spargat te in ea re plane secum sentire.Ga naar voetnoot18 Ignatii Epistolas, quas filius tuus ex Italia attulit,Ga naar voetnoot19 puras ab omnibus iis quae eruditi hactenus suspecta habuere, ideo admittere non vult, quia episcopatuum vetustati clarum praebent testimonium. Argumento alio non utitur quam quod in illis verba quaedam appareant elegantiora quam solent in apostolicorumGa naar voetnoot20 scriptis reperiri, quales sunt ἀξιέπαινοι, ἀξιομνημόνευτοιGa naar voetnoot21 et similia. Dixi
ego paris monetae vocabula non pauca esse in Clementis ad Corinthios Epistola, quam suspectam non habet.Ga naar voetnoot22 Adhaesisse haec diu ex lectione Graecorum qui nitidius scripserant.
Flamingii viri consularis mortem doleo;Ga naar voetnoot23 magnum in eo damnum et civitas vestra fecit et Hollandia. Ego si quem unquam videro qui ad ipsum pertineat, ostendam quanti faciam eam benevolentiam quam ille in rebus meis adversis mihi praestitit. Tuorum quam plurima edi velim, sed ita ut fiat id sine valetudinis detrimento. Ego nihil unquam magis pro te metui quam ne dum nihil temporis tibi perire sinis, vitam tibi accidas et sic iis noceas quibus prodesse supra vires corpusculi niteris.
Deus, vir eximie, tuis summis virtutibus, uxorique et liberis omnia det prospera. Uxor mea et filia idem precantur,
tuae eximiae Claritati addictissimus,
H. Grotius.
| |
Adres (volgens de Epist. eccl.): Gerardo Vossio Hugo Grotius S.P.
Adres (volgens de uitgave der Epist.): Gerardo Joanni Vossio.
|
-
voetnoot1
- Tekst naar Epist. eccl., p. 824 no. 578. Ook gedrukt Epist., p. 715 no. 1605. Copie Rotterdam, GB, RK, hs. no. 674, f. 44r, en copie Den Haag, Vredespaleis, op een van de schutbladen van I. Vossius, Observationes ad Pomponium Melam de situ orbis, Den Haag 1658, signatuur 166 B 25. Geciteerd Brandt-Cattenb., Leven II, p. 357, en Patrologiae Graecae tomus V, kol. 62-63. Antw. op no. 6358, beantw. d. no. 6412.
-
voetnoot2
- Isaac Vossius zou zijn thuisreis nog een jaar uitstellen.
-
voetnoot3
- In 1607 huwde Gerardus Joannes Vossius de dochter van de van oorsprong Franse theoloog Franciscus Junius (François du Jon) (1545-1602), onder meer predikant van de Waalse gemeente te Antwerpen en later, in de studiejaren van Grotius, hoogleraar in de godgeleerdheid te Leiden (Biogr. Lexicon voor de Geschiedenis van het Ned. Protestantisme II, p. 275-278).
-
voetnoot4
- ‘La Bibliothèque du Roi’, destijds gevestigd in een huis op de terreinen van het klooster van de Cordeliers (A. Franklin, Les anciennes bibliothèques de Paris II, p. 107-218, en Histoire des bibliothèques françaises 1530-1789, p. 75-206), Zie voor de ligging van de koninklijke bibliotheek ten opzichte van de andere in deze brief genoemde bibliotheken, Berty-Tisserand, Topographie historique du vieux Paris V, ‘Région occidentale de l'Université’.
-
voetnoot5
- De bibliotheek van de historicus Jacques-Auguste de Thou († 1617) in de rue des Poitevins. Na de tragische dood van de koninklijke bibliothecaris François-Auguste de Thou († 12 september 1642) nam de enige nog in leven zijnde zoon, Jacques-Auguste jr., het beheer van de collectie over (H. Harrisse, Le président de Thou et ses descendants, Parijs 1905).
-
voetnoot6
- De waardevolste banden uit de bibliotheek van de gebroeders Pierre (1539-1596) en François Pithou (1543-1621) waren in het bezit gekomen van de Parijse verzamelaars Pierre († 1651) en Jacques Dupuy († 1656). De 9000 gedrukte werken en 300 manuscripten die deze Parijse bibliofielen in de loop van de tijd hadden verworven, kregen na het overlijden van Jacques Dupuy een plaats in de koninklijke bibliotheek (L. Dorez, Bibliothèque Nationale, Catalogue de la collection Dupuy III, Parijs 1928, Introduction).
-
voetnoot7
- De met Grotius bevriende bibliofiel Jean de Cordes was eind juli 1642 overleden. Met het oog op de belangstelling van Richelieu voor diens bibliotheek was onder toezicht van Gabriel Naudé een Bibliothecae Cordesianae catalogus, cum indice titulorum opgesteld. Na de dood van ‘le grand cardinal’ diende kardinaal Jules Mazarin zich als gegadigde aan (A. Molinier, Catalogue des manuscrits de la Bibliothèque Mazarine I, Parijs 1885, Notice historique).
-
voetnoot8
- Toevoeging op grond van Epist. en copie Rotterdam.
-
voetnoot9
- Mr. Coenraed Burgh, zoon van de Amsterdamse koopman en diplomaat dr. Albert Coenraedsz. Burgh. Ten huize van de Zweedse ambassadeur te Parijs maakte hij zich enkele vaardigheden eigen die hem in 1647 goed van pas kwamen toen hij door het overlijden van zijn vader († 1647 te Nisjnij-Nowgorod (Gorki)) de leiding van een Staatse ambassade naar de tsaar moest overnemen (Elias, De Vroedschap van Amsterdam I, p. 327-331 en p. 453-454).
-
voetnoot10
- Coenraed van Beuningen, secretaris 1643-1650, vervolgens pensionaris van Amsterdam 1650-1660. Na zijn ambtsperiode stelde hij zich weer beschikbaar voor het vervullen van belangrijke diplomatieke missies (Schutte, Repertorium I, p. 104-107).
-
voetnoot11
- Grotius' Annotata ad Vetus Testamentum (BG no. 1137) werden in 1644 uitgebracht.
-
voetnoot12
- Om vergissingen bij het zetten van zijn Annotationes in Novum Testamentum (BG nos. 1135, 1138 en 1141) te voorkomen maakte Grotius alvast vertalingen van alle woorden die in zijn aantekeningen in het Grieks en Hebreeuws werden aangehaald; vgl. no. 6244.
-
voetnoot13
- Destijds had de hebraïst Menasseh ben Israël enige verkeerde correcties aangebracht in de door de gebroeders Blaeu verzorgde editie van Grotius' Annotationes in libros Evangeliorum (BG no. 1135).
-
voetnoot14
- In zijn brieven van 8 augustus had Grotius zijn correspondenten in de Republiek opmerkzaam gemaakt op het onlangs in de openbaarheid gebrachte ‘discours’ Consultatio de reformandis horis canonicis ac rite constituendis ecclesiasticorum muneribus van de Parijse kanunnik Claude Joly; vgl. nos. 6356 en 6370.
-
voetnoot15
- De Parijse drukker Sébastien Cramoisy had een uitgave verzorgd van de besluiten van het concilie van Constantinopel-Iasi van 1642 onder de titel Parthenii, patriarchae Constantinopolitani decretum synodale super calvinianis dogmatibus, quae in epistola Cyrilli nomine ante annos aliquot edita, falso Graecorum et Orientalium consensu recepta ferebatur ... Nunc primum ex Oriente allatum una cum Arsenii Hieromachi epistola Venetias missa, quae praefationis loco praefixa est, ed. Gabriel Cossartius, Parijs 1643.
-
voetnoot16
- David Blondel, predikant te Houdan, de latere opvolger van Gerardus Joannes Vossius aan het Athenaeum Illustre te Amsterdam (DBF VI, kol. 698-699; NNBW VII, kol. 143-144), liet zijn Apologia pro sententia Hieronymi de episcopis et presbyteris hoofdstuk voor hoofdstuk bij de Amsterdamse uitgever dr. Joan Blaeu drukken. Tijdens een bezoek aan de drukkerij had de Haagse hofpredikant
André Rivet vernomen dat de zetters problemen hadden met het lezen van de kopij (Bots-Leroy, Corresp. Rivet-Sarrau I, p. 3, en II, p. 50).
-
voetnoot17
- Eerder had David Blondel de suprematie van de paus bestreden in het in 1641 te Genève verschenen tractaat De la primauté en l'Eglise; auquel les annales du cardinal Baronius, les controverses du cardinal Bellarmin, la réplique du cardinal Du Perron et autres sont
-
voetnoot17
-
confrontées avec la response du sérén. roy de la Grande-Bretagne (A. Cioranescu, Bibliographie de la littérature française du dix-septième siècle I, p. 367-369).
-
voetnoot18
- Blondel zal doelen op Vossius' Dissertationes tres de tribus symbolis, Apostolico, Athanasiano et Constantinopolitano, Amsterdam 1642 (Rademaker, Life and Work of Gerardus Joannes Vossius, p. 152 n. 519 en p. 319-322).
-
voetnoot19
- De door Isaac Vossius vervaardigde transcriptie van een Griekse codex met brieven van Ignatius van Antiochië († ca. 107). Deze vondst leidde in 1646 tot de editie Epistolae genuinae S. Ignatii martyris, quae nunc primum lucem vident ex bibliotheca Florentina; addunttir S. Ignatii Epistolae, quales vulgo circumferuntur; adhaec S. Barnabae Epistola ... Edidit et notas addidit Isaacus Vossius.
-
voetnoot20
- De Epist. en de copie te Rotterdam geven: ‘elegantiora quam solent in apostolorum scriptis reperiri, qualia sunt ...’. De daarop volgende Griekse woorden zijn in alle bronnen corrupt weergegeven.
-
voetnoot21
-
Epistolae genuinae, p. 54 en p. 73. In de Ignatius-editie die in 1894 in tomus V van de Patrologia Graeca werd opgenomen, verschijnen de woorden in de aanhef van de brieven ‘Ad Romanos’ (kol. 685 en kol. 801) en ‘Ad Tarsenses’ (kol. 888).
-
voetnoot22
- De eerste brief van paus Clemens I aan de Corinthen (Patrologiae Graecae tomus I, kol. 199-328). In 1634 verdedigde Grotius in een schrijven aan Jérôme Bignon de authenticiteit van deze brief; zie nos. 1844, 1931 en 1938 (dl. V).
-
voetnoot23
- Dirck de Vlaming van Oudtshoorn had in de bestandstwisten het standpunt van raadpensionaris Oldenbarnevelt verdedigd. Toen Grotius in 1631 weer in de Republiek verscheen, was hij een van de eerste Amsterdammers die hem in bescherming namen; vgl. nos. 1726 en 1731 (dl. V).
|