Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 13
(1990)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5717. 1642 mei 12. Van N. van Reigersberch.Ga naar voetnoot1Mijnheer, Eyndelynge heeft Hollant mede met meerderheyt van stemmen in een ambassade naer Engelant geconsenteertGa naar voetnoot2 onder restrictiën van geen ander materiën te handelen als van de accommodatie tusschen den conynck ende het parlament nochte den staet nergens in te verbinden ofte obligeren; hetwelcke bij de ander provintiën oock goetgevonden sijnde, is als ambassadeur genomineert den pensionaris Boreel, die beneffens den heer Joachimi, die mede tot dese actie extraordinaris wort gemaeckt,Ga naar voetnoot3 dese commissie is opgeleyt sonder adveu van Leyden ende de steden van het Noorderquartier, die de besendynge niet goet hebben connen vinden. De opinie is dat, indien den conynck voor de aencomste van de ambassadeurs niet alreede tot Lonnen is gecommen, sij sijne Majesteyt sonder moyte bij het parlament sullen brengen, alsoo den conynck niet alleen hem vint sonder aenhanck ende gevolch maer oock verlaten van veele die sijne Majesteyt duslange hebben gevolcht, namentlijck den grave van Zuythampton, die hem heeft geretireert, naerdat den conynck hem hadde aengeboden de charge van den grave van Hollant, die hij om de interdictie van het parlament heeft gerefuseert.Ga naar voetnoot4 Den grave van Briston heeft het parlament sooveel contentement gegeven, dat [hij] uyt den Tour is ontslagen,Ga naar voetnoot5 soodat nu apparentie is dat alles sonder wapenen in Engelant sal worden beslist, maer tot weynych voordeel van de autoriteyt van den conynck. Warom het parlament te minder soude mogen verstaen eenyge tusschenspraecke te admitteren, dat licht geloven sal desen staet den conynck soude willen favoriseren, daer nochtans de meeste menychte niet toe en is genegen. De Engelsche kercke meent men dat het parlament sal laten sulckx die ten tijde van de coninginne Elisabeth is geweest, ende dat tot dien eynde een convocatie van kerckelijcke is gedaen, soodat de biscoppen souden blijven, dan het temporel gesach haer soude worden benomen ende haer incommen, oorsaecke van te veel prachts, vermindert. Dat sijn hier de gemeene advisen. | |
Andere seggen de gemeente binnen Jorck ende Hul in faveur van den conynck op de been is geweest ende den conynck tegens wille van de gouverneur in Hul hebben willen laten, doch dat sijne Majesteyt niet heeft gewilt.Ga naar voetnoot6 De patenten sijn nu geteyckent om tegens den 25 deser te sijn bij de schans van de Voorn.Ga naar voetnoot7 Seven scepen met 2000 kisten suycker sijn onder lant; de tijdynge die sij brengen sijn noch onbekent, maer men mompelt Sint Thomé om de ongesontheyt is verlaten ende eenyge willen dat de Poortugesen, siende de swacheyt van de onse die meest sieck waren, die in scepen hebben doen gaen ende wechgesonden. Gisteren is hier oock gearriveert den ambassadeur van Portugael,Ga naar voetnoot8 die lange in Engelant is geweest; wij sullen horen wat hij [wenst]. Dat de Portugesen Tersera hebben ... .Ga naar voetnoot9 Spierynck meent te verreysen met het eynde van de lopende weecke.Ga naar voetnoot10 Riveth seyt hier dat een raetsheer van de Chambre mi-partie hem heeft geadviseert dat uEd. sijn schrift tegens hem gestelt met père Pitaut heeft gecommuniceert,Ga naar voetnoot11 'twelck is om hier gelove te doen vinden dat uEd. onder schijn van middelaer de hulpe aen de roomse kercke biet. Ick sal verwachten wat daervan is. Desen 12 Mey 1642. | |
Adres: Mijnheer/mijnheer de Groot, raedt ende ambassadeur ordinaris van de coninginne ende crone van Sweden bij den alderchristelijcksten conynck. Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 22 Mey 1642. En in dorso: 12 May 1642 Reigersberg. |
|