Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 12
(1986)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd5079. 1641 februari 25. Van P. Spiring Silvercrona.Ga naar voetnoot1Mijnheer, U Excellentz seer waerde ende hoochaengenaeme comunicatie van den 16 desesGa naar voetnoot2 is mij seer wel geworden; bedancke u Ex.en voor goede comunicatie. Daerentegens is zeder[t] mijnen lestenGa naar voetnoot3 hyer geresolveert tot secours von Jan de Vierde, coning in Portugael, te equippeeren eene scheepsarmada bestaende in 20 scheepen, waertoe boven de 20 noch 10 scheepen van d'Indische Compagniën sullen werden versocht, maeckende 30 scheepen tsaemen, waerop men reeckent aen officiers, bootsvolck ende soldaeten sullen gebracht worden in de 6000 man.Ga naar voetnoot4 Het geld werd van de provintiën tot dese equippagie alreets tsaemengebracht ende meend men die tegen medio April seylreedt te hebben. Oock werde ich voor seecker berecht dat een placaet sal werden gepubliceertGa naar voetnoot5 dat den particuliere soowel als andere vrij sal staen onder dese vlaggens protectie naer Portugael te seylen om haer fortuyn op de Spagniard te maecken. De ratificatie van de tractaeten tuschen de hoochloffel. croone Sweden ende desen stae[t] gemaect,Ga naar voetnoot6 die, gelijck voor desen gemelt, volntrocken is, sal door een gedeputteerde uyt desen staedt,Ga naar voetnoot7 soo ick meene, naer het rijcke gespedieert werden, denwelcken mischien naerder te tracteeren commissie sal hebben. Wat wij van Regensporch hebben, heeft u Ex.en uyt bijgaende copyGa naar voetnoot8 [te] sien. Hiermede, naer u Ex.en met desselfs famille godelijcker protectie bevolen hebbende, verblijve ick u Excellentzie dienst- ende vruntwilligen. | |
Haagh, den 25 Feb. 1641. | |
Bovenaan de brief schreef Grotius: Rec. 5 Martii. |
|