Briefwisseling van Hugo Grotius. Deel 9
(1973)–Hugo de Groot– Auteursrechtelijk beschermd3408. 1638 januari 2. Aan N. van ReigersberchGa naar voetnoot1.Mijnheer, Alsoo mijnheer VosbergenGa naar voetnoot2 mijn huisvrouw verseeckert heeft, dat mijnheer van OosterwijckGa naar voetnoot3 geen ordre gehadt en heeft om mij anders als de Engelsche ambassadeursGa naar voetnoot4 te tracteren, ende ick de laeste ontbiedinge aen mij gedaen sijnde ten beste als uit familiariteit geschiet sijnde heb willen interpreteren, soo heb ick hem besocht als neefGa naar voetnoot5, sonder iet te laeten weten, ende genoot ende getracteert. Dit was soo wel gemeent. Maer doordien Sijn E. de depesche eer becomen heeft dan wel meende, is voor den bestemden tijd vertrocken, 'twelck ons leedt isGa naar voetnoot6. 't Gunt uE. bij de Sijne van den 20 dec.Ga naar voetnoot7 schrijft van de vloote tot Duinkercken ingecomen, is een merckelijck ongeluck. Ick wilde wel weten, off d'Engelschen daertoe geholpen hebben ende hoe verre. De Vereenigde Nederlanden hebben, gelijck dat sij PiccolominiGa naar voetnoot8 niet garen soo nae en sien aen haere frontieren, die in een uir can van keisersch spaensch werden, nae de coustume van desen tijdt. Nopende de questie van de cassatie, ick meen deselve immers soo seer was tegen de conscientie van MagogGa naar voetnoot9 als van CatsGa naar voetnoot10. Vicit haud dubie Caesar. Ick wilde wel weten off het waer is, dat Felix' NeefGa naar voetnoot11 tegen den jongen GolilasGa naar voetnoot12 is geweest. Ick gelove het wel. Twijffele seer, off dat werck in desen tijdt die persoon dienen soude. Van Caesars saeckGa naar voetnoot13 is uE. voornemen goed. Bidde daerin voort te gaen. Mijnheer Vosbergens handeling hier conde niet als aengenaem sijn. Alle die repressaliën van Engelant toonen, dat sij haer als meesters van de zee dragen. Waer ick daer, ick soude wel terechte comen. De gemisconteerde over den tol bij Dantzig sijn veelen, Sweden, Denemarcken, Engelant, Brandenburg ende veele in Polen ende Poolsch Pruissen. De Hollanders sijn buiten twijffel seer daerbij geïnteresseert. Voor de Sweden can die dispute tusschen den coninck van PolenGa naar voetnoot14 ende Dantzig geen quaed doen. Maer soo den coninc het stuck te boven quaeme, dat soude quaed doen voor Sweden. | |
Ick bidde uE. gedachtigh te sijn 'tgunt ick voor desen aen uE.Ga naar voetnoot1 ende aen mijn broederGa naar voetnoot2 heb geschreven van mij te doen hebben twee van mijne schilderiën ende mij te willen senden - soo uE. het heeft - het antwoord gegeven aen den Poolschen ambassadeurGa naar voetnoot3. Mijnheer Vosbergen is gisteren vertrocken hebbende sijne saecken soo veel ick can verstaen ende laestmael oock hebbe geadviseert nae wensch verricht. Hertogh BernhardGa naar voetnoot4 blijft in sijne voorgaende quartieren, heeft tot noch toe geen schade geleden van den hertogh van LotteringenGa naar voetnoot5 ende sijn volck een maent soldes gegeven. De keiserschen trachten met vrese aen te jaegen ende met beloften Straesburg tot haer te trecken. Hanou loopt peryckel, den graefGa naar voetnoot6 soeckende de stadt in sijne ende des keisersGa naar voetnoot7 macht te becomen. RamsaiGa naar voetnoot8 siet, off hij sijne conditie met Vrancrijck ofte met den keiser best sal connen maecken. Hier is nieuwe brouillerie weder te hove, daer de vrouwen en de joffrouwen haer mede moeien. Mijnheer den cardinaelGa naar voetnoot9 rust niet om hem quijt te maecken al wat hem tegen is. Den keiser heeft aen den cardinael GinettiGa naar voetnoot10 gesonden paspoorten voor de Sweedsche ende Hollandsche gesantenGa naar voetnoot11, seggende bereid te sijn oock voor de FranschenGa naar voetnoot12 te senden, mids dat den coninc van Vrancrijck oock sende voor de sijne, dat is dat hij bij Vranckrijck als keiser wil sijn erkent voor ende aleer in conferentie te comen, ofte anders de schuld van de verachtering van de vrede op Vranckrijck wil werpen. Brieven uit Constantinopolen bij den ambassadeur van VenegieGa naar voetnoot13 ontfangen seggen, dat geen apparentie is van vrede met den PersiaenGa naar voetnoot14 ende groote preparat[i]ën aldaer gemaect werden, soo sal dat oorlogh [sijn] als tegen den MoscovytGa naar voetnoot15. 't Schijnt den hertogh van WirtenbergGa naar voetnoot16 Hohenwyel, een plaetse naebij de Switsers gelegen, stelt in 's keisers handen, om sijn accoord in andere saecken wat beter te maecken. Ick wensche uE. ende alle de uwen een goed nieuwejaer. Te Parijs, den 2 January 1638.
LeganesGa naar voetnoot17 heeft te Coire aen de Grisons gesonden 28 duisent croonen volgens de alliantie. | |
Den prins van MarsillacGa naar voetnoot1, soon van den hertogh van RochefocautGa naar voetnoot2, is gestelt in de Bastille omdat hij de hertoginne van ChevreusieGa naar voetnoot3 geholpen heeft om uit Vrancrijck te geraecken. | |
Adres: Mijn Heer Mijn Heer van Reigersberg, raedt in den Hoogen Raede in Hollant. In dorso schreef Van Reigersberch: broeder de Groot, den 2 Ianu. 1638 wt Paris. |
|