Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 14
(1993)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd6150. 1643 maart 28. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Des conincx dispositie is onzeecker, maer men zegt gestaedigh dat die wat betert. Den hertogh van Anguien is zeer zieck;Ga naar voetnoot2 men meent den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot3 zal gaen in zijne plaetse tot bewaering van de frontieren van Picardië ende La Millerai tot die van Champagne,Ga naar voetnoot4 alwaer tweeduizentvijfhondert Schotten zijn gezonden zich houdende ontrent Reims. Prince Thomas is met achtduizent man bezigh om het casteel van Tortone te ontzettenGa naar voetnoot5 ofte eenige plaetse van den vijant aen te tasten. Dit zijn de discoursen aengaende 't oorlogh. Maer veel grooter vallen de discoursen van de aenstaende conferentie tot de vrede, die halff Mey zoude beginnen tot Munster.Ga naar voetnoot6 Den grave van Chavigny, een van de principaelste van het credyt alhier, zegt dat hij derrewaert gaetGa naar voetnoot7 met d'heeren d'AvauxGa naar voetnoot8 ende La Tuillerie.Ga naar voetnoot9 Veele courieren werden aen alle canten uitgezonden ende men spreect veel dat de zaecken geprepareert werden tot een bestant, 'twelck misschien voor de cours van Swede niet en waere te wenschen. De Beyersche ende die van de omliggende landen hebben een particuliere vergadering tot Bamberg.Ga naar voetnoot10 MiltenbergGa naar voetnoot11 hebben zij wederbecomen. Den hertogh van Vendosme is op zijn huis te Annet. Desselfs soon, den hertogh van Beaufort, heeft acces bij den coning becomen, 'twelck zeldzaem is in dezen tijd.Ga naar voetnoot12 Bij Mirabel in Catelagne zeggen de Fransoisen dat zij verslagen hebben vierhondert, gevangen twaelffhondert.Ga naar voetnoot13 Men hoogt hier de imposten op het zout, bier, wijn. | |
't Bestant daervan men hier spreeckt, zoude zijn voor het eerste van drie maenden.Ga naar voetnoot14 28 Martii 1643. | |
In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 28 Martii 1643 uyt Paris. |
|