Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 11
(1981)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4460. 1640 januari 7. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Bedanckende uE. van den brief van den 26 December van het voorleden jaerGa naar voetnoot2 wensche ick uE. ende ons geluck in het ingaende. Die van RotterdamGa naar voetnoot3, sie ick, toonen haer onredelijck, doch hetselve comt mij niet onverwacht voor ende daerom blijve ick van opinie, dat noch wij nochte de onsen aldaer iet goeds hebben te verwachten. Wij sullen sien, wat middelen Godt ons sal geven om het onse te becomen. Ick sal seer gaeren van tijd tot tijdt verstaen wat de heer van SomelsdijckGa naar voetnoot4 sal uitrechten in Engellant. Wat mij aengaet, ick en sie alsnoch daertoe geene groote apparentie, dat wij Engellant aen onse zijde sullen crijgen, ende sonder dat sie ick niet, hoe wij den churfürstGa naar voetnoot5 uit sullen krijgen. 't Parlement van Engellant gaet voort in April ende werdt gehoopt, dat de quade proceduiren van de Schotten aldaer seer sullen werden geïmprobeert, waernae in Junio den coninc meent te gaen nae Schotlant, om daer een wettelijck parlement te houden nae de oude costume. | |
De landgravinneGa naar voetnoot6 schijnt haer met Vrancrijck niet vast te willen maecken, eer sij verseeckert sal sijn oock van Swede, waerop wij tijding verwachten. Die van Gulick meene ick, dat de inquartiering van LamboiGa naar voetnoot7 quaelijck sullen connen beletten. Van Ragosky'sGa naar voetnoot8 intentie blijve ick in twijffel. Soo doet oock mijnheer CamerariusGa naar voetnoot9, ende achte, dat den Grooten HeerGa naar voetnoot10 sijne meeste desseings hebbende op Italië ofte daerbij leggende eilanden niet licht in Hongaeren ofte daerontrent ombrage sal willen geven. Mij dunct de excuse soo te sijn van deghenen, die haer begeven hebben in den crijgh om in Nederlant te dienen, niet en verstaen geobligeert te sijn om nae Brasyl te gaen, tenzij men haer daertoe can induceren. Ick mercke men hier voor de handeling van Swede seer vervaert is, wetende, dat aen Swede occasie gegeven is om apart te handelen, als sij wilden gaen nae rigeur, doch houde apparent, dat den tijdt van de exspiratie van het tractaet met VrancrijckGa naar voetnoot11 sal werden uitgewacht. Men hoopt hier, dat den prins van Orangië vrouch in 't velt sal comen. Mijnheer den graeff van NassauGa naar voetnoot12 heeft de commissie becomen van den coningGa naar voetnoot13 om over den doop te staen van den tweede soon van den prins van OrangiëGa naar voetnoot14, waerop veele discoursen vallen alhier, ende apparentelijck in Hollant sullen vallen. Ick sie men hier becommert is met de saecken van Sweden, insonderheit om de aenstaende vergadering van den stenden, welcke occasie ick sooveel ick can gebruicke tot verlossing van de heer marescal HornGa naar voetnoot15, daer God geluck toe geve. D'heer WinterbanckGa naar voetnoot16 heeft sijne brieven van den coning ende coninginne van Engellant overgelevert in 't Bois de Vicenne aen mijnheer den churfürst-palsgraef ende met sijne Doorluchticheit gesproocken in 't fransch, alles in presentie van d'heer van ChavignyGa naar voetnoot17, daertoe sijnde gecommitteert. Van de verlossing ofte detentie van sijne Doorluchticheit werdt verscheidentlijck gesproocken. De Engelschen seggen, dat haeren coning tot geen handeling met Vrancrijck wil verstaen, eer de verlossing is geschiet, ende werden hier tot dien einde uitgestrooit meest bij die van de religie veele geruchten van preparatie van volck ende wapenen in Engellant, van accommodement met Schotlant ende meer diergelijcken. In Italië werdt voor seecker van tresves gehandelt, soo deselve niet gemaect en is. Van Salza vind ick dat waer is, dat ick gemeent had, dat eenigh accoord is gemaect van stilte, tot tijding soude gecomen sijn uit Spaignië, dewelcke nu gecomen sijnde de stadt sal overgaen. Mazarini is van Rome hier gecomen, soo om de differenten van Rome ende Vrancrijck te accommoderen als om te arbeiden tot een paix ofte tresves. Wij hebben hier oock, doch noch schuilende, den ambassadeur van PolenGa naar voetnoot18. De | |
landgravin sie ick, dat eenige swaericheit vint ofte voorwent over eenige veranderinge bij Vrancrijck gemaect in het tractaet, maer meest, soo mij dunct, siet op Swede ende sich niet gaeren verbinden soude aen Vrancrijck ofte de verbintenisse bekent maecken, anders als vast sijnde met Swede. Die van Genève meenen eenighe desseings ontdeckt te hebben van Vrancrijck op haere staet, 'twelck de Switsers, die in de Fransche alliantie sijn, ende over de progressen van Vrancrijck bij Brisac ende daerontrent seer ontstelt sijn, te meer stelt in diffidentie sijnde deselve Switsers ondertusschen oock niet wel met haere bondgenooten hangende aen de zijde van Spaignië. De Grisons hebben haere gedeputeerdeGa naar voetnoot19 van nieuws in Tirol tot naerder correspondentie. In 'tselve lant sijn bij den anderen eenige trouppes uit Italië tot duisent te voet, tweeduisent te paerd. De broeder[s] van den hertogh van WijmarGa naar voetnoot20 hoogloffelijcker gedachtenisse hebben haere gedeputeerden tot Brisac om particuliere affairen. Ter selver plaetse werd verwacht OssenvilleGa naar voetnoot21, neef van monsieur de NoyersGa naar voetnoot22, met gelt, dat daer seer van noode is. Den 7 January 1640, welck jaer ick alle de heeren ende vrunden geluckigh wensche.
Wij verstaen, dat ConingsmarckGa naar voetnoot23 is bij de abdie van Corbie, GleensGa naar voetnoot24 volck veele haer winterquartieren hebben in Frankenlant, eenige in de Ringau, tot duisent te Mentz, eenige in den Opperpaltz ende Würtenbergerlant; dat den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot25 Eberberg heeft genomen ende daer veel coren ende wijn gevonden; dat de cant van de Mozel bij de vijanden sterck is bezet; dat in Nederlant ontfangen sijn uit Spaignië twee millioenen ende een halff ende licht[i]nge aldaer geschiet om in Spaignië te passeren; dat te Wenen seer werdt gearbeidt om de macht van den Turck nae andere quartieren te diverteren. Een regiment van den vijant is ontrent Hohentwiel. Van Salza's overgaen werdt nu niet getwijffelt. Eenige regimenten werden te hulp gesonden aen den hertogh van Longueville. Men seit te Brisac gevecht is geweest tusschen de Duitschen ende Fransoisen. Den cancellier van VrancrijckGa naar voetnoot26 heeft door last van den coning het parlement van Rouaen, la cour des aides et le bureau de finances aldaer de bediening van haer ampten verboden ende belast uit de stad te vertrecken. Veele uit Normandië vertrecken nae Jarnsey en Garnsey. Den coninc eischt van de clergé van Vrancrijck drie millioenen, maect seven nieuwe edicten. Mazarini presenteert aen den cardinael de Richelieu de legatie a latere voor ses maenden. Den cardinael wil deselve voor soo corten tijdt niet ontfangen. | |
Adres (boven aan de brief): Aen mijnheer mijnheer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raide in Hollant. In dorso schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot, den 7 Ianu. 1640, Churfürst Pals. |
|