Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 10
(1976)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd4210. 1639 juli 16. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot5.Mijnheer, Uit uE. brief [van] den 25 junij uit Groninge geschreven verstae ick seer gaeren uEd. gesontheit ende de hoope, dat uE. haest weder nae Hollant sal keeren, waernae mijne huisvrouw met reden verlangt. Uit 'tgunt uE. verhaelt van het humeur van AelianusGa naar voetnoot6, oock de advisen die deselve mij geeft in mijne saecken gelove ick vastelijck. 't Schrijven aen ThucydidemGa naar voetnoot7 had ick gewenscht dat van den beginne af geschiet waer; dient noch te geschieden sonder uitstel. Ick en can daertoe niet contribueren, alsoo niet anders en dient gedaen dan de historie naestelijck verhaelt. Iuris sive officij quaestio minime obscura est inter eos, qui amicitiae et fidei regulas norunt. Daerbij can uE. vougen een maetigh beclagh van de rouwe bejegening. Hoe grooten vrund Thucydides van Aelianus soude mogen sijn - ick weet wel dat hij over desselfs humeur verscheide maelen geclaegt heeft -, soo en can hij sulck schrijven niet quaelijck duiden. Dat uE. eene familiariteit, die soo quaelijck gelucht is, afsnijdt is niet vremd. Ick en can oock sulcx niet improberen lettende op sijn schrijven. | |
Van den advocaet GraswinckelGa naar voetnoot1 had ick beter verwacht. Mijnheer de baron OxensternGa naar voetnoot2 heeft op mijn versoeck op dese materie aen mijnheer den rijcxcancellier, sijnen oom, geschreven, maer alsoo sijne Gen. den brief aen d'heer Spierinck heeft gesonden, twijffele ick, off deselve bestelt sal sijn. StellaGa naar voetnoot3, die nu hier te Parijs is, maer haest gaet bij cardinael de RichelieuGa naar voetnoot4, alsoo ick hem uE. bejegening met Aelianus verhaelde, seide mij terstont die van ScarinusGa naar voetnoot5 dat heeft verhaelt, is geweest BrassetGa naar voetnoot6. Ick heb mijne justificatie gedaen mondeling aen den heer BulionGa naar voetnoot7, schriftelijck aen monsieur de NoyenGa naar voetnoot8, die onlancx noch iet vanwegen den coninckGa naar voetnoot9 op mij versocht heeft, ende belooft den coninc van mijne goede diensten te sullen onderrechten. Mij is noch onlancx liberaliteit vanwegen den coninc gepresenteert, die ick beleefdelijck heb geëxcuseert aenbiedende alle mogelijcken dienst. UE. gebesoigneerde te Groningen sal ick bij gelegentheit garen verstaen. De soonGa naar voetnoot10 van monsieur De Gastines in een brief aen deselve sijne vaderGa naar voetnoot11 bedanckt sich seer over uE. beleefdheit. De vrundschap, die ick met monsieur de Hages'Ga naar voetnoot12 grootvaderGa naar voetnoot13 ende met de vader van dese jonge edelman heb gehadt, obligeert mij uE. daervoor zeer te dancken: waer ick dat noch bij sal doen, dat de suster van monsieur de GastinesGa naar voetnoot14 is getrouwt met monsieur De BotruGa naar voetnoot15, principaelste favoryt van mijnheer den cardinael, ende dat den marescal de ChastillonGa naar voetnoot16 met dit gantsche huis altijdt seer groote vrundschap heeft onderhouden. Den coninck ende mijnheer den cardinael sijn te Peronne, 't groote leger noch bij Hesdin, 't ander onder den mareschal de Chastillon bij Guise. PicolominiGa naar voetnoot17 blijft naebij die twee legers om haer desseings te beletten, waeruit ick meen, dat voor dit jaer in dese quartieren niet groots sal sijn te wachten, te minder alsoo den hertogh van LotharingenGa naar voetnoot18 met sesduisent man ende de garnisoenen, die Piccolomini ontrent Metz heeft gelaeten, de Françoisen, die in Lorraine sijn, veel wercx geven. | |
Den keiserGa naar voetnoot1 laet Piccolomini voor dit jaer aen den cardinael-infantGa naar voetnoot2 ende sal in recompense van Spaegnië gelt ontfangen om nieuw volck aen te nemen, waertoe nu hondertduisent rijcxdaelers op goede reeckening sijn getelt. Den sargeantmajoorGa naar voetnoot3 die binnen Hesdin is geweest is bij sententie onthooft, omdat de buitenwercken niet lang genoech sijn gedefendeert geweest ende omdat het buscruyt niet nae behooren is gemenageert gewerden. Den gouverneurGa naar voetnoot4 is geëxcuseert, omdat hij door sijne sieckte ende quetsuiren de sorge aen den voorss. sargeant-majoor heeft moeten overlaeten. Den hertogh van WimarGa naar voetnoot5 doet Joux ende S.t Hippolyte stercken ende de andere plaetsen, die sijne Fürst. Genade in de Franche Comté becomen heeft demanteleren. Van 't belegh van Salines is noch niet seecker; den marquys de VilleroyGa naar voetnoot6, die sich bij denselve hertogh soude vougen is, soo men seit, bij Schlestadt. Den overste BetzGa naar voetnoot7 van 't hoff gecomen sijnde gaet weder daer nae toe. Seit mij, dat den coninck bereidt is Jan de WaertGa naar voetnoot8 ende EnckenfortGa naar voetnoot9 te stellen in handen van sijne Fürst. Genade, maer versoect wat uitstel totdat op de lossing van de heer de FeuquièreGa naar voetnoot10 ende die bij hem sijn eenigh accord sal sijn gemaect, 'twelck misschien lang sal aenloopen. Mijnheer den prins van CondéGa naar voetnoot11 is de gracht bij Salze gepasseert; resteert de muir te mineren ofte te sapperen, een werck op 't oude fatsoen. 't Is droef te verstaen dat een casteel op de platte gront gebouwt soo lang resisteert aen 's conincx leger, 'twelck den 6 julij was van 12.m man met achtien stucken geschuts, weinigh buspoeder. Om wat meer volcx bijeen te trecken heeft mijnheer de prins ontboden den adel ende een deel van de garnisoenen uit Languedoc, niet sonder reden, alsoo het leger van den coninc van SpaegniëGa naar voetnoot12 in Catalaigne sterck is ende noch meerder verstercking verwacht soo uit Arragon als uit de quartieren ontrent Fontarabië. Eenige Spaegnaerden, die in 't laettste Juny de riviere van Behobie 't geschut tusschen Vrancrijck ende Spaegnië bij Baionne waeren gepasseert, sijn gerepousseert. In Italië trachten de Françoisen de wegh te vinden nae Casal waertoe haer eenige steden noodigh sijn, die soo licht niet en sijn te nemen. Don FelixGa naar voetnoot13, gouverneur van Nizza heeft driehondert Savoyarden ontfangen, die de hertoginneGa naar voetnoot14 hem hadde toegesonden; heeft oock de brieven, die den prince ThomasGa naar voetnoot15 hadde geschreven, gesonden aen de hertoginne. Persisteert evenwel | |
geen Fransch garnisoen te willen ontfangen. Soo doen oock andere steden in die quartieren. De Fransche vloot, die haer hout ontrent Ville France, is slecht: bestaende uit 14 galeyen seer ontramponeert ende 17 andere schepen. De Spaegnaerden hebben in de Middellandsche Zee vijf ende dertich galeijen. De Switsers vergaderen te Baden, alwaer den hertogh van LonnusGa naar voetnoot1 oock heeft gesonden, soo wel als den keiser, den coninc van Vrancrijck, die van Spaegnië, de eertshertoginne te TirolGa naar voetnoot2, de Grisons, die van 't graefschap van Bourgogne; rechten niet veel uit. Den protestantsche Grisons willen een secretaris op haer selve hebben seggende, dat de acten niet wel ingestelt en werden. De deliberatie op het verbont met Oostenrijck ende Spaegnië, op de regiering van de Valteline ende het woonen van die van de religie aldaer, op de demolitie van de forten van Chiavenne ende Sondrio bij de Spaegnaerden versocht sijn gesonden aen de gemeenten van de Grisons, dewelcke daerop, bijsonder die in de religie seer gaeren, veele swaericheden vinden. Doch de principalen luisteren nae Spaignië ende trachten tot accommodement. Vrancrijck laet het oock daer loopen soo 't wil. ReinacGa naar voetnoot3, die gouverneur [is] geweest van Brisac, is getreden in sijn gouvernement van Regenspurg. Den keiser heeft sijne tweede soonGa naar voetnoot4 verloren, Philips genaemt, ende sendt den grave van MartinitzGa naar voetnoot5 nae de Churfürstendagh te Francford, alwaer men meent dat bij Denemarcken, den churfürsten van MentzGa naar voetnoot6 ende de twee van BeyerenGa naar voetnoot7, waer van die van Colen te Eberstein geseit werdt Beyersch garnisoen in plaetse van 's keisers volck ontfangen te hebben, gebracht werdt tot een neutraliteit ofte derde partij, 'twelck ick niet licht en can geloven. Van Trier sijn veel amonitie ende vivres gegaen nae Thionville. De articlen van het accord met Schotlant nae voorgaende supplicatie van de Schotten, die haer selve eerst ontwapenen, ende gepubliceerde declaratie van den conincGa naar voetnoot8 salveren soo taemelijck wel des conincx reputatie. De hooge commissie sal achterblijven. De bisschoplijcke regiering, hoewel misschien niet in deselve personen, oock niet sonder restrictie, sal, soo ick meen, werden gerestitueert. Den Grooten HeerGa naar voetnoot9 hebbende doen ombrengen MustafaGa naar voetnoot10, die op de croon pretensie hadde, ende den gouverneur van AnguriëGa naar voetnoot11 in Natolië, omdat hij te rijck was, comt weder nae Constantinoplen ende wil noch de Venetianen de vrede niet verseeckeren, dewelcken daerover in groote vrese sijn. | |
Men hout de twee legers van den coninc onder d'heer MilerayGa naar voetnoot1 ende Chastillon sterck elck 13.m te voet, 6.m paerden. Piccolomini begeeft sich tusschen beiden bij Arras met ontrent 18m man. 't Schijnt den coninc te Metz eenige verandering wil doen uit vrese van den aenhang van EspernonGa naar voetnoot2 aldaer. Men seit, dat den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot3 Benne, een stedeke in de Langes, heeft becomen ende dat Suse Fransch garnisoen inneemt. Die van Malta hebben seven Turcksche schepen bij Tripoli verbrantGa naar voetnoot4. Tot Parijs, den 16 Iuly 1639. | |
Adres (boven aan de brief): Aen Mijn Heer Mijn Heer den Raedsheer Reigersberg. In margine schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot den 16 IunyGa naar voetnoot5 1639. |
|