Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13
(1990)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5727. 1642 mei 24. Aan N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, De zaecken van Engellant, voor zooveele dezelve ons zijn bekent, doen mij geloven dat voor den coninck aldaer niet goeds en is te wachten. Ende zoo de autoriteit van het parlement voor twee jaeren vast werdt gestelt,Ga naar voetnoot2 is te vresen dat nae die twee jaeren hetselve zal continueren. Van de religie heb ick mede de opinie dat men de zaecke zal herstellen zoo die geweest is ten tijde van de coninginne Elizabet, de bisschoppen laetende,Ga naar voetnoot3 doch met uitsluiting van het polityck - 'twelck met de oudste canones best overeencomt-ende in 't kerkelijck haere macht besnoeiende met synoden, 'twelck nut can zijn. Die de beelden ingebracht hebben, daer die niet en waeren ende saeculi typhum gemengt hebben cum cura episcopali, hebben niet weinigh oorzaecke gegeven tot dese onsteltenisse. Ick zal verlangen nae de tijdinge van de tocht van sijne Hoocheit ende van 'tgunt passeert in Brasyl ende Sint Thomé, ende zoo iet notabels passeert in het verreizen van de heer Spierinck nae Sweden.Ga naar voetnoot4 | |
Mijn boeck tegens monsieur Rivet zende ick uwe Ed.Ga naar voetnoot5 Ick heb het laeten zien, eer het gedruckt wierd, aen monsieur de La Milletière ende aen père Petau, die als lang geleeft hebbende onder die van de religie ende haere maximen wel verstaende, deze als zijnde zeer moderaet geworden ende oprechtelijck genegen zoo tot verbetering als tot een redelijcke vereeniging, waertoe hij veel can bijbrengen als zijnde in de antiquiteit zeer ervaeren.Ga naar voetnoot6 Aen de Hollandsche predicanten zal al dat ick doe niet smaecken, in Engelant ende Duitschlant misschien aen eenigen. Mijne Annotatië[n] op de vijf boecken Mosis zijn al gedruckt. Ick hoop die op het heele Oude Testament zullen gedruckt zijn t'einde van dit jaer. Den druck is schoon.Ga naar voetnoot7 Een doctor van de Sorbonne helpt de prouven overzien.Ga naar voetnoot8
De vrunden van den cardinael de RichelieuGa naar voetnoot9 vresen dat hij niet lang zal leven ofte immers buiten credyt zijn, alsoo de zwackheit van het lichaem zichzelff consumerende door apostemen oock het verstant verswackt. Den coninck heeft het brevet gescheurt 'twelck den cardinael had doen instellen om alle de cardinalen preseantie te geven boven de princen van het bloed, uitgenomen des conincx kinderen, in welcke zaecke den duc d'Anguien courage heeft getoont.Ga naar voetnoot10 De coninginne blijft oock bij haere kinderen niettegenstaende den brief die den cardinael had doen schrijven. Ende den coninck door den cardinael Mazarini, die bij den cardinael de Richelieu was afgezonden, verzocht zijnde weder te comen nae Narbonne heeft zulcx niet goedgevonden. Den gouverneur van Perpignan had verzocht aen den coning van Spaignie te mogen zendenGa naar voetnoot11 belovende, zoo in zeeckeren tijd geen secours en quame, de stadt te zullen overgeven, maer niet het casteel. Maer de Fransoisen willende dat hij oock beloven zoude het casteel over te geven ende hij dat niet willende doen, zoo is het zenden achtergebleven. La Motte-Odincourt hebbende becomen Col de Ballaquer ende een fort op d'Ebro gaet Tortosa belegeren.Ga naar voetnoot12 De macht ter zee is oock groot ten beide zijde op die custen, want de Spaegnaerden hebben daer vijftigh galeoenen, veertich galeien; de Fransche vlooten zijn daer oock gecomen, van de Middellandsche Zee twintich galeien, twintich andere schepen, van de NoordzeeGa naar voetnoot13 vijfendeveertich goede schepen, twintich brandschepen, noch vijfendetwintich cleine schepen. Zoo de Fransoisen Perpignan connen crijgen ende enigh voordeel bekomen ter zee, zoo zullen zij Roses belegeren. La Bassee is overgegeven den 13 deser. Achtienhondert man zijn daeruit getrocken. Melos heeft meer als dertichduizent man, alzoo Becx zich daerbij heeft gevoucht; belegeren nu Casteau-en-Cambresis, daeraen zij geen lang werck zullen hebben, ende gaen daernae, zoo men meent, nae Landresis. Du Hallier maect een clein leger ende men zeit de Fransoisen wel | |
zouden mogen Offenburg belegeren. De keisersche vresen oock voor Philipsburg ende stercken henzelve zeer.Ga naar voetnoot14 De conincrijcken van Spaegnie brengen bij den anderen al het volck dat zij connen, ende te Napels werdt een vloot gereed gemaect. Dat Tercera heel aen de Portugesen is, werdt niet meer getwijffelt. Anders doen de Portugesen gantsch niet, waerover men hier niet wel tevrede is. Men oordeelt hier dat dit jaer vruchtbaer zal zijn in wijn ende coren ende werdt generalijck zeer verlangt nae de vrede. Den 24 Maii 1642.
Een galei van Spaegnie heeft te Genua gebracht seshondertduizent ducaten. Het drucken van de papieren mijn particulier raeckendeGa naar voetnoot15 vinde ick hoochnoodigh ende metten eerste, zoo tot conservatie van het recht als van de eere. | |
Adres: Mijnheer/mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant, in Den Hage. Port 15 s. In dorso schreef Reigersberch: Broeder de Groot, den 24 Maii 1642. Cardinaels swachijt; biscoppen in Engelant. |
|