van genegentheit tot trefves, omdat anders de ligue die zij voorhebben niet veel en zoude voortgaen.Ga naar voetnoot13 Tot noch toe zie ick hier de zaecken noch in gelijck ick voordezen geschreven heb, maer continuatie van ongelucken ende de resolutie die den hertogh van Orleans mettertijd zoude connen nemen,Ga naar voetnoot14 zoude mogen veranderinge veroorzaecken. 19 Decembris 1643.
Vier aide des camps zijn gevangen ende ten deel gevallen aen de Beyerschen. Men meent mijne jongste zoon daeronder zoude mogen zijn.Ga naar voetnoot15 Van hem hebben wij, naedat de Françoisen Rotwiel naemen, geen schrijven nochte zeeckerheit. God geve het beste. De Beyerschen ende Lorrainsche zeggenGa naar voetnoot16 dat den cardinael Mazarini wat beter coop zal geven, hebbende voordezen de coninginne-regente verzeeckert dat hij de vijanden zoo gedwee zoude maecken dat zij de paix zouden aennemen, al waer het dat hij maer een van zijne laquaien met een billet zond nae Munster. Daer en is geen nieuw tractaet gemaect tusschen Vrancrijck ende Swede, maer alleen acte gegeven ter wederzijdeGa naar voetnoot17 dat men versta[e]t dat de tractaten voordeze gemaect blijven in haer geheel als raeckende niet alleen de personen, maer oock de rijcke. Maer Swede bij voorgaende conventiën heeft macht, zoo Vrancrijck lust heeft tot het oorlogh, haer vrede te maecken. Doch dit is secreet. | |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, uyt Paris, den 14 [sic] Decemb. 1643. |
|