Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3892. 1638 december 18. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot13.Mijn Heer, UE. brief is mij behandigt, sijnde van den 6 deserGa naar voetnoot14. Ick blijve uE. recommanderende alle 't gunt ick voor desen heb geschreven. | |
Verblijde mij, dat uE. jongstes soonsGa naar voetnoot1 schrijven uE. behaegt. Hij voldoet mij oock ende 't gunt uEd. voorstel[t] van 't gunt daer passeert te schrijven, wil ick hem mede raiden. De brieven van monsieur CasaubonGa naar voetnoot2 sijn in handen geweest van RivetGa naar voetnoot3, die achter gehouden heeft wat hij gewilt heeft, insonderheit 't gunt tot approbatie streckte van de resolutie van 't jaer 1614 bij mij in Engelant overgesondenGa naar voetnoot4. CunaeiGa naar voetnoot5 doot is de universiteit schadelijck. Conde ick sijne kinderenGa naar voetnoot6 goed doen, soude sulcx garen doen, ende recommandere deselve aen uE. ende andere vrunden bij occasie. Ick ben over lang geweest van uE. opinie, dat den keiserGa naar voetnoot7 de landgravinneGa naar voetnoot8 hem niet en sal laeten ontglippen ende dat Haere Fürst. Genade haer met de vrijheit van religie voor anderen niet seer en sal bemoeien, maer tevrede sijn met een secrete acte van haere landen. De Nedersaxische Ligue doet ons quaedt ende geeft ombrage van meerder quaed. D'heer BanersGa naar voetnoot9 volck laeten daerom niet in 't lant van Mecklenburg te logeren. UE. oordeel over de saecken van Hollant approbere ick volcomentlijck. Meene oock niet, dat de eenparicheit van de gemeene middelen over alle de provinciën, daertoe oock in onsen tijd seer is gearbeit, sal willen vallen, hoewel de Unie sulcx vereischt. Den secretarisGa naar voetnoot10 van den hertogh van BouillonGa naar voetnoot11 sal niet wel connen laeten resentiment te toonen over 't seggen van den auditeurGa naar voetnoot12 oft de Staten-Generael van den hertogh aen te seggen, dat hij hem die secretaris wil quyt maecken. Nopende de questie bij uE. geproponeert, daerop can ick niet wel antwoorden onseecker sijnde de facto. Wat het recht aengaet, daerop can dienen 't gunt ick getracteert heb de Paenarum communicatione maxime § 2,Ga naar voetnoot13 waer ick bij sal vougen illud ChrysostomiGa naar voetnoot14 oratione III de Statuis ὅτι οὐ ϰοινὸν τῆς πόλεως τὸ ἁμάϱτημα γέγονε, ἀλλὰ ἀνϑϱώπων τινῶν ξένων etc.Ga naar voetnoot15 ende ex AmmianoGa naar voetnoot16 lib. XXX quod: nihil ex | |
communi mente procerum gentis delictum adseverantesGa naar voetnoot1. Oock als ick gedencke, hoe dat in veele steden aen de roomschgesinden het exercitie is benemen tegen de gemaecte tractaten met gheene ofte immers veel minder pretext als dit is, soo meen ick, dat die nu regeren niet scrupuleuser en sijn, maer de toestemming van anderen versoecken om te gluipiger te doen dat sij doen willen. Vrancrijck, die oorsaeck is van de toelaeting van de vrijheit - meer om te Rome een goeden naem te hebben, als dat sij daer veel nae vraegen - sal sulcx met oogluicking licht laeten passeren. De Engelschen meenen, dat het in Brasyl wel quaelijck soude mogen afloopen, ende anderen seggen mij oock, dat het beleit van de Westindische Compaignie door oneenicheit wat los gaet. De heer SpierincxGa naar voetnoot2 arbeit sal van tijd tot tijd beswaerlicker vallen. Ick doen mijn best om te Hamburg betaeling te becomen, waertoe ick hoop d'heer Spiering mij sal helpen. Den cardinal de Richelieu heeft graef Heindrick van NassauGa naar voetnoot3 getracteert ende staende bloodshooft de gesontheit gedroncken van den prins van OrangieGa naar voetnoot4. Wij hoopen Brisac nu is becomen ofte haest sal werden, alsoo den honger groot is ende de hoope van secours, die haer veel heeft doen verdragen, verdwijnt. GotzGa naar voetnoot5, laestmael als hij gecomen was bij Laufenburg, waervan ick heb geschrevenGa naar voetnoot6, heeft het deel van de stadt ofte veel eer de voorstadt over Rijn leggende sonder moeite becomen ende de brugge, hoewel bij de onsen ten deele wech genomen verbrandt. Terwijle den sargeant maioor HorstGa naar voetnoot7 bij Drusenhem den Rijn gepasseert met het meeste deel van des keisersGa naar voetnoot8 ruiterie hem meende te vougen met hertogen CarelGa naar voetnoot9 ende Fransois van LorraineGa naar voetnoot10, soo is ter goeder uire aen den hertogh van WimarGa naar voetnoot11 gearriveert een secours van ses duisent man uit het leger van den hertogh van LonguevilleGa naar voetnoot12, die selff met de reste van sijn volck meest ruiterie bij Remiremont blijft om te letten op de actie van de vijanden, die soo te Than als daerontrent sich houden. De meening was van de keiserschen noch eens de retrenchementen voor Brisac aen beide zijde van den Rijn aen te tasten, te weten Gotz van de Overrijnsche, Horst van de Elsaetsche zijde. Maer in t'marcheren van Gotz sijn hem in drie daegen meer als tweeduisent man ontloopen, t'volck hem heeft doen weder keeren nae Laufenburg. Daernae heeft men verstaen, dat sijn volck weder was aen t'marcheren, meer, soo men meent, om hier te retireren dan om iet nieus te onderstaen. Verscheide brieven aen den hertogh van Wimar seggen daerenboven dat Gotz in persone door een keiserlijcke comissaris is gevangen genomen ende met drie regiment gevoert wert nae s'keisers | |
hoff om daer te verantwoorden, dat hij met het attaqueren van de Wimaersche retrenchementen soo lang heeft gewacht, tot dat deselve volmaect waeren. Dat in sijne plaets commandeert Wolff, graeff van MansfeldGa naar voetnoot1. Wij verwachten de executie van de conspirateurs te Turin met de particulariteiten van haer voornemen. Den cardinael de Richelieu toont de saeck van de hertoginneGa naar voetnoot2 te behertigen ende seit haer leger de voorsomer toe te willen senden vijftien duisent man te voet, vijf duisent te paerd. Wij hebben hier den cardinael BiquiGa naar voetnoot3 apparentelijck om de paix ofte immers bestant in Italië te vorderen, hoewel sonder qualiteit van legaet. Men seit anderen ten selven einde van Rome gaen in Spaignie ende nae den keiser. MirabelliGa naar voetnoot4 heeft oock paspoort van hier becomen om uit Brabant over Vrancrijck nae Spaignie te passeren. Sal apparentelijck niet laeten in t'passeren de humeuren alhier op t'stuck van de vrede te ondertasten. Den cardinael de Richelieu wilt, dat men gelooft, dat hij de vrede soeckt meer als iemant ende doet door de predicateurs hetselve het volck indrucken met gebeden, dat Godt beschaemt wil maecken die het anders meenen. De vijant coopt van de Switsers veele vivres op ten deele voor sichselve, ten deele opdat den hertogh van Wimar deselve niet en become, die doch voor een goeden tijd wel voorsien is. Die van Venegië vresen den Turcken, soecken hulp, soo t'noodt doet oock alhier, maer meer bij den pausGa naar voetnoot5. Polen ende, soo ick meen, bij Spaignie, welcker gebiet in Italië niet buiten peryckel soude sijn, soo de Venetianen werden aengetast. Doch ick meene, de saecke met gelt sal werden geboet, ende verstae, dat bij den TurckGa naar voetnoot6 vijf millioenen werden geeischt. T'selve sullen de Venetianen wel dienen aen te nemen, soo het waer is, dat den PersiaenGa naar voetnoot7 met het wedergeven van Baldach sijn vrede maect met den Turc. In Engelant geschieden groote preparaten van comediën, ballets, musycke om de coninginne-moederGa naar voetnoot8 te troosten. Te Paris den 18 Dec. 1638.
Pater JosephGa naar voetnoot9 heeft gisteren te Ruelle sijnde een apoplexie gehadt; wij en weten niet wel, off hij noch leeft. Soo uE. mijn Heer CamerariusGa naar voetnoot10 siet: hij sal uEd. connen toonen de veersen van CampenelleGa naar voetnoot11 op de geboorte van den dauphijnGa naar voetnoot12, die ick aen sijne Ed. oversende, qui Gallis imperium universi pollicentur. | |
Mijn huisvrouw heeft drie rabatten voor uE. gegeven aen monsieur PanhuisenGa naar voetnoot1, die op huiden met den graeff van Nassau vertreckt. Ick sende uE. t'antwoord hier aen d'Heer KnuitGa naar voetnoot2 gegeven, waeruit weinigh hoope is te scheppen van de reconciliatie van de moeder met den soonGa naar voetnoot3. | |
In margine schreef Van Reigersberch: Broeder de Groot den 18 Dec. 1638. |
|