Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14
(1993)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6198. 1643 mei 2. Aan [P. Spiring Silvercrona].Ga naar voetnoot1De coniginne, die dagelijckx is bij de coning ende geen gebreck en heeft van cloucke luyden die haere Majestijt raed geven, als sijn de mareschal de Scomberg,Ga naar voetnoot2 den bisschop van Beauvais ende den president Bailleul,Ga naar voetnoot3 arbeid om de maght wat ruimer te hebben, gelijck voorwaer noyt regente voordesen sooveel is gelimiteert. Den coning spreeckt niet wel van den overleden cardinael, waerdoor de gemeente opgehitst heeft gemeent des cardinaels lichaem te mishandelen, uytgevende dat de coningh bij hem was vergiftight. Maer de plaetse is rondom met muiren ende wachten beset ende men seght dat het lichaem selve vandaer hijmelijck is weghgebracht nae de Bastille.Ga naar voetnoot4 Madame d'Esguillon doet oock uyt vreese van de gemeente haer huysGa naar voetnoot5 sterck bewaren ende heeft bij naght haer beste meubelen wegh doen brengen in verscheyden cloosters. Monsieur de Pont-Curlay, een van de erfgename van den cardinael, dese dage te hoof sijnde, werd van veele met onbeleefthijt begegent, waerover de marescal de Bassompiere hem raed gaf te vertrecken alsoo den tijt hem niet gunstigh en was.Ga naar voetnoot6 Des conings gesonthijt geeft nuw wat hoops met wijnigh apparentie van heel te beteren gelijck wel waer te wenschen. Den coning moeit sigh niet meer met de saecken van dese werelt ende de coninginne nogh niet, alsoo haer de regentie niet is gegeven dan nae des conings doot. Hieruyt comt [dat] op veele saecken niet en | |
wert geresolveert gelijck over het gouvernement van Bretagne, sijnde in questie tusschen den hertogh van Vendosme ende den marescal de La Milleray.Ga naar voetnoot7 Nae de pais seght men dat gaen den hertogh van Longueville, messieurs d'Avaux et de Saint-Chaumont,Ga naar voetnoot8 den grave van Chavigny daervan sijnde ontlast door het versenden van de Noyers, die hem die commissie hadde geprocureert.Ga naar voetnoot9 Monsieur Beringa is bij den coning wel onthaelt geweest gelijck andere voordese ongeluckige.Ga naar voetnoot10 De compagniën des guardes te Saint-Germain sijn versterckt; oock die van de regimenten in 't leger bij Amiens gegaen waeren, sijn terugge ontboden; ruiters ende voetvolck geleght in de naeste dorpen. Een gerught heeft door de stat geloopen dat eenige dessein hadden van de daulphinGa naar voetnoot11 wegh te voeren, 'twelck ick meen te sijn buyten fondament, gelijck oock het gerught tegen de jesuïten, tot welcker voordeel publicatie is gedaen van haer niet te misseggen noghte te misdoen.Ga naar voetnoot12 De ruyters die in de Nederlandsche grentsen een intoght hadden gedaen,Ga naar voetnoot13 sijn t'huys ontboden ende werden recreutes gesonden aen de marescal de Guebrian, die sonder deselve geen intoght kan doen in Duytslant. Twee maend solds ende een half is daer betaelt ende sijn daer gecomen duysenttweehondert man te voet. Anderen sullen volgen, men seght tot vierduysent toe, apparentelijck tot bewaring van de steden in Elsace, ende vooral Brisac, alwaer Erlach noch sieck is, ende Ossenville ofte siecke is, ofte de sieckte maeckt om niet te hove, daer hij ontboden is, te commen in een tijt die voor hem is ongelegen.Ga naar voetnoot14 Wij en weeten nogh niet wat de Wijmaerschen doen sullen nopende den eed haer bij Vranckrijck voorgehouden sonder vermaen van Duytsland.Ga naar voetnoot15 't Schijnt dat sij daerop nogh niet eens en sijn. Motte-Odincourt heeft, soo men ons seght, een trouppe der Spaensche geslagen end daerdoor de Vallée d'Aarang, die afgevallen was, weder gebraght tot de gehoorsaemhijt | |
van Vranckrijck.Ga naar voetnoot16 Die van 't casteel van Tortona hebben eenen uytval gedaen ende daerdoor eenige vivres becomen, waerdoor gestijft sijnde sij te langer 't beleg sullen connen uytstaen ende verwaghten wat prins Thomas sal kunnen doen.Ga naar voetnoot17 Monsieur du Hallier sal sijn marescal de France.Ga naar voetnoot18 Den keyser tracht de churfurstelijcke vergadering te scheyden, hope gevende van een generael, ende wil niet dat de gedeputeerde van de Duytsche princen op de conferentie van de vrede sullen compareren met reght van stemmen.Ga naar voetnoot19 Den vorst van Beyeren handelt met den keyser over eenige landen aen de Ens,Ga naar voetnoot20 ende met Vranckrijck over de neutralitijt door intercessie van de paus' nuntiën.Ga naar voetnoot21 Geeft oock uyt dat hij voor sijn creitz ende dat van Swaben ende Franckenland de neutralitijt van Vranckrijck kan becomen als hij wil. Die van GenuaGa naar voetnoot22 hebben in dese occurrentie den paus goede diensten gedaen; arbijden door vrunden ende gelt de eer te becomen om gehandelt te werden gelijck Venetië. Den Grooten Hertogh heeft vooralsnogh aen 't volck van den hertogh van Parme over sijne landen geen passage willen vergunnen, willende verwachten wat met de Republycke van Venetië sal werden besloten, alwaer hij ende die van Modena tot dien eynden haer gesanten hebben. Ondertusschen heeft den hertogh van Parme veele schepen op de Po, men weet niet tot wat einde. De paus continueert lichtinge te doen te paerd en te voet, ende Rome te fortificeren. Heeft oock na Perusia gesonden tweeduysent te voet, achthondert te paerd, doch het cannon dat hij van Viterbe weder heeft doen comen ende brengen in 't casteel Synt Angla,Ga naar voetnoot23 geeft aen die van Italië hoope van accommodement door vrede ofte bestant. Eenige meenen dat tot de ambassade om de vrede te maecken EsmeryGa naar voetnoot24 sal gaen in plaetse van Saint-Chaumont. In de saecke van 't gouvernement van Bretagne schijnt dat de saecke sal werden geaccommodeertGa naar voetnoot25 in die vougen [dat] den hertogh van AnjouGa naar voetnoot26 de titel sal hebben van gouverneur van Bretagne ende Milleray van lieutenant ende de hertogh van Vendosme een ander gouvernement. | |
Bovenaan de copie staat: Paris, den 2 May 1643. |
|